780
Vragen van de leden Kuiken en Asscher (beiden PvdA) aan de Minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de blokkade van een
demonstratie (ingezonden 27 november 2017).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties), mede namens de Minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid (ontvangen 27 december 2017).
Vraag 1
Kent u het bericht «OM start onderzoek naar blokkade A7 richting Sinterklaasintocht
Dokkum»?1
Ja, ik ken het bericht.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het niet aan activisten is om een toegestane demonstratie
te verstoren en dat het stellen van voorwaarden aan een demonstratie
alleen aan het lokale gezag is?
De Wet openbare manifestaties (Wom) geeft de burgemeester de bevoegdheid
om bij demonstraties voorschriften en beperkingen te stellen of een
verbod te geven. Dit betreft een belangenafweging tussen het recht op de
vrijheid van betoging en de beperking daarvan ter bescherming van de
volksgezondheid, in het belang van het verkeer of bestrijding of voorkoming
van wanordelijkheden. Een demonstratie mag door de burgemeester nooit
worden beperkt of verboden vanwege de inhoudelijke boodschap, dus ook
niet als die boodschap (voor anderen) storend of onwelgevallig is. De
burgemeester is binnen deze kaders het bevoegd gezag om demonstraties te
reguleren. Het is niet aan anderen dan de burgemeester om in de beoordeling
van de toelaatbaarheid van een demonstratie te treden. Daarbij past het
ook niet dat een demonstratie door anderen wordt verstoord of belemmerd.
De vrijheid van demonstreren verdient respect en bescherming, ongeacht de
boodschap
Vraag 3
Hoe oordeelt u over het feit dat een demonstratie die door de gemeente
Dokkum was toegestaan geen doorgang kon vinden omdat een groep die het
niet eens was met het doel die demonstratie blokkeerde?
Vraag 4
Deelt u de mening dat als een bewindspersoon begrip toont voor het
blokkeren van een toegestane demonstratie, daarvan het signaal kan uitgaan
dat het recht op demonstratie zo maar beperkt kan worden door iedereen die
het niet eens is met het doel van die demonstratie? Zo ja, deelt u dan ook de
mening dat dit onwenselijk is? Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Deelt u de mening dat het niet aan de Minister-President is te bepalen op
welke dag Nederlanders hun grondrechten mogen uitoefenen?
Antwoord 3, 4 en 5
Ik, noch enig ander lid van het kabinet, heeft een oordeel gegeven over de
besluiten van de burgemeester om de demonstratie tegen Zwarte Piet
aanvankelijk toe te staan en uiteindelijk te verbieden. Voor de inschatting van
de plaatselijke omstandigheden en de uitoefening van de bevoegdheden op
grond van de Wom is het lokaal gezag verantwoordelijk, daar treedt het
kabinet niet in. Het is aan de gemeenteraad om hierover desgewenst met de
burgemeester te spreken. Dat overigens bewindslieden door aandacht te
vragen voor het aspect van het kinderfeest en begrip in de discussie voor
elkaars vertrekpunten en emoties, geen begrip hebben getoond voor
mogelijke wetsovertreding, noch hebben bepaald wanneer er gedemonstreerd
wordt, spreekt vanzelf.
Vraag 6
Bent u, als degene die verantwoordelijkheid draagt voor het waarborgen van
grondrechten, bereid om openlijk uit te dragen dat het verstoren van
rechtmatige demonstraties niet aan de orde kan zijn? Zo ja, op welke wijze
gaat u dit doen? Zo nee, waarom niet?
