2017Z15677
Vragen van Jasper van Dijk (SP) aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid over het bericht dat gemeenten zich verzetten tegen het besluit
om gehandicapten onder het minimumloon te laten werken (ingezonden 17
november 2017)
1
Wat is uw oordeel over het bericht over de gevolgen van de bezuiniging
van 500 miljoen euro op arbeidsgehandicapten? 1)
Ik heb met veel aandacht kennisgenomen van de berichtgeving in de NRC van 15
november jongstleden. Uit het bericht komt naar voren dat werkgevers,
werknemers en gemeenten vragen hebben en zich zorgen maken over de in het
Regeerakkoord genoemde maatregel om loonkostensubsidie in de Participatiewet
te vervangen door loondispensatie. Ik zie ook dat er beelden ontstaan die niet
kloppen. Zo bestaat de zorg dat mensen “terug gaan naar de bijstand” en dat er
500 miljoen euro wordt bezuinigd op mensen met een arbeidsbeperking.
Ik betreur dat dit bij betrokkenen zoveel onrust teweegbrengt. Ik hecht er dan ook
aan om de inzet van het kabinet helder weer te geven door de kaders te schetsen
die het kabinet voor ogen heeft bij de uitwerking van loondispensatie in de
Participatiewet. Dit heb ik ook gedaan in mijn brief aan uw Kamer van 14
december jongstleden.
Het Regeerakkoord betekent voor mensen met een arbeidsbeperking vooral een
voortzetting van het eerder ingezette beleid dat toewerkt naar een inclusieve
arbeidsmarkt. Zo veel mogelijk mensen moeten op die arbeidsmarkt mee kunnen
doen.
Met de maatregelen uit het Regeerakkoord beoogt het kabinet meer kansen te
bieden op werk voor mensen met arbeidsbeperkingen. Door het instrument
loonkostensubsidie in de Participatiewet te vervangen door loondispensatie komt
extra geld beschikbaar voor gemeenten voor activering en dienstverlening voor
mensen met een arbeidsbeperking. Meer mensen met een arbeidsbeperking
kunnen betaald werk verrichten omdat gemeenten meer mogelijkheden krijgen
om beschutte werkplekken te organiseren, maatwerk te bieden richting werk of
werkgevers te ‘ontzorgen’. Er is geen sprake van een bezuiniging maar van
herallocatie van middelen voor mensen met arbeidsbeperkingen.
Om te bereiken dat zoveel mogelijk mensen mee gaan doen op de arbeidsmarkt is
het belangrijk dat werkgevers worden gestimuleerd om ook mensen met een
arbeidsbeperking aan te nemen. Werkgevers hebben steeds aangegeven
eenduidige regels te willen. Dat vergroot de kans dat ze mensen die extra
aandacht nodig hebben in dienst nemen. Die eenduidige regels wil het kabinet
bieden door in de Participatiewet het instrument loonkostensubsidie te vervangen
door loondispensatie.
Loondispensatie wordt al jaren onder de Wajong gehanteerd. Het ook beschikbaar
stellen van loondispensatie in de Participatiewet zorgt voor een eenduidig
instrumentarium dat ingezet kan worden voor vergelijkbare groepen mensen,
waardoor werkgevers meer duidelijkheid hebben.
Het doel van loonkostensubsidie en loondispensatie is hetzelfde, namelijk
werkgevers compenseren voor de verminderde productiviteit van mensen met een
arbeidsbeperking en hen daarmee stimuleren om deze mensen in dienst te
nemen. De werkgever betaalt bij loondispensatie loon conform de productiviteit
van de werknemer. Evenals UWV doet bij loondispensatie in het kader van de
Wajong, vult de gemeente straks het loon van de werknemer die vanuit de
bijstand
met loondispensatie gaat werken aan.
Ik koers erop de systematiek zo uit te werken dat mensen die vanuit de uitkering
met loondispensatie gaan werken een loonaanvulling krijgen die voldoet aan twee
uitgangspunten. Om te beginnen vind ik het belangrijk dat het inkomen van deze
mensen hoger uitkomt dan het voor hen geldende sociaal minimum. Mensen gaan
dus niet werken op bijstandsniveau. Als mensen gaan werken, en als mensen
méér gaan werken, wil ik dat ze er echt op vooruit gaan. Verder vind ik het
belangrijk dat hun inkomen gaat naar een niveau conform het minimumloon, naar
rato van het aantal uren dat zij werken. Dit alles uiteraard passend binnen de
financiële kaders van het Regeerakkoord. De uit te werken regeling geldt voor
mensen met een nieuwe arbeidsrelatie, dus niet voor reeds bestaande
arbeidsrelaties.
