Hierbij bied ik u mede namens de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
en de minister van Justitie en Veiligheid de antwoorden aan op de vragen van het
lid Van Helvert (CDA) aangaande het nieuwsbericht “Brandstofzwendel
scheepvaart erger dan de eiercrisis”. Deze vragen zijn ingezonden op 29
september 2017.
Vraag 1
Heeft u het bericht gelezen 'Brandstofzwendel scheepvaart erger dan de
eiercrisis'? Wat is uw reactie daarop? 1
Ja.
Het mag niet zo zijn dat uit economische motieven verboden stoffen worden
bijgemengd in scheepsbrandstoffen. Het ministerie van Infrastructuur en Water zet
zich daarom nationaal en internationaal in om de kwaliteit van scheepbrandstoffen
te verbeteren, en te voorkomen dat afvalstoffen worden bijgemengd.
De minister van Justitie en Veiligheid en ik herkennen ons echter niet in de
berichtgeving gedane stelling dat de “brandstofzwendel erger dan de eiercrisis” is.
Zie het antwoord op vraag 4 voor een uitgebreidere reactie op de berichtgeving.
Vraag 2
Kunt u reeds een beeld schetsen van de aard en de omvang van de mogelijke
zwendel met brandstof? Zo nee, wanneer denkt u dat dat beeld wel voldoende
compleet is om met de Kamer te delen?
De ILT voert onderzoek uit naar de herkomst en kwaliteit van chemische
(rest)stromen die worden gebruikt bij het ‘blenden’ (mengen) van zowel stookolie
voor zeeschepen als benzine of diesel voor de Afrikaanse markt. De informatie die
hiervoor is gevorderd van terminals wordt momenteel geanalyseerd. De Kamer is
op 15 mei 2017 geïnformeerd over de insteek van dit onderzoek (Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2016/2017, nr. 1589). Naar verwachting kan de Kamer
in de eerste helft van 2018 over de resultaten van dit onderzoek worden
geïnformeerd.
Vraag 3
Wat zijn de verschillende rollen, taken en bevoegdheden van de onderzoekende of
handhavende instanties?
De ILT houdt toezicht op het zwavelgehalte van scheepsbrandstoffen, de
grensoverschrijdende overbrenging van afvalstoffen (EVOA) en de naleving van de
REACH2
verordening, de POP-verordening3
en het Besluit organisch
halogeengehalte brandstoffen (Bohb). In praktijk blijkt dat met name de REACH- en
afvalwetgeving aangrijpingspunten bieden om stoffen die voor het blenden worden
gebruikt (de zogenaamde blendstocks) te beoordelen en meer transparantie in de
markt te bereiken. Afvalstoffen mogen niet worden toegepast bij het blenden van
brandstof. Blendstocks moeten als chemische stof of mengsel voldoen aan REACH.
Dit betekent dat voor de meeste van deze stoffen een REACH-registratie nodig is
waarin de aard, samenstelling en de beoogde toepassing van de stof beschreven
zijn.
Waar de ILT overtredingen van deze wetgeving constateert die strafbare feiten
inhouden, wordt nauw samengewerkt met de politie en het Openbaar Ministerie. In
het lopende onderzoek wordt samengewerkt met het ‘Andante’-team van het
Openbaar Ministerie. Onder deze naam pakt een speciaal team van de politie deze
problematiek aan onder het gezag van het Functioneel Parket van het Openbaar
Ministerie. De omgevingsdiensten houden toezicht op de afgifte, acceptatie en
verwerking van afvalstoffen. De politie is belast met de opsporing van illegaal en
crimineel gedrag. Hieronder valt de illegale afgifte, frauduleuze benaming en het
illegaal verwerken van (gevaarlijk) afval.
Vraag 4
Deelt u de verwachting dat sprake kan zijn van een groot gifschandaal? Waar
baseert u uw verwachting op?
Op basis van de mij bekende feiten kan ik de verwachting dat sprake zou zijn van
een “groot gifschandaal” niet onderschrijven.
Ook namens de minister van Justitie en Veiligheid kan ik aangeven dat de politie
deze stelling niet onderschrijft.
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 2 voert ILT op dit moment onderzoek
uit waarmee onder andere meer inzicht zal worden verkregen in de herkomst en
samenstelling van scheepsbrandstoffen. Daarbij wordt specifiek bekeken of er
mogelijk afvalstromen in de brandstoffen worden bijgemengd.
Vraag 5
Wat zijn de resultaten van eerdere acties (zoals het project “Andante”) tegen
afvalzwendelaars en hoe verhouden die zich tot het nu lopende onderzoek ‘Zwarte
Stromen’?
