2017Z15945
Vragen van het lid Leijten (SP) aan de minister van Financiën over de
snelgroeiende handel in Exchange Traded Funds (ETF’s) door de herziene richtlijn
markten in financiële instrumenten (MIFID II). (ingezonden 22 november 2017).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de snelle groei van handel in een bepaald type
beleggingsfondsen (ETF’s) die als doel hebben hetzelfde beleggingsresultaat te
behalen als bepaalde beursindexen?1
Ja.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de groei van deze markt, waarvan ETFGI - het bedrijf dat deze
fondsen volgt - stelt dat er per eind juni 2017 het zesvoudige in is geïnvesteerd ten
opzichte van 2008? Bent u van mening dat deze snelle groei een levensgroot risico
in zich draagt de aanstichter te zijn van een nieuwe crisis?23
Vraag 5
Welke garanties kunnen er geboden worden dat de handel in dergelijke fondsen de
Europese economie niet zal ontwrichten? Kan u uw antwoord toelichten?4
Antwoord op vragen 2 en 5
Exhange-Traded Funds (ETF’s) zijn beleggingsinstellingen die een vooraf
vastgestelde index volgen en daarom vaak als tracker worden aangemerkt. Zo zijn
er bijvoorbeeld de AEX-indextrackers, die de AEX volgt door (vrijwel) exact
dezelfde aandelen, in dezelfde verhouding, op te nemen als de AEX-index.
Indextrackers kunnen naast een index, echter ook bijvoorbeeld een grondstof
(zoals olie) of valutabeweging volgen. In de regel worden de indexen daadwerkelijk
(fysiek) aangehouden door de fondsbeheerder. Er zijn ook mogelijkheden dat de
index synthetisch wordt gerepliceerd. Hiermee wordt een tracker bedoeld die de
rendementen van de onderliggende index nadoet door het aangaan van een
swapovereenkomst, in plaats van het aankopen van de onderliggende stukken van
de index. Bij een swapovereenkomst wordt met de tegenpartij de afspraak
gemaakt dat zij het rendement levert van de gevolgde index. Indextrackers komen
voor in alle soorten en maten, en kunnen sterk afwijkende productkenmerken
hebben.
ETF’s kunnen voor investeerders een interessante belegging zijn omdat tegen
relatief lage kosten gespreid kan worden geïnvesteerd. Kosten van een ETF liggen
doorgaans lager dan kosten voor een actief beheerd beleggingsfonds. Net als elk
beleggingsproduct zitten er ook risico’s aan ETF’s voor zowel de belegger als het
systeem in het geheel. Voor de belegger spelen voornamelijk beleggingsrisico’s die
ook aanwezig zijn bij andere beleggingsproducten, zoals waardefluctuaties en
liquiditeit van de markt. Deze risico’s worden gecommuniceerd in de
fondsdocumentatie en eventueel door de (beleggings)adviseur. Op dit moment lijkt
de omvang te beperkt om de economie te kunnen ontwrichten. Als er al stress in
de markt is, dan zal dat niet voortkomen vanuit ETF’s, maar zullen ETF’s evenals
andere beleggingsproducten de gevolgen daarvan ondervinden. Daarentegen
kunnen ETF’s ook bijdragen aan de financiële stabiliteit. Zo kunnen secundaire
markten in ETF’s in stressomstandigheden liquiditeit bieden en kunnen ETF’s
handelen tegen een korting of een premie, waardoor het risico op een massale
verkoop door investeerders gedempt kan worden.
ETF’s maken inderdaad een sterke groei door. Op basis van data van de Europese
branchevereniging van vermogensbeheerders (EFAMA) blijkt dat de omvang van
(Assets under Management, AuM) wereldwijd 42.000 miljard is. ETF’s vormen met
ongeveer 4.100 miljard AuM nog geen tien procent van de totale omvang. In
Europa is het relatieve aandeel van ETF’s ten opzichte van de totale AuM
overigens kleiner, namelijk ongeveer vier procent. Gegeven de snelle groei van
ETF’s is monitoring van de potentiële risico’s wel nodig. Om deze reden houden
diverse internationale gremia zich bezig met dit onderwerp, zoals de International
Organization of Securities Commissions (IOSCO) en de Europese Effecten- en
Marktenautoriteit (ESMA), maar ook de Autoriteit Financiële Markten (AFM)
monitort de markt.
