Hierbij stuur ik u de antwoorden op de vragen die 29 november 2017 zijn gesteld
door het lid Van der Lee (GroenLinks) over het besluit over de toekomst van de
postmarkt (kenmerk 2017Z16605).
1
Waarom heeft u ervoor gekozen om via de media publiek te maken dat u pas over
een jaar een besluit hoopt te nemen over de toekomst van de postmarkt?1
2
Was het niet netter geweest om uw voornemen eerst met de Kamer te delen,
aangezien de sector en de Kamer al langer met smart wachten op een besluit?
Antwoord vragen 1 en 2
En marge van twee bedrijfsbezoeken aan Sandd en PostNL heb ik met journalisten
gesproken over de uitdagingen op de postmarkt. In het gesprek zijn verschillende
zaken aan de orde gekomen. Meer in algemene zin heb ik aangegeven dat het
aanpassen van wet- en regelgeving tijd in beslag neemt. Een discussie over de
toekomstige inrichting van de postmarkt inclusief wetgevingstraject duurt in de
praktijk al gauw een jaar. Hiermee heb ik geen uitspraken gedaan over het
tijdspad van politieke besluitvorming over de toekomst van de postmarkt. Dit is
uiteraard iets wat ik eerst met de Kamer wil bespreken. Het aankomende AO
Postmarkt biedt daarvoor een mooie gelegenheid.
3
Waarom denkt u dat u nog een jaar nodig heeft om hopelijk in staat te zijn een
besluit te nemen? Wat gaat u in dat jaar precies doen en welke nadere
onderzoeken gaat u nog uitzetten of welke deskundigen denkt u nog te moeten
raadplegen?
Zoals ik hierboven heb aangegeven, had de uitspraak geen betrekking op de
politieke besluitvorming over de postmarkt. In mijn brief van 5 december heb ik
beschreven hoe ik dit proces wil inrichten. Ik ben van plan om alle relevante
belanghebbende partijen uit te nodigen voor een maatschappelijke dialoog: de
postdialoog. Ik streef ernaar om voor de zomer van 2018 de resultaten van deze
dialoog inclusief een wetgevings- en beleidsagenda naar uw Kamer te sturen.
4
Bent u bereid nader toe te lichten hoe u het in het regeerakkoord aangekondigde
onderzoek gaat doen naar de vraag of aanbesteding van de universele postdienst
al dan niet de voerkeur verdient boven het huidige model, waarbij de overheid
PostNL compenseert voor de verlieslatende activiteiten?
De passage over het huidige model is helaas onjuist in het Regeerakkoord
opgenomen. De verlener van de universele postdienst (PostNL) ontvangt geen
financiƫle compensatie van de overheid voor verlieslatende activiteiten. De
Postwet 2009 biedt hiervoor ook geen basis. In bovengenoemde postdialoog zal
worden onderzocht of aanbesteden een geschikte optie is om de beschikbaarheid,
betaalbaarheid en betrouwbaarheid van de universele postdienst op langere
termijn te borgen.
5
Erkent u dat er al heel veel over dit onderwerp is gesproken - recent nog in een
uitvoerig rondetafelgesprek in de Kamer - en dat eigenlijk alle relevante
argumenten inmiddels zijn aangedragen?
6
Deelt u de mening dat de sector niet langer dan nodig in het ongewisse kan
worden gelaten, omdat dit serieuze repercussies heeft op investeringsbeslissingen
bij de betrokken bedrijven en op de baanzekerheid van de betrokken
medewerkers?
7
Deelt u de mening dat het er nu vooral om gaat dat een politieke keuze moet
wordt gemaakt en dat die keuze ook in een kortere tijdsspanne dan een jaar zou
kunnen plaatsvinden?
8
Bent u bereid dit besluit sneller te nemen, bijvoorbeeld nog voor de
verantwoordingsdag op 16 mei 2018?
Antwoord vragen 5, 6, 7 en 8
Ik ben mij er terdege van bewust dat snelle besluitvorming over de toekomst van
de postmarkt gewenst is. Aan de andere kant wil ik benadrukken dat het
aanpassen van wet- en regelgeving zorgvuldig moet gebeuren. De nieuwe
regelgeving moet toekomstbestendig zijn en kunnen rekenen op breed draagvlak.
Daarom ben ik ook van plan een maatschappelijk dialoog hiervoor te organiseren
waarin dat brede draagvlak kan worden bereikt. Ik verwijs hiervoor naar mijn brief
van 5 december.
9
Bent u tevens bereid om in ieder geval tot het moment waarop u uw besluit neemt
en indachtig de wenselijkheid van een gelijk speelveld, te waarborgen dat de norm
dat minimaal 80% van de postbezorgers een dienstverband moet hebben
daadwerkelijk gehandhaafd wordt?
Zoals u in mijn brief van 30 november 2017 over oplossingsrichtingen Tijdelijk
besluit postbezorgers (Kamerstuk 29502, nr. 146) heeft kunnen lezen ben ik
voornemens om de ingangsdatum van de 80%-norm in het ontwerpbesluit tot
wijziging van het Tijdelijk besluit postbezorgers 2011 aan te passen naar 1 januari
2018. De ACM is en blijft verantwoordelijk voor de handhaving van deze norm en
beslist hier zelfstandig over.
1
De Telegraaf, 28 november 2017: 'Besluit postmarkt pas over een jaar'