Vragen van de leden Voortman en Özdil (Groen Links) aan de minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht ‘Studentensteden
sturen brandbrief over huisjesmelkers’ (ingezonden 17 november 2017).
Vraag 1
Kent u het bericht ‘Studentensteden sturen brandbrief over huisjesmelkers’? 1)
Ja
Vraag 2
Herkent u het beeld dat dat huisjesmelkers misbruik maken van het grote
kamertekort?
Vraag 4
Hebt u kennisgenomen van de stelling van de Landelijke Studentenvakbond
(LSVb) dat uit onderzoek blijkt dat studenten gemiddeld € 100 tot € 160 teveel
betalen voor een kamer, maar dat studenten hier, mede vanwege het grote tekort
aan kamers, weinig tegen kunnen of durven doen? Welke mogelijkheden hebben
studenten zelf om hier tegen op te komen? Herkent u het beeld dat studenten
vaak uit vrees om helemaal geen kamer te hebben, zich neerleggen bij te hoge
huren?
Antwoord 2 en 4
Ik herken het gegeven dat schaarste op de woningmarkt kan leiden tot oplopende
prijzen. Het huurrecht is overeenkomstenrecht, en hierbij geldt in principe
contractsvrijheid. Huurders kunnen echter, indien gewenst, een beroep doen op
de huurprijsregelgeving, eventueel via de Huurcommissie.
Ik herken tevens het beeld dat studenten zich soms nodeloos neerleggen bij een
huur die hoger is dan de maximale huur op grond van het
woningwaarderingsstelsel (wws). Dat kan zijn omdat hen onvoldoende duidelijk is
hoe zij hiertegen actie kunnen ondernemen, omdat zij dit te lastig vinden of omdat
zij repercussies vrezen. Zo is het niet altijd bekend dat een geschil over de hoogte
van de huur geen legitieme opzeggingsgrond is voor een verhuurder. Met het oog
hierop ben ik, zoals in mijn brief van 6 juli over voorlichting aan huurders en
verhuurders over huurrechten en de Huurcommissie aangekondigd (Kamerstukken
II 2016/2017, 27 926, nr. 280), op 24 november gestart met een landelijke
campagne ‘Wegwijs met je huurprijs’, speciaal gericht op studenten. Hier wordt
studenten een handelingsperspectief geboden en gewezen op het belang van
overleg met de verhuurder en het samen optrekken met medehuurders.
Huurders kunnen, wanneer zij vermoeden dat zij een huurprijs betalen die hoger is
dan de maximale huurprijs die op grond van het wws voor hun woning of kamer
geldt, de huurprijscheck op de website van de Huurcommissie invullen. Indien hun
huurprijs de maximale huur daadwerkelijk lijkt te overschrijden kunnen zij hun
verhuurder verzoeken om huurverlaging. Indien deze hiermee niet instemt kunnen
huurders de Huurcommissie verzoeken om een uitspraak te doen over de hoogte
van de huur. De Huurcommissie is een laagdrempelige voorziening voor geschillenbeslechting. De huurder betaalt € 25,- aan leges, maar krijgt die bij 2017-0000611641
gelijk weer terug. Ook kunnen huurders binnen zes maanden na ingang van hun
huurovereenkomst de aanvangshuurprijs laten toetsen door de Huurcommissie.
Vraag 3
Wat is de actuele stand van zaken van de vraag naar en het aanbod van
studentenhuisvesting? Kunt u dit per studentenstad aangeven?
Zoals ik eerder heb aangegeven in antwoord op Kamervragen
van de leden Van Meenen en Van Eijs (D66) (2017Z12177), zijn er geen exacte
standen per stad te geven als het gaat om de vraag naar en het aanbod van
studentenhuisvesting. Wel zijn er in de Landelijke monitor studentenhuisvesting
2016 gegevens beschikbaar over het verschil tussen het huidig aantal uitwonende
studenten en het aantal studenten dat in een stad wenst te wonen. Ondanks dat
deze cijfers niet gelijk staan aan de vraag en het aanbod in een stad van
studentenhuisvesting, geven ze wel een indicatie in hoeverre er sprake is van
krapte op de woningmarkt per stad. Aangezien om cijfers is gevraagd is hier niet
een tabel uit de nieuwste Landelijk monitor studentenhuisvesting weergegeven,
daarin is namelijk alleen een drukte-indicator opgenomen zonder aantallen. Zie
onderstaande tabel uit de Landelijke monitor studentenhuisvesting 2016.