Vraag 3
Kunt u aangeven hoe u aankijkt tegen de grootte van de markt van ruim 4.100
miljard dollar in het licht van de doelstellingen die beoogd worden met MiFID II, te
weten het transparanter maken van de Europese financiële markten? Hoe
interpreteert u deze wetgeving in relatie tot ETF’s?5
Vraag 4
Deelt u de mening dat de implementatie van MiFID II een onevenwichtige snelle
groei van deze handel in Europa in gang zal zetten? Ziet u dit als een wenselijke
ontwikkeling? Vindt u niet dat wetgeving die een dergelijk risicovol product
stimuleert kritisch onder de loep moet worden genomen?6
Vraag 7
Erkent u dat het opleggen van transparantie voor de handel in de fondsen, één van
de oogmerken van MiFID II, niets toevoegt als de weerslag voor de reële economie
te groot wordt om te kunnen hanteren? Kunt u uw antwoord toelichten?7
Antwoord vragen 3, 4 en 7
MiFID II zorgt voor meer transparantie over (de totale) kosten van
beleggingsdienstverlening en financiële instrumenten.8
Deze transparantie kan
bijdragen aan een toename in de vraag voor ETF’s, aangezien beleggers beter in
staat zullen zijn de totale kosten, en de invloed daarvan op het te verwachte
rendement, van actief beheerde fondsen af te zetten tegen de kosten en het
rendement van ETF’s. Zoals eerder vermeld, zijn de kosten van een ETF doorgaans
lager dan van een actief beheerd beleggingsfonds. Voor Nederland geldt dat er
sprake is van veel regelgeving op het gebied van transparantie over kosten. Het is
niet te voorspellen of de implementatie van MiFID II een onevenwichtige snelle
groei van deze handel in gang zal zetten. Toezichthouders monitoren de
ontwikkeling van de groei van ETF’s. Daarnaast biedt het MiFID II-kader zowel aan
ESMA als de AFM de mogelijkheid om financiële producten van de markt te halen
indien er een significante reden tot bezorgdheid is omtrent de
beleggersbescherming of indien er een bedreiging is voor het ordelijk functioneren
en de integriteit van financiële markten of voor de stabiliteit van (een deel van)
het financiële stelsel.
Vraag 6
Bent u het eens met de stelling dat voor de uitgevers van deze fondsen (ETF’s)
goed bestuur nog amper een onderwerp van gesprek is? Hoe wilt u zorgen voor
een toename van de kwaliteit van deze handel?9
Een van de aandachtspunten bij de groei van passief beleggen, waaronder ETF’s,
is de invloed op de corporate governance. Het aandeel passief beleggen in de
totale omvang van AuM is op dit moment nog te beperkt om hier uitspraken over
te kunnen doen. Uit een recent artikel in The Economist blijkt dat de grote
aanbieders van passieve fondsen, waaronder dus ETF’s, niet actief campagne
voeren om de strategie van een onderneming aan te passen, maar dat ze wel
vaker voor de voorstellen van ‘activisten’ stemmen dan voor de voorstellen van
het bestuur. 10
Vraag 8
Hoe denkt u over het reguleren van de handel in deze fondsen en het aan banden
leggen van flitskapitaal?11
De handel in ETF’s en de handel met behulp van een techniek van hoogfrequente
algoritmische handel (flitshandel) zijn twee aparte onderwerpen, welke beide
overigens (onder andere) door MiFID II gereguleerd worden.
