Antwoorden van de Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van
Sjoerdsma (D66) over Nederlanders die
probeerden omstreden spionagesoftware te verkopen aan Ecuador.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht “Deze Nederlanders probeerden omstreden
spionagesoftware te verkopen”? 1)
Ja.
Vraag 2
Hoe duidt u de activiteiten van het bedrijf Hacking Team, namelijk het verkopen
van spionagesoftware aan repressieve regimes om journalisten, oppositieleden,
activisten en anderen monddood te maken?
Vrijheid van meningsuiting is één van de prioriteiten binnen het Nederlands
buitenlands mensenrechtenbeleid. De verkoop van deze producten door Hacking
Team aan autoriteiten voor het ongelegitimeerd inperken van de vrijheid van
meningsuiting keurt het kabinet af.
Vraag 3, 4, 5 en 6
Hoe duidt u het gegeven dat een Nederlandse honorair consul betrokken is
geweest bij het faciliteren van een deal om spionagesoftware van het bedrijf
Hacking Team te verkopen aan Ecuadoraanse inlichtingendiensten? Bent u op de
hoogte van de activiteiten van deze honorair consul, zoals beschreven in het
artikel? Zo ja, sinds wanneer? Welke acties heeft u vervolgens ondernomen? Acht
u het wenselijk dat een vertegenwoordiger van de Nederlandse overheid in het
buitenland betrokken is bij dergelijke nevenactiviteiten? Zo nee, welke acties
onderneemt u om dergelijke praktijken te voorkomen? Zo ja, waarom? Klopt het
dat de activiteiten van de honorair consul rondom het promoten van dergelijke
spionagesoftware volgens de geldende regelgeving niet gemeld hoefde te worden?
Waarom niet? Acht u dit wenselijk?
Honorair consuls zijn onbezoldigde ambtenaren en worden geacht in hun
levensonderhoud te voorzien middels andere activiteiten. Voordat een honorair
consul wordt voorgedragen, is afgewogen wat de potentiële risico’s van de
beroepsmatige activiteiten van betrokkene zijn en worden doorgaans referenten
geraadpleegd. De honorair consul is ambtenaar en behoort als zodanig tot de
Dienst Buitenlandse Zaken. Op het gebied van integriteit gelden voor honorair
consuls derhalve dezelfde normen als voor alle Rijksambtenaren. Zij worden daar
bij hun aanstelling op gewezen. In de regelgeving is niet opgenomen dat een
honorair consul economische activiteiten moet melden. Het is disproportioneel om
honorair consuls te verplichten alle zakelijke activiteiten te melden. Wel is er
continue aandacht voor integriteit en worden honorair consuls aangemoedigd om
dilemma’s bespreekbaar te maken.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken was niet op de hoogte van de
samenwerking van de honorair consul met Hacking Team. De samenwerking
tussen de honorair consul en Hacking Team vond plaats in zijn hoedanigheid van
directeur van een handelsbedrijf. Het ministerie werd voor het eerst bekend met
deze activiteiten op 4 juni 2017 toen de ambassade in Lima werd gewezen op het
artikel op de website van PlanV. In januari 2017 was de benoemingsperiode van de
honorair consul te Quito reeds afgelopen.
Vraag 7 en 8
Klopt het dat Hacking Team een demonstratie heeft gegeven over software aan de
Nationale Politie en de Nederlandse militaire veiligheidsdienst? Waarom en op welk
initiatief is dit gebeurd? Is hier vervolg aan gegeven? Zo ja, hoe? Wordt er
momenteel of is er in het verleden door Nederlandse opsporingsdiensten op
enigerlei wijze gebruik gemaakt van software van Hacking Team?
Zoals eerder is aangegeven in de beantwoording op de vragen van het lid
Oosenbrug (PvdA) met kenmerk 2015Z09552 en Oosenbrug (PvdA) en Verhoeven
(D66) met kenmerk 2015Z14018, brengt het verstrekken van informatie over
welke specifieke software de opsporingsdiensten beschikken, testen en gebruiken
grote risico’s met zich mee voor de inzetbaarheid van die middelen. Dit geldt dus
ook voor het verstrekken van informatie omtrent de broncode, de robuustheid en
de daarmee samenhangende veiligheidsvraagstukken. Het kabinet kan hierover
derhalve geen informatie over verstrekken. Het kabinet benadrukt dat er altijd
wordt gehandeld binnen de bestaande wet- en regelgeving.
