2017Z17994
Vragen van het lid Moorlag (PvdA) aan de minister van Economische Zaken en Klimaat over
de ongelijke schadevergoedingen die grondeigenaren ontvangen bij het plaatsen van
hoogspanningsmasten en leidingen op en onder hun grond. (ingezonden 14 december 2017)
1
Kunt u toelichten hoe de gedoogplicht in de Belemmeringenwet Privaatrecht (BP) van 1927
zich verhoudt tot de vrije onderhandelingen over schadevergoedingen tussen de beheerder van
het hoogspanningsnetwerk en grondeigenaren die hun grond beschikbaar stellen?
2
Kunt u de afkoop- en vergoedingsregelingen van alle huidige hoogspanningsmasten in kaart
brengen en daarbij ingaan op hoe vaak de netwerkbeheerder aanspraak deed op de
gedoogplicht, en in hoeveel gevallen de schadevergoeding is afgekocht? Zo ja, op welke
termijn kunt u de Kamer hierover informeren? Zo nee, waarom niet?
3
Kunt u inzichtelijk maken in hoeveel gevallen er sinds 2013 overeenkomstig is gehandeld met
de in datzelfde jaar met branchevereniging Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland (LTO)
overeengekomen vergoeding? Zo ja, op welke termijn kunt u de Kamer hierover informeren?
Zo nee, waarom niet?
4
In welke mate bent u van mening dat, gezien de liberalisering, internationalisering en
verzelfstandiging van de hoogspanningsinfrastructuur, de grondeigenaar bij de aanleg van een
leiding (op of onder zijn grond) naast de passende schadevergoeding een vergoeding toekomt
voor het medegebruik van zijn eigendom ten behoeve van de leiding?
5
Is het u bekend dat er grondeigenaren zijn die de destijds overeengekomen afkoopsommen
beleven als onder pressie afgedwongen en bent u van mening dat deze, in het licht van de
ontwikkelingen nadien, niet meer van deze tijd zijn en redelijkerwijs aangepast dienen te
worden naar de actuele maatstaven? Bent u bereid in gesprek te gaan met betreffende
grondeigenaren?