Beantwoording vragen over het bericht "ouderen dupe van opdoeken
brievenbussen
1
Bent u bekend met het bericht ‘Ouderen dupe van opdoeken brievenbussen’?1
Ja.
2
Kunt u aangeven hoeveel klachten er bij het ministerie van Economische Zaken en
Klimaat en PostNL zijn binnengekomen over het weghalen van brievenbussen in
Leidschendam-Voorburg?
Er zijn geen klachten hierover bij het Ministerie van Economisch Zaken en Klimaat
binnengekomen. PostNL is bekend met de klachten in Leidschendam-Voorburg.
3
Komen er in zijn algemeenheid veel klachten binnen over brievenbussen die
worden weggehaald in de buurt van zorginstellingen, bejaardenhuizen en
ziekenhuizen, waardoor deze inwoners relatief ver moeten lopen om bij een
brievenbus te komen?
Nee, het aantal binnenkomende klachten is relatief beperkt. Door het zorgvuldige
adviesproces, zoals dat door PostNL is ingericht, kunnen veel eventuele klachten
van tevoren al worden afgevangen. Voorafgaand aan een voorgenomen wijziging
van het aantal brievenbussen wordt dit schriftelijk aangekondigd en worden
bijeenkomsten georganiseerd voor belangenorganisaties over de
herplaatsingsplannen. Lokale vertegenwoordigers krijgen dan de mogelijkheid om
per brievenbus advies te geven over voorgenomen wijzigingen. Deze inbreng
wordt meegenomen bij de herplaatsingsplannen, waarna PostNL tot uitvoering
overgaat. Als er daarna toch nog nieuwe klachten binnenkomen, doet PostNL zo
nodig nieuw onderzoek. Als daar aanleiding voor bestaat kan dat bijvoorbeeld
leiden tot herplaatsing van een brievenbus.
4
In hoeverre wordt er in de regelgeving omtrent de Universele Postdienst (UPD)
rekening gehouden met de toegankelijkheid en bereikbaarheid van
brievenbussen?
5
Op welke wijze is bij het opstellen van de wettelijke afstandseisen rekening
gehouden met minder validen en andere hulpbehoevenden?
Antwoord op vraag 4 en 5
In de Nederlandse postregelgeving zijn eisen opgenomen met betrekking tot het
aantal straatbrievenbussen dat minimaal beschikbaar moet zijn en de maximale
afstand tot die voorzieningen. Voorts is als specifieke eis opgenomen dat de
verlener van de universele postdienst (in casu PostNL) bij de spreiding van
voorzieningen rekening houdt met de behoeften van kwetsbare groepen (artikel 16
Postwet).
Bij de wijziging van het Postbesluit 2009 in verband met de modernisering en
flexibilisering van de universele postdienst in 2015 is daarbij nog aanvullend
geëxpliciteerd dat bij een heroverweging van de plaatsing van postvestigingen en
brievenbussen geborgd wordt dat de toegankelijkheid op lokaal niveau, alsmede
de toegankelijkheid van de universele postdienst, voor met name kwetsbare
groepen (zoals ouderen) voldoende blijft. Rekening moet worden gehouden met
locaties waar mensen regelmatig komen, zoals bij supermarkten, winkelcentra en
openbaarvervoerlocaties.
De Postwet 2009 voorziet (in artikel 18a, eerste lid) in de verplichting voor de
verlener van de universele postdienst om advies te vragen aan
consumentenorganisaties die de belangen behartigen van kwetsbare gebruikers
van de universele postdienst over de door hem voorgenomen wijzigingen in het
aantal en de spreiding van brievenbussen en postvestigingen. Daarnaast voorziet
de Postwet 2009 in de verplichting voor de verlener van de universele postdienst
om schriftelijk te reageren op dat advies, waarbij de verlener van de universele
postdienst verplicht is de redenen aan te geven waarom het advies al dan niet
wordt overgenomen (artikel 18a, derde lid). In het verlengde hiervan voorziet
artikel 4d in de verplichting voor de verlener van de universele postdienst om bij
het aantal en de spreiding van brievenbussen en postvestigingen rekening te
houden met dat advies. Dit betekent dat de verlener van de universele postdienst
moet bezien in hoeverre redelijkerwijs aan het advies tegemoet kan worden
gekomen.
In dat kader hanteert PostNL een zogenaamd ‘Locatiebeleid’ (van december 2015)
waarvan de uitgangspunten zijn afgestemd met koepelorganisaties als de
ouderenbonden, Ieder(in), vertegenwoordigers van VNG, het RIVM en de Landelijke
Vereniging van Kleine Kernen. Met deze klankbordgroep is de wijze waarop het
adviesproces plaatsvindt afgestemd. Alle gemeenten zijn in januari 2016
geïnformeerd over de werkwijze van PostNL en zij ontvangen een paar maanden
voordat in hun gemeente het adviesproces plaatsvindt een informatieve brief met
de uitnodiging om belangenorganisaties aan te dragen. Lokaal vindt het
adviesproces met lokale belangenverenigingen en plaatselijke afdelingen van
landelijke organisaties voor kwetsbare gebruikers plaats. Dit overleg is bedoeld om
PostNL in staat te stellen zoveel mogelijk rekening te houden met de behoeften
van kwetsbare groepen. Voordat de plannen worden uitgevoerd, vindt er indien
nodig nog een toets op ruimtelijke ordeningsaspecten met gemeenten plaats.
6
Bent u bereid met PostNL de mogelijkheden te verkennen om brievenbussen te
behouden op plaatsen waar deze extra gewenst zijn, zoals verzorgingstehuizen?
De huidige wet- en regelgeving, tezamen met het door PostNL in samenspraak
met belangenorganisaties ingerichte adviesproces zoals beschreven in het
“Locatiebeleid”, biedt reeds meer dan voldoende basis voor adequate afstemming
tussen PostNL en lokale behoeften en wensen. Naar mijn overtuiging doorloopt
PostNL dit proces uitermate zorgvuldig, verzorgt zij tijdige communicatie met
betrokken lokale vertegenwoordigers en bestuurders en tracht zij reeds zoveel
mogelijk maatwerk te leveren. In dit kader heeft PostNL al in 2015 met deze
organisaties afgesproken dat er geen brievenbussen bij zorginstellingen verwijderd
worden en dat het aantal verlaagde brievenbussen gelijk blijft in Nederland. Hierbij
zijn ook afspraken gemaakt over de definities die in dit kader gelden.
7
Hoeveel procent van de brievenbussen zijn op dit moment verlaagd zodat mensen
in een rolstoel makkelijk een brief kunnen posten? Is het beleid van PostNL om bij
zorginstellingen, bejaardenhuizen en ziekenhuizen vaker lagere brievenbussen te
plaatsen?
Op dit moment is er een netwerk van circa 500 verlaagde brievenbussen
(minimaal 1 per gemeente). In het kader van de vermindering van het totale
aantal brievenbussen in Nederland van 19.000 naar minimaal 8.900 heeft PostNL
met betrokken landelijke belangenorganisaties afgesproken dat dit aantal van
circa 500 gehandhaafd zal blijven.
Behalve met kwetsbare groepen moet PostNL ook rekening houden met geldende
ARBO-wetgeving. Deze bevat eisen ten aanzien van de lichamelijke belasting van
PostNL-werknemers die brievenbussen moeten legen. Daardoor heeft PostNL te
maken met beperkingen ten aanzien van het maximale aantal brievenbussen met
afwijkende hoogtes.
1
https://www.telegraaf.nl/nieuws/1378995/ouderen-dupe-van-opdoeken-brievenbussen