Voor het opsporen van bepaalde strafbare feiten kunnen op bevel van het
Openbaar Ministerie (OM) bijzondere opsporingsbevoegdheden worden toegepast.
Bij de inzet van dergelijke bevoegdheden dient het belang van de opsporing
proportioneel te zijn aan de inbreuk die de bevoegdheid maakt op de persoonlijke
levenssfeer van de verdachte of derden. Bovendien dient het te verkrijgen bewijs
niet door de inzet van een andere, lichtere bevoegdheid te kunnen worden
verkregen (subsidiariteit). Bij de inzet van ingrijpende bevoegdheden is
machtiging van de rechter-commissaris vereist. De proportionaliteit en
subsidiariteit van de inzet van de bevoegdheid, en het gebruik van het technisch
hulpmiddel dat wordt ingezet ter uitvoering voor de bevoegdheid, worden hierbij
getoetst.
Om de technologische ontwikkelingen op het gebied van cyber security bij te
kunnen houden, onderhoudt de MIVD contacten met een groot aantal spelers in de
publieke en private sector. Deze contacten lopen uiteen van het bezoeken van
beurzen en congressen tot demonstraties van producten bij private partijen. Over
mogelijke contacten van de MIVD met specifieke bedrijven worden in de regel
geen mededelingen gedaan.
Vraag 9
Welke risico’s ziet u voor cyberveiligheid in het bevorderen van het gebruik van
dergelijke spionagesoftware?
Het kabinet stelt voorop dat het gebruik van dergelijke software niet wordt
bevorderd van overheidswege. In algemene zin brengt digitalisering altijd risico’s
met zich mee en bevat software met regelmaat kwetsbaarheden. Dat is voor
spionagesoftware niet anders. Dit onderwerp wordt reeds geadresseerd in het
Cyber Security Beeld Nederland 2017. In lijn met de tweede Nationale Cyber
Security en de Internationale Cyber Strategie kan aangegeven worden dat het
altijd zoeken is naar een balans tussen vrijheid, veiligheid en maatschappelijke (of
economische) groei. Deze balans komt ook terug in eerdere brieven (met o.a. het
kenmerk 2008352) aan uw Kamer inzake de omgang met kwetsbaarheden in harden
software.
Vraag 10
Klopt het dat in het Europees Parlement het stelsel van vergunningen voor
spionagesoftware momenteel wordt herzien zodat tussenhandel mogelijk strafbaar
wordt? Wat is de Nederlandse opstelling hierin?
Op dit moment bespreken de Europese lidstaten het voorstel dat de Europese
Commissie in september 2016 uitbracht voor de herziening van EU Verordening
428/2009. Deze verordening vormt het EU-raamwerk voor exportcontrole van dualuse
goederen en tussenhandeldiensten voor dergelijke goederen.
Tussenhandeldiensten voor dual-use goederen zijn op dit moment niet per se
vergunningplichtig, maar kunnen dat wel zijn. Om dit te beoordelen dienen
Nederlandse bedrijven een mededeling te doen van de tussenhandeldiensten die
zij voornemens zijn te plegen. Nederland acht een dwingende vergunningplicht
voor alle tussenhandeldiensten voor dual-use goederen onwenselijk, maar wil wel
zicht hebben op de te plegen tussenhandeldiensten om deze eventueel
vergunningplichtig te verklaren. In haar voorstel breidt de Commissie de definitie
van tussenhandelaar uit tot bedrijven die gelieerd zijn aan een in de EU gevestigde
onderneming, maar zich buiten de EU bevinden. Daarmee wil de Commissie de
rechtsmacht van de EU exportcontrole autoriteiten vergroten. Nederland hecht in
de onderhandelingen over het voorstel van de Commissie aan regels die helder
zijn richting het bedrijfsleven en aan de uitvoerbaarheid van deze regels.