Antwoorden Kamervragen van de staatssecretaris van Justitie en
Veiligheid mede namens de minister van Buitenlandse Zaken en de
minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking op
vragen van de leden Van Dijk en Karabulut (beiden SP) over
reddingsmissies op zee (ingezonden 13 november 2017; nr. 2017Z15197)
Vraag 1
Deelt u de mening dat Libië geen veilig land is, onder andere omdat
vluchtelingen in Libië op grote schaal worden gedetineerd en vanwege
de mensensmokkel die circa 390 miljoen dollar per jaar bedraagt? Deelt
u de mening dat vluchtelingen niet naar Libië (terug)gestuurd kunnen
worden omdat het een schending zou zijn van het principe van nonrefoulement?
Vraag 2
Erkent u dat de Europese Unie (EU) investeert in training van de Libische
kustwacht en daarmee ondersteuning verleent aan “pull back operaties”
waardoor vluchtelingen in Libië vast komen te zitten?
Vraag 3
Deelt u de mening - gezien het voorgaande - dat de EU medeplichtig is
aan het terugsturen van vluchtelingen naar een onveilig land? Welke
stappen onderneemt u om hiermee te stoppen?
Antwoorden op vraag 1, 2 en 3
Het kabinet deelt de mening dat Libië geen veilig land is. De omstandigheden voor
vluchtelingen en migranten zijn slecht. Samen met UNHCR en IOM wordt daarom
gewerkt aan de verbetering van deze omstandigheden, registratie en toegang tot
medische zorg en voedselvoorziening. Nederland dringt zowel in bilateraal als in
multilateraal verband bij de Libische autoriteiten aan op verbetering van de
opvang, het aanpakken van straffeloosheid en toegang voor internationale
organisaties tot de detentiecentra in Libië. Daarnaast werken Nederland en de EU
samen met de Internationale Organisatie voor Migratie aan de vrijwillige terugkeer
van migranten naar het land van herkomst. Dat werpt vruchten af: steeds meer
migranten kiezen ervoor om vrijwillig terug te keren naar hun thuisland (in 2017 al
meer dan 11.000 vanuit Libië).
Uiteindelijk vereist een duurzame oplossing het voorkomen dat migranten
überhaupt de noodzaak voelen om via Libië de reis naar Europa te wagen met alle
risico’s van dien. De aanpak van grondoorzaken, informatiecampagnes en de strijd
tegen mensensmokkel en -handel zijn dan ook integraal onderdeel van de
Nederlandse inzet. Daarbij blijft Nederland zich inzetten voor stabilisatie van Libië
door o.a. capaciteitsopbouw van lokale overheden, het bij elkaar brengen van de
strijdende partijen in Libië onder leiding van de VN en het faciliteren van
veiligheidsdialogen.
In het kader van zijn wettelijke taak voert de Libische kustwacht controle uit over
de territoriale wateren van Libië en coördineert hij reddingsoperaties in het door
Libië ingestelde opsporings- en reddingsgebied dat ook buiten de territoriale
wateren ligt. Wanneer de Libische Kustwacht in dit kader migranten onderschept
en drenkelingen redt, ligt het in de rede dat zij in Libië aan wal worden gebracht.
Van terugsturen van vluchtelingen naar Libië door de EU is geen sprake. De
Europese Unie investeert in training van de Libische kustwacht als onderdeel van
de opbouw van de Libische staat. Bij deze training is er ook aandacht voor
mensenrechten.
Vraag 4
Kent u het artikel ‘The Central Mediterranean: European Priorities,
Libyan Realities’?
Ja.
Vraag 5
Hoe verklaart u de drastische verlaging van de migratiestroom uit Libië
sinds juli 2017, terwijl de migratiestroom naar Libië nauwelijks is
afgenomen en het aantal vluchtelingen in officiële detentiecentra niet is
toegenomen? Is het mogelijk dat de vluchtelingen zich bevinden in de
handen van mensenhandelaren?
Sinds juli 2017 zijn de irreguliere aankomsten van migranten in Italië vanuit Libië
afgenomen, ten opzichte van 2016. Niet uitgesloten kan worden dat zich
vluchtelingen bevinden onder deze migranten. Redenen voor deze afname zijn de
geïntensiveerde inspanningen van de EU en de lidstaten op de gehele centrale
mediterrane route, die er onder andere toe geleid hebben dat minder migranten
via Agadez naar Libië reizen en meer migranten met hulp van IOM naar hun land
van herkomst terugkeren. Ook wordt intensief samengewerkt met nationale en
lokale Libische autoriteiten om mensensmokkel tegen te gaan. Mede daardoor
treedt de Libische kustwacht intensiever op in haar opsporings- en
reddingsgebied.
Libië is een door conflict verscheurd land waar een veelheid aan actoren actief is
en waar effectief centraal gezag ontbreekt. Het is dan ook mogelijk dat
mensenhandelaren hier misbruik van maken. Berichtgeving van CNN, waarover u
eveneens vragen1
hebt gesteld, illustreert dit.