Op 23 september 2016 is uw Kamer geïnformeerd over de staat van het onderzoek
naar milieucriminaliteit binnen de zeevaart, en is ingegaan op het project Andante
(Kamerstuk 31 409, nr. 124). Diverse strafzaken maken onderdeel uit van het
overkoepelende programma Andante. Een deel daarvan is reeds afgerond. Het
betreft hier complexe zaken die specialistische kennis vragen en een lange adem
in de opsporing en vervolging. De website van het Openbaar Ministerie geeft een
beeld van enkele resultaten van onderzoek naar milieucriminaliteit in de zeevaart4
.
Het project ‘Zwarte Stromen’ is een vorm van samenwerking tussen bestuurlijke
en strafrechtelijke handhavers bij controles op met name het zwavelgehalte en
ongewenste stoffen in stookolie.
Vraag 6
Wat is de stand van zaken, zowel in Europees verband als in Nederland, van de
plannen om te komen tot een zwarte lijst van gevaarlijke stoffen die niet in
stookolie mogen voorkomen?
In de motie De Vries (Kamerstuk 33 450, nr. 15) werd de regering verzocht
marktpartijen te ondersteunen bij het opstellen van lijsten van ongewenste
stoffen, en de mogelijkheid te onderzoeken deze om te zetten in internationaal
handhaafbare regels. Ik zet mij in nationaal en internationaal verband in voor de
kwaliteitsborging van scheepsbrandstoffen en internationale acceptatie van een
lijst van ongewenste stoffen in stookolie. Naast de eerder genoemde berichtgeving
aan uw Kamer, is in de berichten van 15 januari 2015 (Kamerstuk 31 409, nr. 71),
11 juni 2015 (Kamerstuk 31 409, nr. 81) en 14 april 2016 (Kamerstuk 31409 nr.
111) ingegaan op de vragen die daarover bij uw Kamer leefden.
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft samen met het ministerie
van Justitie en Veiligheid de afgelopen jaren overleg gevoerd met de relevante
organisaties in de stookoliesector om te komen tot een lijst van ongewenste
stoffen in stookolie. Als uitvloeisel hiervan heeft een in 2015 opgericht samenwerkingsverband
van het Havenbedrijf Rotterdam met de Nederlandse
brancheverenigingen voor respectievelijk de olie-industrie, de tankopslagbedrijven
en de leveranciers van scheepsbrandstof een lijst van stoffen gepubliceerd die zij
aanmerken als onwenselijk in stookolie5
. Samen met overheden en stakeholders in
Nederland, België en Duitsland wordt onderzocht of en hoe de lijst ongewenste
stoffen opgenomen kan worden in kwaliteitsrichtlijnen voor brandstofleveranciers.
De resultaten worden ingebracht in lopend overleg over kwaliteitsrichtlijnen voor
scheepsbrandstoffen binnen de Internationale Maritieme Organisatie (IMO). De
eerste resultaten uit dit IMO-overleg worden eind 2018 verwacht.
Vraag 7
Kunt u toelichten waarom de zwarte lijst die in de maak zou zijn voor
scheepsbrandstof met stoffen die er niet in mogen voorkomen al enkele jaren
wordt uitgesteld, ondanks aandringen van de Tweede Kamer?
Er is geen sprake van uitstel van de zwarte lijst. Alleen in Nederland extra strenge
regels stellen biedt geen oplossing voor de internationale problematiek omtrent
kwaliteit van scheepsbrandstoffen. Eventuele praktijken van ongewenste
bijmenging zouden zich verplaatsen naar andere landen. Om die reden wordt
gestreefd naar een internationaal gelijk speelveld en naar verdergaande
verduidelijking van de internationale kwaliteitseisen voor scheepsbrandstoffen. In
het antwoord op vraag 6 wordt de nationale en internationale aanpak beschreven.
Vraag 8
Bent u het ermee eens dat juist een zwarte lijst van groot belang is om beter en
gerichter op te kunnen treden tegen afvalzwendelaars?
Voor handhaving van de ILT biedt de wetgeving genoemd in het antwoord op vraag
3 het formele toetskader. Voor het handhaven van deze wetgeving is de onder
vraag 6 genoemde lijst ongewenste stoffen niet strikt noodzakelijk. Deze lijst heeft
bovendien geen formele juridische status. Wel kan de lijst ondersteunend zijn voor
de handhaving. Als namelijk blijkt dat een stof die op de lijst staat is gemengd in
een scheepsbrandstof, is dit een aanwijzing dat een afvalstof is bijgemengd, of in
elk geval een stof die onder REACH niet als scheepsbrandstof is geregistreerd.
1 https://www.ad.nl/rotterdam/brandstofzwendel-scheepvaart-erger-dan-deeiercrisis~a8b7c539/
2 Registration, Evaluation, Authorisation and Restriction of Chemicals (REACH)
3 Persistent Organic Pollutants (POP)
4 https://www.om.nl/onderwerpen/afvalstoffen/
5 https://www.portofrotterdam.com/nl/scheepvaart/rotterdam-bunker-port