Zoals in antwoord op vragen 2 en 5 al naar voren kwam, zijn ETF’s
beleggingsinstellingen. Het is op grond van de Wet op het financieel toezicht (Wft)
verboden om zonder vergunning van de AFM een beleggingsinstelling te beheren
of rechten van deelneming in een beleggingsinstelling aan te bieden. De
vergunningseisen richten zich met name op het waarborgen van een integere en
beheerste bedrijfsvoering. Afhankelijk van de precieze vorm van de
beleggingsinstellingen vinden de regels hun oorsprong in de richtlijn beheerders
van alternatieve beleggingsinstellingen12 of de richtlijn instellingen voor collectieve
belegging in effecten (icbe’s).13 In beide gevallen geldt een prospectusplicht voor
het aanbieden van deze producten. Aangezien een recht van deelneming in een
beleggingsinstelling kwalificeert als financieel instrument, zal dienstverlening (van
de beheerder of een derde partij) met betrekking tot rechten van deelneming in
een beleggingsinstelling kwalificeren als beleggingsdienst. De regels rond het
verlenen van beleggingsdiensten vinden hun oorsprong in MiFID.14 Het gaat hier
onder andere om regels omtrent zorgvuldige dienstverlening, zoals
informatieverstrekking en “ken uw cliënt”. Dergelijke maatregelen betreffen de
bescherming van beleggers en worden in 2018 aangescherpt met de
inwerkingtreding van het wetsvoorstel ter implementatie van MiFID II.15
Flitshandel, oftewel handel met behulp van een techniek van hoogfrequente
algoritmische handel wordt eveneens gereguleerd door MiFID II. Een
beleggingsonderneming die zich bezighoudt met algoritmische handel dient het
handelsplatform waar zij lid of deelnemer van is in kennis te stellen van het feit dat
zij zich bezighoudt met algoritmische handel. In het geval een
beleggingsonderneming gebruik maakt van een techniek van hoogfrequente
algoritmische handel dient de beleggingsonderneming de gegevens van al haar
geplaatste orders te bewaren en stelt zij deze op verzoek ter beschikking aan de
toezichthouder. Voor alle ondernemingen die hoogfrequente algoritmische handel
toepassen wordt door MiFID II een vergunningplicht geïntroduceerd zodat deze
ondernemingen aan organisatorische eisen zijn onderworpen en onder toezicht
staan.
In het kader van algoritmische handel worden ook eisen gesteld aan
handelsplatformen waar met behulp van algoritmen wordt gehandeld. Zo dient een
exploitant van een handelsplatform erop toe te zien dat zijn handelssystemen naar
behoren zijn getest om aan grotere orderstromen of marktspanningen het hoofd te
kunnen bieden. Ook moeten de handelssystemen zijn toegerust met
handelsonderbrekers (circuit breakers) en dient de exploitant te beschikken over
systemen, procedures en regelingen om de deelnemers en leden te verplichten
algoritmen te testen. Tot slot zal de exploitant van een handelsplatform ervoor
moeten zorgen dat aangegeven wordt welke orders het resultaat zijn van
algoritmische handel (algo flagging), welke algoritmen voor de totstandkoming van
de orders zijn gebruikt en welke personen de orders hebben geïnitieerd.
Vraag 9
Deelt u de mening dat nu de ECB zijn stimulering voortzet en de leningen in de
uitverkoop gaan, het besmettingsgevaar van ETF’s op de rest van de economie
alleen maar groter is geworden?1617
Zoals wordt aangegeven door het Financieel Stabiliteitscomité, de European
Systemic Risk Board (ESRB) en de ECB schuilen er risico’s in de huidige stemming
op de financiële markten. Dankzij het ruime monetaire beleid en de mondiaal
aantrekkende economie heerst op financiële markten een positieve stemming. Dit
uit zich in een lage volatiliteit en stijgende vermogensprijzen. De lage volatiliteit
kan echter een vertekend beeld geven van de risico’s. Zo weten we uit het
verleden dat juist in rustige perioden vaak onevenwichtigheden opbouwen.
