Antwoorden van de minister van Buitenlandse Zaken op vragen van
Maeijer en Wilders (beiden PVV) over de
uitspraken van de voorzitter van het Europees Parlement aangaande het
budget van de Europese Unie
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht 'EP-voorzitter: geld voor EU verdubbelen, Europese
belasting invoeren'? 1)
Ja.
Vraag 2
Hoe kijkt u aan tegen het waanzinnige voorstel om het jaarlijkse budget van de
Europese Unie (EU) te verdubbelen van 140 miljard euro naar maar liefst 280
miljard euro?
Vraag 3
Deelt u de mening dat de voorstellen van de heer Tajani bezopen zijn?
Vraag 4
Deelt u de mening dat de EU Nederland al genoeg geld kost en dat het budget
drastisch omlaag moet in plaats van omhoog? Zo ja, bent u voornemens om
zolang Nederland nog deel uit maakt van de EU alle mogelijke middelen, inclusief
het Nederlandse veto in de Raad, in te zetten om te komen tot een verlaging van
het budget en vermindering van de Nederlandse afdracht? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Het kabinet is het niet eens met de noodzaak van verdubbeling van het jaarlijkse
budget van de Europese Unie. Het toekomstig Meerjarig Financieel Kader (MFK)
legt de maximale plafonds voor de jaarlijkse begrotingen van de Europese Unie
vanaf 2021 vast. Het kabinet zet juist in op een moderner MFK met een kleinere
omvang. Een moderner MFK moet de EU in staat stellen om tijdig en adequaat te
reageren op terreinen waarop juist optreden in Europees verband toegevoegde
waarde heeft. Dit geldt in het bijzonder voor innovatie, onderzoek, klimaat en
duurzaamheid. Modernisering vraagt ook om hervormingen daar waar de
effectiviteit kan worden vergroot en beschikbare middelen door het uittreden van
het Verenigd Koninkrijk dalen. Het kabinet wil vermijden dat het betaalt voor
Brexit. De komende maanden zal het kabinet de Nederlandse inzet op
moderniseren én bezuinigen uitdragen om draagvlak daarvoor te vergroten en
zodoende het Commissievoorstel voor het MFK te beïnvloeden. De formele
onderhandelingen over de Raadspositie zullen na publicatie van het
Commissievoorstel in 2018 starten. Het krachtenveld is daarbij complex en
belangen tussen lidstaten lopen uiteen. Het kabinet zal continue scherp toezien op
de juiste wijze om de Nederlandse positie te vertegenwoordigen.
Vraag 5
Deelt u de mening dat belastingheffing een exclusieve bevoegdheid is van de
lidstaten en dat dat ook zo moet blijven? Zo ja, bent u voornemens in Brussel
kenbaar te maken dat Nederland nooit akkoord zal gaan met de invoering van
Europese belastingen? Zo nee, waarom niet?
De directe belastingen zijn een exclusieve bevoegdheid van de lidstaten en het
kabinet ziet geen reden om dat te veranderen. Wel kan, om dubbele belasting te
voorkomen en belastingontduiking en belastingontwijking tegen te gaan,
harmonisatie van bepaalde belastingregels op Europees niveau zinvol zijn.
Nederland is traditioneel geen voorstander van een eigen Europese belasting. Op
dit moment zijn er geen concrete voorstellen voor de invoering van een Europese
belasting, maar deze zouden in het kader van de onderhandelingen voor het
volgende Meerjarig Financieel Kader opgebracht kunnen worden. Voor het kabinet
is het uitgangspunt dat de bekostiging van de Europese begroting op een
transparante, eenvoudige en rechtvaardige manier plaatsvindt. Een Europese
belasting maakt de Europese begroting mogelijk complexer en minder transparant.
Een ander uitgangspunt voor de regering is dat de belastingdruk voor Nederlandse
burgers en bedrijven als gevolg van een dergelijk voorstel niet mag toenemen. Het
kabinet zal eventuele voorstellen van de Europese Commissie voor een Europese
belasting of een nieuw eigen middel voor de Europese begroting dan ook onder
andere op deze factoren toetsen.
Vraag 6
Deelt u de mening dat wij ons belastinggeld veilig moeten stellen voor de
Brusselse geldwolven en daarom uit de EU moeten treden, zodat ons geld in
Nederland kan worden uitgegeven aan onze burgers in plaats van aan het riante
salaris van de voorzitter van het Europees Parlement?
Het kabinet is geen voorstander van uittreding uit de Europese Unie. De
Nederlandse welvaart, het welzijn en de veiligheid zijn nauw verbonden met het
Nederlandse lidmaatschap van de Europese Unie. Een groot deel, meer dan 70
procent, van de Nederlandse goederenexport gaat naar andere EU-lidstaten. Juist
als lid van de Europese Unie is Nederland in staat om deze regels voor de interne
markt mede vorm te geven. Hierbij heeft overigens het Europees Parlement ook
een belangrijke rol. Ook in bredere zin is voor een effectieve aanpak van
grensoverschrijdende problemen het lidmaatschap van de EU in het Nederlands
belang, zoals bijvoorbeeld voor een integrale aanpak van het migratievraagstuk,
veiligheid, klimaatverandering als ook voor het stimuleren van onderzoek en
innovatie. Dit zijn terreinen waarop de aanpak en daarmee financiering in EU
verband toegevoegde waarde heeft boven een nationale aanpak. Daarbij dienen
naar mening van het kabinet de focus op hoofdzaken en de principes van
subsidiariteit en proportionaliteit steeds leidend te zijn.