Beantwoording schriftelijke vragen over kerncentrales in België
Hierbij ontvangt u mede namens de staatssecretaris van Infrastructuur en
Waterstaat mijn antwoord op de vragen van de leden Ploumen en Moorlag (PvdA)
die gesteld zijn over het bericht dat België zijn kerncentrales langer zou
openhouden (ingezonden 17 november 2017).
1
Kent u het bericht "België moet kerncentrales Tihange en Doel mogelijk langer
openhouden"?
Ja.
2
Kunt u bij uw Belgische ambtsgenoot informeren of het waar is dat onder andere
de kerncentrales van Tihange en Doel mogelijk ook na 2025 nog open moeten
blijven en kunt u de Kamer hierover informeren?
3
In hoeverre wijkt het openhouden van deze kerncentrales na 2025 af van eerdere
voornemens of beloften van de Belgische regering om de centrales te sluiten?
Antwoord 2 en 3
In het Belgische regeerakkoord is opgenomen dat de regering de noodzakelijke
maatregelen zal treffen om de kernuitstap in 2025 mogelijk te maken. Momenteel
onderhandelen de federale en gewestelijke ministers van Energie van België over
een nieuw af te sluiten energiepact. Deze onderhandelingen worden naar
verwachting deze maand afgerond. Onderdeel van het energiepact is het
vaststellen van een langere termijn visie (2030 en 2050) van de Belgische
energiemix.
Het is nog onduidelijk of en zo ja in hoeverre daarin wordt vastgehouden aan het
huidige federale regeerakkoord over de geplande kernuitstap tegen 2025.
Nederland wacht de resultaten van deze onderhandelingen af en gaat vooralsnog
uit van de afspraken in het regeerakkoord.
4
Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat deze kerncentrales langer open
blijven? Zo ja, waarom en wat gaat u doen om de Belgische regering ertoe aan te
zetten om deze centrales wel tijdig te sluiten? Zo nee, waarom niet?
5
Hoe verhoudt het langer openhouden van de kerncentrale van Tihange zich tot de
wens van de Kamer dat de Nederlandse regering bij de Belgische regering op
sluiting van deze kerncentrale aandringt? 2) Deelt u de mening dat het mogelijk
langer openhouden van deze kerncentrale nog meer dan voorheen het belang
benadrukt dat u bij de Belgische regering aandringt op sluiting? Zo ja, waarom en
hoe gaat u dit opnieuw namens de Nederlandse regering duidelijk maken? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 4 en 5
Een veilige exploitatie van kerncentrales is voor Nederland leidend. De veiligheid
van de Belgische centrales is op de eerste plaats een Belgische
verantwoordelijkheid. Nederland volgt de ontwikkelingen met betrekking tot de
veiligheid van de kerncentrale in Tihange op de voet. Ter opvolging van de motie
Wassenberg (Kamerstuk 25422, nr. 189) heeft de minister van Infrastructuur en
Milieu de verantwoordelijke Belgische minister, minister Jambon, geïnformeerd
over het dringende verzoek van de Tweede Kamer om de kerncentrale in Tihange
zo snel mogelijk te sluiten. Daarnaast heeft de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en
Stralingsbescherming (ANVS) onlangs zijn samenwerking met de Belgische
toezichthouder, het Federaal Agentschap Nucleaire Controle (FANC),versterkt door
het tekenen van een overeenkomst die gericht is op intensivering van
samenwerking waar het de grensoverschrijdende veiligheidsgerelateerde aspecten
van kerncentrales betreft.
Zoals de Minister van Infrastructuur en Milieu in haar Kamerbrief (Kamerstuk
25422, nr. 206) van 14 september jl. heeft aangegeven is er op dit moment
feitelijk geen aanleiding om te twijfelen aan de veiligheid van de reactor in
Tihange.
De exacte invulling van de energiemix is op de eerste plaats een nationale
bevoegdheid. In België verzorgen de zeven kernreactoren circa 60% van de
Belgische elektriciteitsopwekking. Verbetering en uitbreiding van de
interconnectiecapaciteit van België met haar buurlanden vergroot de mogelijkheid
dat import van elektriciteit de weggevallen productie (deels) kan vervangen. De
Nederlandse en Belgische elektriciteitsmarkt zijn al goed met elkaar verbonden
door middel van fysieke interconnecties. Daarnaast is verbetering en uitbreiding
van de interconnectiecapaciteit staand beleid.
6
Bent u bereid om deze problematiek in Europees verband te bespreken? Zo ja, hoe
en op welke termijn gaat u dit doen? Zo nee, waarom niet?
Conform de EU-verordening inzake de governance van de Energie Unie dienen alle
EU-lidstaten een integraal nationale energie en klimaatplan (INEK) op te stellen
waarin zij aangeven welke bijdrage zij zullen leveren om de Europese 2030
doelstellingen voor hernieuwbare energie, energie-efficiëntie en het verminderen
van broeikasgasemissies te behalen. Eén van de verplichtingen die lidstaten bij
het opstellen van hun INEK hebben is om buurlanden voorafgaand aan indiening te
consulteren over de voorgestelde doelen en maatregelen die zij in hun INEK
voorstellen. Lidstaten dienen vervolgens in hun INEK aan te geven wat zijn met de
inbreng die uit deze consultatie volgt hebben gedaan. Hiernaast hebben de
voorgaande minister van Economische Zaken en de Belgische minister van
Energie Marghem een Memorandum of Understanding (MoU) ondertekend waarin
beide landen onder meer hebben vastgelegd om verder te investeren in
marktintegratie en verdere uitbreiding van interconnectiecapaciteit. De
Nederlandse en Belgische landelijke hoogspanningsnetbeheerders (TenneT en Elia)
werken intensief samen aan projecten om de bestaande interconnectie beter te
benutten, maar ook aan een uitbreiding van de interconnectiecapaciteit.
Nederland zal deze mogelijkheden komend jaar benutten om ook op Europees
niveau en bilateraal het nationaal beleid en maatregelen van onze buurlanden te
bespreken.