Het is in een democratische samenleving van wezenlijk belang dat de vrijheid
van meningsuiting en de vrijheid van demonstreren worden beschermd en
gerespecteerd. Het is vanuit mijn verantwoordelijkheid van groot belang om
hiervoor steeds aandacht te hebben. Waar het gaat om het reguleren van (de
gebeurtenissen rondom) demonstraties is zoals hiervoor vermeld de
burgemeester het bevoegd gezag. Als door het verstoren van demonstraties
strafbare feiten worden gepleegd, kan de politie daartegen optreden. In de
praktijk zullen dus eerst en vooral de burgemeester en de politie (de situatie
rondom) een demonstratie in goede banen moeten leiden. Naar aanleiding
van de gebeurtenissen rondom de Sinterklaasintocht in Dokkum heb ik in het
mondelinge vragenuur van 21 november jl. toegezegd om in overleg te
treden met burgemeesters en de VNG over demonstraties en meer in het
bijzonder het gebruik van het openbare-orde-criterium.
Zie ook de antwoorden op de vragen 2, 3 en 7.
Vraag 7
Deelt u de mening dat het recht om te demonstreren juist van belang is om
ook het uiten van afwijkende meningen mogelijk te maken en dat juist een
democratie moet kunnen omgaan met meningen die niet door een meerderheid
worden gedragen? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Ik deel die mening. Nederland is een democratische rechtsstaat waarin een
grote diversiteit bestaat aan levensbeschouwingen, opvattingen, leefstijlen en
waardepatronen. Individuele burgers en de samenleving als geheel hebben er
belang bij dat burgers de vrijheid hebben hun eigen waarden en opvattingen
te ontwikkelen en uit te dragen. Het is van groot belang om te respecteren
dat niet iedereen dezelfde mening heeft en om andersdenkenden dezelfde
ruimte te geven als gelijkgestemden. Een debat over maatschappelijke
vraagstukken en tradities leidt er soms toe dat de emoties hoog oplopen,
zoals in het debat over de positionering van de figuur van Zwarte Piet.
Ik verwijs in dit verband graag naar de nota Grondrechten in een pluriforme
samenleving (Kamerstuk 29 614, nr. 2).
Vraag 8
Wat is de stand van het strafrechtelijk onderzoek naar de blokkade op de A7?
Het onderzoek van het Openbaar Ministerie loopt nog, daarover kan op dit
moment verder niets worden gemeld.
Vraag 9
Bent u bereid met voor- en tegenstanders van verandering van Zwarte Piet
om tafel te gaan om te zorgen dat de intocht van 2018 zonder incidenten
verloopt vanuit het principe «kinderfeest voor iedereen»?
Het Sinterklaasfeest is een eeuwenoude traditie die wordt vormgegeven door
de samenleving en die is blijven bestaan door te veranderen. De overheid
heeft hier geen sturende rol in. Het decentrale karakter van het Sinterklaasfeest
met honderden lokale intochtcomités, scholen en vele vrijwilligers
maakt dat er op veel verschillende plekken een maatschappelijk debat
plaatsvindt. De dialoog hierover zal vooral in de gemeenten moeten
plaatsvinden. De overheid kan een rol spelen om een respectvolle dialoog te
faciliteren. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
onderhoudt in dit kader contacten met stakeholders en gemeenten om
spanningen te signaleren en tot vreedzame gesprekken te komen.
Het Ministerie van SZW heeft Dokkum als intochtstad 2017 ondersteuning
geboden voor het ontwikkelen en uitvoeren van dialooginitiatieven. De
gemeente heeft zich vooraf uitgebreid bij laten praten door de steden waar
eerder een landelijke intocht is gehouden en voorafgaand aan de intocht is
geprobeerd met zowel de (georganiseerde) voor- en tegenstanders van de
figuur van Zwarte Piet in contact te komen. Er hebben dan ook met meerdere
groepen gesprekken plaatsgevonden. Het lijkt mij dat deze benadering ook bij
volgende Sinterklaasintochten een goed uitgangspunt vormt, waarbij ook
lessen kunnen worden getrokken uit eerdere ervaringen.
1 https://www.nu.nl/binnenland/5016473/start-onderzoek-blokkade-a7-richting-sinterklaasintochtdokkum.html