Antwoorden van de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister voor
Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking op vragen van de
leden Ploumen en van den Hul (PvdA) over het bericht 'Geweld tegen
Rohingya: Massaslachtingen met honderden doden.’
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht ‘Geweld tegen Rohingya:
‘Massaslachtingen met honderden doden”?1
Ja.
Vraag 2
Wat gaat u doen met de bevindingen van zowel de onderzoekers van het United
States Holocaust Memorial Museum als de Aziatische tak van de
mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch, die op basis van hun onderzoek
concluderen dat er sprake was van etnische zuivering van de Rohingya-moslims
door het leger van Myanmar?
Het kabinet maakt zich ernstige zorgen over berichten over
mensenrechtenschendingen door het Myanmarese leger tegen Rohingya in
Rakhine State en ziet in dit licht de vele verwijzingen naar etnische zuivering door
niet alleen NGOs maar ook de VN Hoge Commissaris voor Mensenrechten. Het feit
dat meer dan 622,000 Rohingya Myanmar ontvlucht zijn naar Bangladesh en de
getuigenissen van vluchtelingen, die zijn opgetekend door VN vertegenwoordigers,
wijzen zonder meer in de richting van disproportioneel en doelgericht gebruik van
geweld. Een diepgaand onafhankelijk en geloofwaardig onderzoek is noodzakelijk
om conclusies te kunnen trekken. Het kabinet blijft dan ook samen met andere EU
lidstaten de regering van Myanmar oproepen om mee te werken aan de Fact
Finding Missie (FFM) die op 24 maart 2017 is ingesteld door de VN
Mensenrechtenraad om een onafhankelijk en geloofwaardig onderzoek uit te
voeren.
In mensenrechtenfora zet het kabinet zich daarnaast in voor sterke druk op de
regering van Myanmar om actie te ondernemen om 1) het geweld te stoppen,
waaronder seksueel geweld tegen vrouwen en meisjes, 2) volledige en
ongehinderde humanitaire toegang en toegang voor de FFM te verlenen, 3)
veilige, vrijwillige en duurzame terugkeer van Rohingya vluchtelingen te faciliteren
naar hun oorspronkelijke dorpen, en 4) de aanbevelingen van de Annan
Adviescommissie voor Rakhine State te implementeren. In het kader van het
lidmaatschap van de VN-Veiligheidsraad zal Nederland zich inzetten voor
opvolging van de voorzittersverklaring over Myanmar van 6 november jl.
Vraag 3
Welke mogelijkheden ziet u voor extra beschermingsmaatregelen ten behoeve
van vrouwen en meisjes die, zoals ook de onderzoekers concluderen, op grote
schaal slachtoffer zijn van verkrachting door de Myanmarese militairen?
Het kabinet acht het grote aantal gevallen van seksueel gerelateerd geweld die
door onder andere hulpverleners gerapporteerd worden, alarmerend en
onacceptabel.
Vrouwen die nieuw aankomen in Bangladesh ontvangen van VN humanitaire
organisaties zoals UNHCR, UNFPA en het IOM speciale hulppakketten. Deze
pakketten bevatten essentiële middelen om de mobiliteit, veiligheid en
waardigheid van vrouwen en meisjes in de vluchtelingenkampen te waarborgen.
Nederland steunt een UNFPA-programma voor seksuele en reproductieve
gezondheid in Bangladesh met een bijdrage van EUR 3,6 miljoen waarvoor
ongeveer EUR 1,3 miljoen wordt uitgegeven aan opvang van en steun aan
slachtoffers van seksueel geweld in het gebied waar de Rohingya zich bevinden.
Tot op heden zijn door UNFPA met Nederlandse steun 13 vrouwvriendelijke zones
ingericht in de geïmproviseerde kampen waar 31.902 vrouwen en meisjes
psychosociale zorg hebben gekregen. Tevens zijn 1.639 slachtoffers van seksueel
geweld doorverwezen naar medische noodhulp instellingen. De
Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gaat met Nederlandse steun samenwerken
met humanitaire partners om te zorgen voor toegang tot goede seksueel en
reproductieve diensten waaronder toegang tot anticonceptie en veilige abortus om
ongewenste zwangerschappen te voorkomen.
Nederland zal tevens EUR 11 miljoen bijdragen aan het Multi Donor Trust Fund
(MDTF) op het gebied van gezondheidszorg van het Bangladesh Ministerie van
Gezondheid (waarvan EUR 4 miljoen van She Decides). Momenteel wordt bekeken
of uit dit MDTF additioneel fondsen beschikbaar kunnen worden gesteld voor de
opvang van Rohingya vluchtelingen in Bangladesh. Dit programma richt zich onder
andere op medische zorg aan slachtoffers van verkrachtingen, Family Planning,
antenatale zorg en verloskundige zorg.