Vraag 6
Deelt u de mening dat het onacceptabel is dat als zich
mensensmokkelaars bevinden onder de Libische kustwacht, die
gefinancierd wordt door de EU? Wat wordt er momenteel gedaan om te
zorgen dat de Libische kustwacht vrij is van dergelijke corruptie?
De leden van de Libische kustwacht die door de EU worden getraind ondergaan
een uitgebreide vetting-procedure, die onder ander wordt uitgevoerd in
samenwerking met EUROPOL en de inlichtingendiensten van Italië en het Verenigd
Koninkrijk. Voorts monitort de EU maritieme operatie EUNAVFOR MED Sophia het
optreden van de Libische kustwacht door verzameling van informatie, monitoring
op afstand en overleg met de Libische autoriteiten. De monitoring is onder meer
gericht op:
activiteiten van de eenheden van de Libische kustwacht, inclusief hun vertreken
aankomsttijden, operatiegebied en inzet;
informatie over het geheel van het opereren van de Libische kustwacht; en
periodieke overleggen tussen de vertegenwoordigers van de operatie en de
Libische kustwacht om de rapportage van de gemonitorde inzet te bespreken.
Zorgen over mogelijke corruptie en infiltratie van mensensmokkelaars in de
Libische kustwacht kaarten Nederland en de EU aan in het kader van de dialoog
met de Libische kustwacht, waaronder tijdens de bovengenoemde periodieke
overleggen.
Vraag 7
Klopt het dat de Libische kustwacht vluchtelingen dwong om mee terug
te gaan naar Libië tijdens een reddingsactie door Sea-Watch op
internationale wateren, met als gevolg vijf dode migranten? 3)
Vraag 8
Deelt u de mening dat de Libische kustwacht niet de rechtsmacht heeft
om vluchtelingen vanuit reddingsboten terug te nemen uit internationale
wateren?
Vraag 9
Wat is het verdere verloop van deze zaak?
Vraag 12
Heeft u contact gehad met Italië over dit incident? Zo ja, wat is er
besproken? Zo nee, bent u bereid om te vragen welke bewijzen er zijn
voor relaties tussen ngo’s en mensensmokkelaars?
Antwoorden op vraag 7, 8, 9 en 12
Naar de nadere toedracht van het door u genoemde incident doen de lokale
Italiaanse autoriteiten onderzoek. Nederland houdt contact met hen hierover.
Op basis van het zeerecht hebben alle schepen een plicht om hulp te verlenen aan
eenieder die zij op zee in levensgevaar aantreffen, zoals hier het geval was. De
Libische kustwacht heeft een reddingsoperatie uitgevoerd en de geredde
personen mee terug genomen naar Libië. De geredde personen vielen onder de
rechtsmacht van Libië. Bij het uitvoeren van een reddingsoperatie dienen de
mensenrechten van de te redden personen te worden gerespecteerd.
Vraag 10
In hoeverre worden reddingsboten van ngo’s tegengewerkt door zowel
de Libische kustwacht als de Italiaanse inlichtingendiensten?
Om de samenwerking te verbeteren heeft Italië met betrokkenheid van de
Europese Commissie en Frontex en in samenwerking met een aantal ngo’s een
gedragscode opgesteld voor reddingsoperaties op de Middellandse Zee. Hiermee
hebben ngo’s zich onder andere gecommitteerd aan de afspraak om de Libische
territoriale wateren niet te betreden, tenzij sprake is van een acute noodsituatie.
De Libische autoriteiten zijn ten slotte primair verantwoordelijk voor de gang van
zaken in de Libische territoriale wateren en ten aanzien van reddingsoperaties in
het Libische opsporings- en reddingsgebied dat daar deels buiten ligt. De
afspraken in de gedragscode moeten voorkomen dat er informatie verloren gaat
die essentieel is in de strijd tegen criminele organisaties die zich onder andere
met mensensmokkel bezighouden en dat deze organisaties misbruik maken van
de reddingsoperaties door ngo’s. De gedragscode zou ook moeten leiden tot meer
inzicht in de wijze waarop reddingsoperaties worden uitgevoerd en hoe deze
gefinancierd worden. Ook is opgenomen dat ngo’s, op verzoek van de competente
nationale autoriteiten, in zullen stemmen met het toelaten van
opsporingsambtenaren op de schepen ten behoeve van onderzoek naar criminele
organisaties die zich onder andere bezighouden met mensensmokkel- en handel.
Vraag 11
Klopt het dat de Italiaanse inlichtingendienst het reddingschip van Save
the Children heeft geïnfiltreerd in een poging om aantijgingen van
samenwerking met smokkelaars hard te maken? Zo ja, vindt u dit
aanvaardbaar?
Nederland kan geen informatie verstrekken over buitenlandse onderzoeken.
1 Kamervragen met kenmerk 2017Z15767