Beantwoording Kamervragen van het lid Laçin (SP) over
concurrentie op het spoor
Vraag 1
Kent u het het artikel ‘Duitse aanval op NS’?1
Ja.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de uitspraken van de directeur van het Duitse Arriva? Hoe
beoordeelt u zijn oproep om het volledige Nederlandse openbaar vervoer te
liberaliseren?
Ik zie de uitspraken van de directeur van Arriva als een wens van een van de
belanghebbenden om het openbaar vervoer te liberaliseren. Het staat eenieder vrij
om zijn belangen te behartigen, ook in de media. Zoals ik in de brief in reactie op
het rapport Kiezen voor een goed spoor heb aangegeven, die ik u mede namens
de minister van Financiën en de staatssecretaris van Economische Zaken en
Klimaat heb toegezonden, wil ik een keuze over marktordening en sturing op het
spoor in 2020 zorgvuldig en stapsgewijs maken en daarbij samen met partijen uit
de sector, de decentrale overheden en de reizigersorganisaties optrekken. De
belangen van de reiziger moeten voorop staan. Maar de reizigersbelangen moeten
ook in een breder kader afgewogen worden. Financiële aspecten en dus de
belangen van de belastingbetaler spelen eveneens een rol.
Vraag 3
Hoe rijmt u deze oproep met het rapport van Ecorys en Arcadis in opdracht van uw
ministerie uit 2011 naar decentralisatie van het spoor, waarin wordt gesteld dat
losknippen van treindiensten uit het hoofdrailnet veel nadelen voor reizigers heeft
(onder andere meer overstappen, hogere kosten) en weinig reizigersvoordelen
oplevert?2
In het rapport Kiezen voor een goed spoor uit 2017 hebben de onafhankelijke
onderzoeksleiders Van der Vlist en Van den Berg verschillende scenario’s voor
marktordening op het spoor onderzocht, waaronder een scenario waarbij sprake is
van (volledige) concurrentie. Zij hebben bij elk van de scenario’s voor zover
mogelijk in kaart gebracht welke effecten een scenario met zich mee brengt. De
onderzoeksleiders hebben daarbij gebruik gemaakt van de bestaande literatuur,
zoals ook het rapport van Ecorys en Arcadis. Bij de keuze over marktordening en
sturing op het spoor in 2020 zal ik (onder meer) gebruik maken van het rapport
Kiezen voor een goed spoor en op (volledige) concurrentie ingaan.
Vraag 4
Hoe gaat u nu en in de toekomst voorkomen dat buitenlandse, commerciële
partijen hier alleen komen voor “omzetverhoging van 40%”, zoals de voorman van
de dochteronderneming van Deutsche Bahn stelt?
Ik vind dat we het belang van de reiziger voorop moeten stellen. Die moet snel,
comfortabel en veilig van A naar B kunnen reizen. Uiteraard moet daarbij niet het
belang van de belastingbetaler uit het oog worden verloren. Dit vormt voor mij het
uitgangspunt bij de keuze over de marktordening en sturing op het spoor. Of dit
het beste bereikt kan worden met meer concurrentie op het spoor of juist niet, is
onderwerp van de keuze voor marktordening en sturing op het spoor.
Vraag 5
Bent u bereid deze vragen te beantwoorden voorafgaand aan het algemeen
overleg Spoor van 30 november 2017?
Ja.
1 De Telegraaf, 22 november 2017: “Duitse aanval op NS”
2 “Onderzoek naar de reikwijdte van het hoofdrailnetwerk en de samenloop”, 26 mei 2011