Het is moeilijk om toevoegingen aan de woningvoorraad onder te verdelen in een
deel regulier en een deel studentenhuisvesting. Wel heb ik gegevens die uit het
actieplan studentenhuisvesting 2003-2010 en het landelijk actieplan
studentenhuisvesting 2011-2016 voortkomen.
In het actieplan studentenhuisvesting 2003 -2010 is de ambitie opgenomen van
de in Kences deelnemende corporaties om voor 2010 12.000 eenheden
studentenhuisvesting aan de bestaande voorraad toe te voegen. De uitvoering
hiervan is voortvarend ter hand genomen. Uiteindelijk zijn er door de Kencesleden
16.800 eenheden studentenhuisvesting gerealiseerd en zaten er destijds nog
2.000 extra eenheden in het vat.
Ten aanzien van de doelstelling uit het Landelijk actieplan studentenhuisvesting
2011-2016 van het realiseren van studenteneenheden door studentenhuisvesters
(verenigd in Kences) heb ik u in de voortgangsrapportage van september 2015 (TK
2015-2016, 33 104, nr. 10) gemeld dat de realisatie van extra eenheden naar
verwachting uitkomt op 17.708. Dit is exclusief de 9.142 in voorbereiding zijnde
eenheden. Daarnaast bouwden ook private partijen en andere
woningbouwcorporaties studentenwoningen. Uit cijfers van 2015 blijkt dat naar
verwachting het totaal aantal opgeleverde (10.663) en in aanbouw zijnde (1.921)
eenheden van de niet-Kencesleden uitkomt op 12.584.
Ik beschik niet over de raming van de bouwproductie van studenteneenheden per
stad. Wel probeer ik om hier meer inzicht in te krijgen. Zo ben ik samen met OCW
reeds in gesprek met verschillende kennisinstellingen, Kences en de VSNU om
meer inzicht te krijgen in de specifieke opgave die er ligt voor de huisvesting van
internationale studenten en hoe alle partijen hier gezamenlijk iets aan kunnen
doen. Daarbij zet ik in op het bevorderen van de afstemming tussen
kennisinstellingen, gemeenten en studentenhuisvesters, met als doel dat alle
partijen van elkaars ambities op de hoogte zijn en dat partijen deze ambities
kunnen vertalen naar wat er in de praktijk nodig is ten aanzien van huisvesting.
Vraag 5
Welke mogelijkheden hebben gemeenten nu om huisjesmelkers aan te pakken?
Diverse gemeenten hebben gemeentelijke huurteams ingesteld waarbij huurders
terecht kunnen bij problemen met de woning of met de verhuurder en die
huurders de weg wijzen naar de Huurcommissie of rechter. Gemeenten geven ook
voorlichting, evenals belangenorganisaties van huurders en studenten.
Wanneer een verhuurder niet alleen een (te) hoge huur vraagt, maar de huurder
ook intimideert of bedreigt is het strafrecht van toepassing en kan een huurder de
politie inschakelen.
Bij overbewoning, slechte brandveiligheid, ongeoorloofde verkamering en
dergelijke kan de gemeente daarnaast bestuursrechtelijk ingrijpen op grond van
Huisvestingswet, bestemmingsplan of Bouwbesluit.
Vraag 6
Bent u bereid om op het verzoek van de wethouders van de studentensteden in te
gaan en hen meer bevoegdheden te geven om ongewenst gedrag van
huisjesmelkers aan te pakken? Zo ja welke mogelijkheden bovenop de bestaande
mogelijkheden wilt u hen geven? Zo neen, waarom niet?
Uiteraard ben ik bereid om met de wethouders in overleg te gaan over dit thema.
In dit overleg kan bepaald worden of en welke mogelijkheden boven op de
bestaande mogelijkheden wenselijk en haalbaar zijn.
Vraag 7
Bent u bereid deze vragen te beantwoorden voor het wetgevingsoverleg wonen en
ruimtelijke ordening?
Ja