2
Klopt het dat werkgevers arbeidsgehandicapten alleen nog voor hun
productiviteit hoeven te betalen en niet meer voor de premies, waardoor
zij geen pensioen meer opbouwen?
3
Klopt het dat arbeidsgehandicapten onder het minimumloon kunnen
gaan verdienen? Zo ja, waarom? Zo nee, hoe en door wie wordt de
aanvulling tot het minimumloon gefinancierd?
4
Wat wordt bedoeld met de passage op p. 26 in het Regeerakkoord dat
"de gemeente (...) het inkomen aanvult"? Tot welk niveau wordt het
inkomen aangevuld, tot de bijstand of tot het minimumloon?
5
Klopt het dat werknemers door dit plan mogelijk nog maar 60 procent
van hun salaris overhouden?
Deze maatregel gaat gelden voor mensen die gaan werken onder de nieuwe
regels. Voor bestaande arbeidsrelaties verandert er niets.
Loondispensatie houdt in dat werkgevers werknemers betalen conform hun
productiviteit. De productiviteit wordt objectief vastgesteld met een
loonwaardemeting. De werkgevers dragen over het loon ook werkgeverslasten af.
Een werknemer met loondispensatie heeft recht op de emolumenten uit de cao
conform zijn loon, dus gerelateerd aan zijn loonwaarde.
Hiermee worden werkgevers gecompenseerd voor de verminderde productiviteit
van mensen met een arbeidsbeperking. Zo wordt een drempel voor werkgevers
weggenomen om deze mensen in dienst te nemen. De gemeente vult straks het
loon van de werknemer die vanuit de bijstand met loondispensatie gaat werken
aan. Dit wordt gefinancierd uit de gebundelde uitkering van de Participatiewet. Ik
koers erop de systematiek zo uit te werken dat mensen die vanuit de uitkering
met loondispensatie gaan werken een loonaanvulling krijgen dat hun inkomen
aanvult tot een niveau conform het minimumloon, naar rato van het aantal uren
dat zij werken.
6
Begrijpt u dat de motivatie bij arbeidsgehandicapten om te
gaan werken wordt weggenomen?
7
Begrijpt u dat gemeenten hier niet blij mee zijn? Gaat u met de
Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) in gesprek?
8
Begrijpt u dat ondernemers niet blij zijn met dit plan vanwege het effect
op de motivatie? Gaat u met ondernemers in gesprek?
9
Begrijpt u dat de bedenker van dit plan – de heer Aart van der Gaag –
niet blij is met uw uitwerking van zijn plan? Wat gaat u hiertegen
ondernemen?
10 Bent u bereid om dit ondoordachte plan in te trekken?
Ik ben niet bereid dit plan uit het Regeerakkoord in te trekken. Ik heb bij het
uitwerken van de aanvullingsregeling oog voor de mensen om wie het gaat.
Daarbij houd ik rekening met de motivatie van betrokkenen. Van belang is dat het
loont om te gaan werken en dat het loont om meer te gaan werken. Daarover mag
geen twijfel bestaan.
Werkgevers hebben steeds aangegeven eenduidige regels te willen. Dat vergroot
de kans dat ze mensen die extra aandacht nodig hebben in dienst nemen. Dat er
nu verschillende instrumenten voor een vergelijkbare doelgroep zijn, helpt daarbij
niet. Eenduidige regels wil het kabinet bieden door in de
Participatiewet het instrument loonkostensubsidie te vervangen
door loondispensatie. Het beschikbaar stellen van loondispensatie
in de Participatiewet zorgt voor een eenduidig instrumentarium
voor werkgevers dat ingezet kan worden voor vergelijkbare
groepen mensen die onder de banenafspraak vallen.
Er komt nog heel veel kijken bij de uitwerking van de maatregel. Bij die uitwerking
hecht ik aan een zorgvuldig proces. Het kabinet wil dit doen in overleg met
gemeenten, sociale partners, cliëntenorganisaties en andere betrokkenen, waarbij
de uitvoerbaarheid van de regeling een belangrijk aandachtspunt is. Over de
uitwerking van de plannen ga ik uiteraard ook graag in gesprek met uw Kamer.