Vraag 4
Welke mogelijkheden ziet u om, naast de humanitaire bijdrage die Nederland al
doet, middelen in te zetten voor psychosociale hulp aan vrouwen en meisjes zoals
traumaverwerking?
Nederland benadrukt via zijn rol in bestuursorganen van VN-organisaties,
Internationale Rode Kruis (ICRC) en in contacten met humanitaire organisaties, het
belang van psychosociale hulp als het gaat om slachtoffers van seksueel geweld
en de noodzaak hier aandacht aan te besteden in de programma’s.
Van de EUR 3 miljoen noodhulp die het kabinet via de Dutch Relief Alliance (DRA)
in Bangladesh verstrekt gaat een deel naar organisaties die actief zijn op het
gebied van psychosociale hulpverlening. Nederlandse kennis en expertise wordt
bovendien benut binnen (internationale) hulporganisaties zoals de WHO en UNHCR
waar het aantal Nederlanders werkzaam op het gebied van psychosociale hulp
relatief hoog is. Psychosociale hulp maakt daarnaast onderdeel uit van de hulp die
VN (UNICEF en UNFPA) en humanitaire organisaties, deels met Nederlandse
financiële steun bieden in de opvangkampen in Bangladesh. Nederland
ondersteunt daarnaast de lokale organisatie SANGJOG onder andere voor het
bieden van psychosociale hulp aan de Rohingya’s.
Deze organisaties hebben een focus op water, sanitatie en hygiëne, onderdak en
bescherming, met specifieke aandacht voor kwetsbare groepen, adolescenten,
jonge moeders en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR).
Vraag 5
Wat vindt u van het voorstel van de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties
(VN), die de leden van de VN Veiligheidsraad heeft opgeroepen concrete stappen
te zetten om vrouwen in conflictgebieden beter te beschermen door een
thematisch sanctieregime tegen geweld tegen vrouwen in te stellen, in het licht
van het (seksueel) geweld tegen vrouwen en meisjes in Myanmar dat nu
onbestraft lijkt te blijven?
Vraag 6
Welke mogelijkheden ziet u om tijdens het lidmaatschap van Nederland van de VN
Veiligheidsraad een voortrekkersrol te spelen bij het instellen van zo een
thematisch sanctieregime? Bent u bereid om te inventariseren bij gelijkgestemde
landen hoe men aankijkt tegen het instellen van een thematisch sanctieregime om
seksueel geweld tegen vrouwen te bestraffen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord op vragen 5 en 6
Het kabinet is het met de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties eens dat
vrouwen in conflictgebieden extra bescherming verdienen tegen geweld. De
Secretaris-Generaal vraagt, in zijn recente rapport over Vrouwen, Vrede en
Veiligheid, de leden van de Veiligheidsraad bij het uitwerken van sanctieregimes
prioriteit en zichtbaarheid te geven aan rechten van vrouwen. Daarnaast vraagt hij
de leden van de Raad te overwegen om thematische sanctieregimes in te stellen
op onderwerpen als seksueel en gendergerelateerd geweld in conflictsituaties,
mensenhandel, gerichte ontvoeringen en gevallen van het doden van vrouwen en
meisjes en grove schendingen van vrouwenrechten. Zoals ook door de Minister
van Buitenlandse Zaken werd gesteld in de BZ-begrotingsbehandeling op 15
november, is de ervaring dat in de Veiligheidsraad substantiële weerstand bestaat
tegen het instellen van dergelijke wereldwijde thematische sanctieregimes, ook
omdat die moeilijk handhaafbaar zijn. Dit laat onverlet dat de inzet van het
kabinet erop gericht blijft dat bestraffing van seksueel geweld tegen vrouwen
zoveel mogelijk wordt meegenomen in bestaande sanctieregimes; dit is vooral
mogelijk als in het regime een mensenrechtencomponent is opgenomen. Een
voorbeeld hiervan is het VNVR-sanctieregime voor de Democratische Republiek
Congo, waar betrokkenheid bij gender based violence een expliciete reden is voor
opname van individuen op de sanctielijst. De Nederlandse inzet is gericht op het
beter toepassen van dit criterium, en genderexpertise meer onderdeel uit te laten
maken van expertpanels behorend bij sanctieregimes. Ook de Speciale
Vertegenwoordiger van de SGVN voor seksueel geweld in conflictsituaties kan
bijdragen aan het belichten van de situatie van deze groep vrouwen en meisjes in
Myanmar.
1 https://nos.nl/artikel/2203067-geweld-tegen-rohingya-massaslachtingen-met-honderdendoden.html