2017Z16142
Vragen van de leden Nijkerken-de Haan en Wiersma (beiden VVD) aan de
staatssecretaris en minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het
bericht ‘Polen blijven weg: tuinbouwsector zit omhoog’(ingezonden 23 november
2017)
Vraag 1
Kent u het artikel ‘Polen blijven weg: tuinbouwsector zit omhoog’? 1)
Ja.
Vraag 2
Herkent u het beeld dat Polen minder interesse hebben om in de Nederlandse
tuinbouwsector te werken en dat de sector nu steeds meer personeel uit andere
landen werft?
Vraag 3
In hoeverre bent u het eens met de uitspraak dat dit probleem in de toekomst
groter zal worden? Kunt u dit toelichten?
Antwoord vraag 2 en vraag 3
Ik herken dit beeld. De gemeente Westland heeft januari 2017 een conferentie
georganiseerd over de door de gemeenten en werkgevers in het Westland
geconstateerde afnemende interesse van Polen om als arbeidsmigrant naar
Nederland te komen. Dit vanwege de aantrekkende economie in Polen.
Tegelijkertijd neemt met de economische groei en de toenemende export in
Nederland de vraag naar arbeidskrachten in de tuinbouwsector toe. Hoewel Polen
nog altijd de grootste groep arbeidsmigranten vormen in de tuinbouwsector, werft
een aantal werkgevers volgens het artikel ook personeel uit Roemenië en
Bulgarije. Met de toenemende vergrijzing in Polen vanaf 2020 verwachten
werkgevers de komende jaren meer wervingsproblemen.
Het is in de eerste plaats aan werkgevers om voldoende en goed personeel te
werven. Belangrijke voorwaarde daarvoor is dat Nederlandse werkgevers ook
aantrekkelijk zijn voor arbeidsmigranten. Dit betekent dat de werk – en
woonomstandigheden goed zijn en een voor iedereen, Nederlander of
arbeidsmigrant, gelijk loon voor gelijk werk geldt.
Vraag 4
Deelt u de mening dat in Nederland nog heel veel mensen met en zonder afstand
tot de arbeidsmarkt langs de kant staan en niet actief participeren?
Vraag 5
Welke mogelijkheden ziet u om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in
contact te brengen met deze vacatures?
Antwoord vraag 4 en vraag 5
Er zijn nog veel mensen op zoek naar werk, met en zonder uitkering. De
aantrekkende economie biedt mogelijkheden voor deze werkzoekenden. Dit kan in
een sector als de glastuinbouw zijn, maar ook in andere sectoren waar nu krapte
heerst. Gemeenten ondersteunen daarbij mensen met een afstand tot de
arbeidsmarkt door afspraken met werkgevers èn maatwerk voor werkzoekenden.
Vraag 6
Hoe beoordeelt u de uitspraak van Sjaak van der Tak (Voorzitter van LTO
Glaskracht Nederland) dat bedrijven moeten proberen om Nederlandse jongeren
enthousiast te maken voor het vak?
Ik ben het zeer eens met de heer Van der Tak dat bedrijven moeten investeren in
Nederlandse jongeren om ze enthousiast te maken voor het werken in de sector
die zo belangrijk is voor de Nederlandse export.
Vraag 7
Kunt u toelichten of, en zo ja welke stappen u zult nemen om het voor
Nederlandse werknemers weer aantrekkelijker te maken om in de tuinbouwsector
te werken?
Het is in de eerste plaats, zoals de heer Van der Tak ook aangeeft, aan werkgevers
om te zorgen dat zij voldoende personeel hebben nu en in de toekomst.
In dit dossier zie ik mijn rol vooral in het voorkomen van oneerlijke concurrentie en
het aanpakken van misstanden zoals onderbetaling en uitbuiting. Dat is zowel in
het belang van Nederland, bedrijven en werknemers, als van de arbeidsmigranten
zelf.
Juist om oneerlijke concurrentie te voorkomen is in Europa en Nederland ingezet
om gelijk loon voor gelijk werk te realiseren, door onderhandelingen in Brussel
over aanpassing van de Europese regelgeving, zoals de detacheringsrichtlijn en de
coördinatieverordening sociale zekerheid, door misstanden als uitbuiting en
onderbetaling tegen te gaan via de Wet Aanpak Schijnconstructies en de recente
herziening van de Wet Minimumloon en Vakantiebijslag.
Vraag 8
Bent u bereid deze vragen te beantwoorden voor de begrotingsbehandeling van
het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid?
Ja.