2017Z15127
Vragen van het lid Paternotte (D66) aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat over de
uitzending van ZEMBLA over giftige dampen aan boord van vliegtuigen. (ingezonden 10
november 2017)
1
Bent u bekend met de uitzending van ZEMBLA over giftige dampen aan boord van
vliegtuigen? 1)
2
Kunt u zich herinneren dat u in mei 2015 reeds bent verzocht 2) te reageren op een
(vervolg)onderzoek van het Academisch Medisch Centrum (AMC) 3) over de relatie tussen
vluchtige stoffen en de klachten bij twaalf personeelsleden van luchtvaartmaatschappijen,
waarop u aangaf een internationale aanpak voor te staan alvorens actie op nationaal niveau te
kunnen/willen nemen? 4)
3
Kunt u bevestigen dat ondanks de aangenomen motie-Hachchi luchtvaartmaatschappijen
überhaupt pas vanaf november 2015 wettelijk verplicht zijn om informatie over
geurincidenten te delen met Analysebureau Luchtvaartvoorvallen (ABL) van de Inspectie
Leefomgeving en Transport? 5)
4
Kunt u voorts aangeven of het ABL sinds eind 2015 het aantal piloten in beeld heeft die
mogelijk lijden aan de gevolgen van het zogeheten aerotoxisch syndroom? Zo nee, hoe kan
dat? Zo ja, kunt u aangeven wat de inspectiedienst gedaan heeft om te toetsen of deze piloten
wel of niet geschikt waren/zijn om te vliegen?
5
Kunt u zich voorts herinneren dat u in 2015 de Nationale Adviesgroep Cabinelucht (NAC)
instelde, met daarin verschillende stakeholders zoals luchtvaartmaatschappijen, vakbonden en
onderzoeksinstituten, om u onder andere van advies te voorzien over de aard, ernst en aanpak
van dit probleem?
6
Deelt u de mening dat deze adviesgroep zich onafhankelijk moet opstellen en u van
onafhankelijk, wetenschappelijk advies moet voorzien? Hoe beoordeelt u in dat verband
hetgeen over die onafhankelijkheid wordt gezegd in de uitzending van ZEMBLA?
7
Deelt u de mening dat het vreemd is dat dit adviesorgaan – zoals uit de uitzending van
ZEMBLA blijkt – klaarblijkelijk niet op de hoogte is van het aantal piloten in Nederland dat
claimt last te ondervinden of in het ergste geval ziek te zijn geworden van giftige dampen aan
boord? Zo nee, waarom niet?
8
Kunt u inmiddels met zekerheid stellen dat er geen verband bestaat tussen
gezondheidsklachten en de cabinelucht c.q. kunt u stellen dat u het aerotoxisch syndroom niet
erkent? Zo ja, hoe verhoudt zich dat tot lopend onderzoek? Zo nee, deelt u voorts de mening
dat er vanuit het voorzorgsbeginsel uiterst zorgvuldig omgegaan moet worden met piloten die
claimen last te hebben van het aerotoxisch syndroom?
9
Wist u of had u kunnen weten dat er in Nederland piloten zijn die vliegen terwijl zij mogelijk
hinder ondervinden door hoofdpijn, evenwichtsstoornissen en een vertraagde reactiesnelheid
ten gevolge van giftige dampen aan boord, met alle risico’s van dien? Zo nee, waarom niet?
Zo ja, welke actie heeft u in het verleden richting de desbetreffende
luchtvaartmaatschappij(en) ondernomen om deze risico’s weg te nemen?
10
Bent u van mening dat u, met de kennis van nu en het voorzorgsbeginsel ten aanzien van de
vliegveiligheid in acht nemend, dit probleem tijdig en voldoende serieus heeft genomen? Zo
ja, hoe verhoudt zich dat tot de berichtgeving van ZEMBLA?
11
Welke concrete actie gaat u nu ondernemen om zeker te stellen dat er in Nederland geen
piloten vliegen die mogelijk hinder ondervinden door hoofdpijn, evenwichtsstoornissen en
een vertraagde reactiesnelheid ten gevolge van giftige dampen aan boord, met alle risico’s van
dien?
12
Kunt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden?
1) Uitzending ZEMBLA, 8 november 2017, ‘ZEMBLA onthult: zwijgcontract voor KLMpiloot
over giftige lucht’ (https://zembla.bnnvara.nl/nieuws/zembla-onthult-zwijgcontractvoor-klm-piloot-over-giftige-lucht).
2) Handelingen Tweede Kamer, Vergaderjaar 2014-2015, nr. 84, Regeling van
werkzaamheden.
3) Website AMC, 4 mei 2015 (https://www.amc.nl/web/HetAMC/Nieuws/Nieuwsoverzicht/Nieuws/AMC-onderzoek-naar-personeel-in-vliegtuigen.htm)
4) Kamerstuk 31936, nr. 270
5) Kamerstuk 31936, nr. 283