Antwoorden op Kamervragen van het Kamerlid Van den Berg-Jansen (CDA) over de
uitzending van Kassa ‘Nabestaanden dupe van niet-transparante
uitvaartondernemers’ . (2017Z14835)
1
Heeft u de uitzending van Kassa over “Nabestaanden dupe van niet-transparante
uitvaartondernemers “ van 4 november 2017 gezien? Zo ja, wat vindt u daarvan?
Ja. In de uitzending komen verschillende vraagstukken aan de orde die elk om een
eigen oplossing vragen. Rode draad daarbij is goede communicatie en
informatievoorziening tussen nabestaanden en de uitvaartondernemers /
mortuariumbeheerders.
2
Wat vindt u van de regeling dat ziekenhuizen drie uur verantwoordelijk zijn voor de
zorg voor de overledenen en deze zorg vervolgens overdragen naar een
commerciële uitvaartondernemer zonder dat de nabestaanden hiervan op de
hoogte zijn?
Als een patiënt in het ziekenhuis komt te overlijden, zal de
verpleging zorg dragen voor de laatste verpleegkundige verzorging
van de overledene. Aansluitend zal de overledene om redenen van hygiëne na 3
uur worden overgebracht naar een mortuarium, tenzij hierover andere afspraken
zijn gemaakt. Zoals de uitzending laat zien, zal de zorg voor overledenen in een
aantal gevallen moeten starten zonder dat de nabestaanden op de hoogte zijn. Op
het moment dat nabestaanden geïnformeerd zijn door de uitvaartondernemer,
dienen zij volledige openheid van zaken te krijgen en hebben zij keuzevrijheid ten
aanzien van de invulling van de verdere zorg voor de overledene.
Nabestaanden zijn vervolgens vrij in hun keuze van de uitvaartondernemer. Zij
zouden zich niet gedwongen moeten voelen om een bepaalde keuze te maken. Ik
begrijp uit de signalen dat dit toch voorkomt en daarom vind ik het belangrijk dat
de uitvaartsector dergelijke situaties voorkomt en haar verantwoordelijkheid hierin
neemt.
De Branchevereniging Gecertificeerde Nederlandse Uitvaartondernemingen
(BGNU) heeft mij laten weten dat zij samen met de Vereniging van
Mortuariumbeheerders in de Gezondheidszorg (VMG) de bestaande werkafspraken
met elkaar aanscherpen, de brochure voor patiënten gaan verhelderen en dat
voorlichting aan het publiek zal worden gegeven. Tevens vindt overleg plaats over
uitbreiding van het Keurmerk Uitvaartzorg met objectieve
toetsingscriteria voor mortuariumbeheerders.
3
Wat vindt u ervan dat commerciële uitvaartondernemingen mortuariumruimte
huren in ziekenhuizen of instellingen?
Zij hebben de mogelijkheid om die keuze te maken en er zijn geen formele
beletsels.
4
Deelt u de mening dat nabestaanden zich vervolgens gedwongen kunnen voelen
deze uitvaartondernemer de laatste zorg (wenselijke zorg) te laten uitvoeren? Zo
ja, kunt u in gesprek gaan met ziekenhuizen en zorgverzekeraars over dit punt?
Zie mijn antwoord op vraag 2.
5
Kunt u aangeven of mortuariumkosten moeten worden betaald door nabestaanden
indien voorafgaand aan het verlenen van diensten, waarvoor achteraf kosten in
rekening worden gebracht, er geen overeenkomst (inclusief informatie over de
financiële gevolgen van die overeenkomst) is gesloten tussen nabestaanden en
opdrachtnemer? Zo ja, waarom zouden in deze situatie deze kosten moeten
worden betaald?
6
Hebben nabestaanden mogelijkheden om de mortuariumkosten, waarvoor zij geen
toestemming hebben gegeven, niet te betalen? Zo ja, welke?
5 en 6.
Ik heb vernomen van de sector dat het gebruikelijk is dat de mortuariumbeheerder
de kosten voor het mortuarium factureert aan de uitvaartondernemer die door de
nabestaanden is gekozen. De nabestaanden moeten hierover duidelijk
geïnformeerd worden. Dat het mortuarium door haar gemaakte kosten in rekening
brengt, lijkt mij niet onredelijk mits de nabestaanden hierover vooraf duidelijk
worden geïnformeerd.
Het mortuarium mag geen kosten maken die niet nodig zijn zonder de
nabestaanden hierover te hebben geïnformeerd en hiervoor vooraf expliciete
toestemming van de nabestaanden te hebben verkregen.
7
Is het reëel dat nabestaanden klachten over postmortale kosten moeten indienen
bij een partij waarmee geen overeenkomst is gesloten?
8
Bij welke instantie kunnen nabestaanden terecht als mortuariabeheerders hun
verantwoordelijkheid niet nemen doordat zij achteraf kosten in rekening brengen
zonder dat er een overeenkomst is afgesloten tussen nabestaanden en
opdrachtnemer?
7 en 8.
Het aanspreekpunt voor nabestaanden is de uitvaartverzorger. Nabestaanden
kunnen klachten het beste indienen bij de veroorzaker van de klacht ongeacht of
hier een overeenkomst mee gesloten is. Wanneer nabestaanden een beroep willen
doen op bepaalde rechten die zij hebben ten aanzien van informatievoorziening en
duidelijkheid over kosten, dan dienen zij zich te wenden tot degene met wie zij een
overeenkomst hebben gesloten.
Wanneer zij samen niet tot een oplossing komen, dan kunnen nabestaanden
gebruik maken van de klachtmogelijkheid van de Stichting Klachteninstituut
Uitvaartwezen. Uiteraard staat ook de gang naar de rechter open.
9
Op welke wijze zou de informatievoorziening van ziekenhuizen en verpleeghuizen
ten aanzien van de mortuariumkosten kunnen worden verbeterd? Bent u bereid
om met hen hierover in gesprek te gaan?
Zoals uit de uitzending blijkt, kunnen de verschillen van inzicht tussen
uitvaartondernemers en nabestaanden, zich ook voordoen buiten instellingen. De
kern van de oplossing ligt in goede communicatie tussen die partijen. Het is aan
uitvaartondernemers en mortuariumbeheerders om tijdig te communiceren met de
nabestaanden zodra die in beeld zijn. Zoals gezegd vind ik het belangrijk dat de
uitvaartsector haar verantwoordelijkheid hierin neemt en zij heeft mij laten weten
dit op te pakken. Zie in dit kader mijn antwoord op vraag 4.