Antwoord op vragen van de leden Kuiken en Van den Hul over de stijging van het aantal aangiften voor seksueel misbruik

Vragen van het lid Kuiken en Van den Hul (beiden PvdA) aan de minister van Justitie en Veiligheid over de stijging van het aantal aangiften voor seksueel misbruik (ingezonden 10 november 2017, 2017Z15121 )



1 Kent u het bericht “NPB: “Politie overspoeld door “#metoo” aangiften””? 1)
Ja.

2 Kent u ook signalen dat het aantal aangiften wegens verkrachting of seksueel misbruik de afgelopen weken is toegenomen? Zo ja, waar bestaan die signalen uit? Zo nee, waarom niet en kunt u dit laten onderzoeken?

3 Deelt u de mening dat dankzij “#metoo” slachtoffers van seksueel misbruik nu wel het besluit nemen om aangifte te doen? Zo ja, hoe komt het dat het aantal aangiften voor die tijd lager was? Zo nee, waarom neemt het aantal aangiften dan wel toe?

4 Deelt u de mening dat, gezien het feit dat het aantal aangiften de afgelopen jaren daalde en het nu wel toeneemt, dit tenminste een indicatie is dat de drempel om aangifte te doen in het verleden als te hoog werd ervaren? Zo ja, waarom en wat gaat u doen om de aangiftebereidheid blijvend te bevorderen? Zo nee, waarom niet?

5 Is het waar dat vanwege de stijging van het aantal aangiften er nog meer aangiften op de plank blijven liggen? Zo ja, deelt u de mening dat dit onwenselijk is en wat gaat u op korte termijn doen om dit te verbeteren? Zo nee, waarom niet?

6 Deelt u de mening, geuit door de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen, dat er meer capaciteit bij de zedenrecherche moet komen om tegen seksueel geweld te kunnen optreden? Zo ja, hoe gaat u hiervoor zorgen en op welke termijn? Zo nee, waarom niet?

Antwoord op vraag 2, 3, 4 ,5 en 6
De publieke aandacht rondom seksueel grensoverschrijdend gedrag draagt er op dit moment aan bij dat slachtoffers van seksueel grensoverschrijdend gedrag zich gehoord en gesterkt voelen. Dit is belangrijk, want de gevolgen voor seksueel misbruik kunnen ingrijpend en langdurig zijn voor een slachtoffer en diens omgeving. Slachtoffers kunnen altijd melding doen van een strafbaar feit. Een slachtoffer kan terecht bij de politie of een van de Centra Seksueel geweld (CSG’s). Bij de politie zijn in de periode januari 2017 tot en met oktober 2017 3942 informatieve gesprekken gevoerd (tegenover 3954 in 2016 in dezelfde periode), 2188 aangiften gedaan (tegenover 2329 in 2016 in dezelfde periode) en 8231 zaken in onderzoek genomen door de zedenteams (tegenover 8152 in 2016). Het Fonds Slachtofferhulp heeft laten weten dat het aantal personen dat met het landelijke telefoonnummer van het CSG heeft gebeld ruim is verdubbeld sinds de aanvang van de #MeToo beweging. Het is niet te duiden hoeveel meldingen, aangiften en zaken direct verband houden met de #MeToo-beweging. Evenals in 2016 slaagt de politie er in om 80% van de zedenzaken binnen zes maanden na aangifte aan het Openbaar Ministerie (OM) voor te leggen. In alle politie-eenheden zijn gespecialiseerde zedenteams actief en met 614 gespecialiseerde zedenrechercheurs is er op dit moment voldoende capaciteit. Alle zedenzaken worden aangestuurd en beoordeeld door zedenofficieren en waar nodig vindt centrale afstemming en coördinatie plaats onder regie van de landelijke zedenofficier. Het is uiteindelijk aan het OM om te bepalen of er voldoende aanknopingspunten zijn om een strafrechtelijk onderzoek in te stellen en zaken voor de rechter te brengen. Ik verwijs tot slot naar mijn brief van 24 november jl. aan uw Kamer1 over ongewenst seksueel gedrag, seksuele intimidatie en seksueel geweld, die ik mede namens de minister voor Rechtsbescherming en de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan uw Kamer heb gezonden.

7 Is het waar dat er vorig jaar 1505 aangiften zijn gedaan en er slechts sprake was van 70 veroordelingen en gevangenisstraf? Zo nee, wat zijn de cijfers dan wel?

8 Deelt u de mening dat 70 veroordelingen op een totale bevolking van 17 miljoen inwoners en gezien het feit dat één op de acht vrouwen in haar leven wordt verkracht, het aantal veroordelingen op geen enkele manier samenhangt met het daadwerkelijk aantal gevallen van ernstig seksueel misbruik? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Antwoord op vraag 7 en 8
De Raad voor de Rechtspraak en het OM registreren niet op het begrip ‘seksueel misbruik/seksueel geweld’. Het aantal door de rechtbanken afgehandelde zedenzaken (artikelen 239 t/m 254 Wetboek van Strafrecht) dat is berecht in eerste aanleg bij de rechtbanken was in 2015 en 2016 gemiddeld ruim 290 per jaar: o waarvan vrijspraken: circa 9 procent, 26 per jaar o veroordeling met strafoplegging: circa 86 procent, 249 per jaar o onvoorwaardelijke gevangenisstraf: circa 24 procent, 70 per jaar. In de jaren 2015 en 2016 betreft het 319 veroordelingen voor zedenzaken (waaronder verkrachtingen), waarbij in 70 zaken een onvoorwaardelijke gevangenisstraf is opgelegd. De aantallen in vraag 7 gaan niet over het aantal gevallen van seksueel misbruik, zoals dat in vraag 8 wordt genoemd. Uit het rapport ‘Criminaliteit en Rechtshandhaving 2016’, een jaarlijkse, gezamenlijk publicatie van het WODC en het CBS dat op 9 oktober jl. aan uw kamer is aangeboden2 , blijkt dat in 2016 1500 verkrachtingen zijn geregistreerd. Verkrachting is één van de zedenmisdrijven uit het Wetboek van Strafrecht. Ik ben overigens niet bekend met de aanname dat 1 op de 8 vrouwen in haar leven wordt verkracht.

9 Kunt u deze vragen beantwoorden voor de plenaire behandeling van de begroting van Justitie en Veiligheid?
Ik heb er naar gestreefd de vragen zo snel mogelijk te beantwoorden, maar dit is helaas niet voor de begrotingsbehandeling van mijn ministerie gelukt.
1 Kamerstukken II 2017-18, 34 843, nr. 1.
2 Kamerstukken II 2017-18, 33 173, nr 11 en bijlage.

Indiener(s)