Wanneer het marktsentiment plotseling omslaat, bijvoorbeeld door onverwachte
(geo-)politieke gebeurtenissen of een snellere dan verwachte monetaire exit, zijn
scherpe prijscorrecties op financiële markten mogelijk. Ook de Nederlandse
financiële sector is hiervoor kwetsbaar, via bijvoorbeeld verliezen op
herfinancieringsrisico’s (banken). ETF’s zullen als onderdeel van het gehele belegd
vermogen ook geraakt worden door stress op de markt. Het potentiële
besmettingsgevaar van ETF’s staat ook op het netvlies van de eerder genoemde
(inter)nationale toezichthouders, zoals de AFM.
Vraag 10
Bent u de mening toegedaan dat met het aanbieden van Etf’s een bank haar eigen
klanten schept, waarvoor ze vervolgens vrijuit mag speculeren ook al weet de
klant dit niet? Bent u ook van mening dat dit bij een klappende aandelenbubbel
kan leiden tot grote problemen?18
Het klappen van een aandelenbubbel zal brede consequenties hebben, zowel voor
beleggers die direct in aandelen beleggen als voor beleggers in aandelenfondsen,
waaronder ETF’s. Doorgaans volgen ETF’s een bepaalde index door het in
verhouding aankopen van de onderliggende stukken (bijvoorbeeld de aandelen die
samen de AEX bepalen). Er zijn echter ook ETF’s die de rendementen van de
onderliggende index nadoen door het aangaan van een swapovereenkomst, in
plaats van het aankopen van de onderliggende stukken van de index. Bij een
swapovereenkomst wordt met de tegenpartij de afspraak gemaakt dat zij het
rendement levert van de gevolgde index. Dit zijn zogeheten synthetische ETF’s.
Deze zijn op dit moment nog zeer gering in omvang.
Vraag 11
Bent u het eens met de stelling dat de invloed van indexen zich verspreidt naar
vrijwel alle institutioneel beheerde fondsen?19
Institutionele beleggers beleggen in uiteenlopende producten waarbij indexen een
belangrijke rol spelen. Ook hier geldt dat indexfondsen een onderdeel zijn in de
gehele beleggingsportefeuille. ETF’s kunnen daarbij het risico verminderen doordat
via indexfondsen als onderdeel van de gehele portefeuille diversificatie
plaatsvindt.
1 http://marketsmedia.com/mifid-ii-boost-european-ETF’s-2/
2 https://www.nrc.nl/nieuws/2017/08/17/een-frisse-kandidaat-voor-de-volgende-crisis-12556789-a1570161
3 https://fd.nl/economie-politiek/1227817/ongemak-groeit-over-voortdenderende-economie
4 https://www.nrc.nl/nieuws/2017/08/17/een-frisse-kandidaat-voor-de-volgende-crisis-12556789-a1570161
5 https://www.ft.com/content/d24fc1d6–60a1-11e7-8814-0ac7eb84e5f1
6 http://marketsmedia.com/mifid-ii-boost-european-ETF’s-2/
7 http://marketsmedia.com/mifid-ii-boost-european-ETF’s-2/
8 Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor
financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PbEU 2014, L 173).
9 https://www.iexprofs.nl/Column/269614/ETF’s/ETF-industrie-lift-mee-in-strijd-tegen-zwak-bedrijfsbestuur.aspx
10 https://www.economist.com/news/business-and-finance/21731333-criticism-index-tracking-funds-ill-directed
11 https://fd.nl/economie-politiek/1227817/ongemak-groeit-over-voortdenderende-economie
12 Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van
alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de
Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010 (PbEU 2001, L 174).
13 Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke
en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s)
(herschikking) (PbEU 2009, L 302.
14 Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor
financiële instrumenten, tot wijziging van de Richtlijnen 85/611/EEG en 93/6/EEG van de Raad en van Richtlijn
2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 93/22/EEG van de Raad
(PbEU 2004, L 145).
15 Kamerstukken I 2017/18, 34 583, A.
16 https://fd.nl/economie-politiek/1227817/ongemak-groeit-over-voortdenderende-economie
17 https://fd.nl/beurs/1227877/markten-onvoorbereid-op-hogere-inflatie
18 https://fd.nl/economie-politiek/1227817/ongemak-groeit-over-voortdenderende-economie
19 https://www.ft.com/content/53b5b728-a9ae-11e5-9700-2b669a5aeb83