Beantwoording vragen over het bericht dat Q-koorts is geconstateerd
in de gemeente Bodegraven-Reeuwijk
1
Heeft u kennisgenomen van de Q-koorts-besmetting die bij drie personen uit een
gezin is opgemerkt in de gemeente Bodegraven-Reeuwijk?
Ja.
2
Bent u bereid de bevindingen van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en
Milieu (RIVM), de Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) en Nederlandse
Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) te delen met de Kamer?
De GGD en de NVWA voeren gezamenlijk onderzoek uit om de bron van deze
besmetting te vinden. Er wordt in kaart gebracht waar de patiënten deze
besmetting hebben kunnen oplopen. Alle relevante bedrijven met kleine
herkauwers worden in dit brononderzoek meegenomen. Het RIVM en Wageningen
Bioveterinary Research (WBVR) ondersteunen de GGD en de NVWA met
specialistische kennis en het uitvoeren van testen. Tot nu toe is nog niet duidelijk
hoe deze drie mensen besmet zijn geraakt.
3
Zijn er in de directe omgeving van de slachtoffers geiten- of schapenhouders
actief? Zo ja, zijn alle dieren gevaccineerd?
De vaccinatieplicht geldt voor bedrijven waar meer dan 50 schapen of geiten
gehouden worden ten behoeve van bedrijfsmatige melkproductie en voor schapen
of geiten op bedrijven met een publieksfunctie, op evenementen,
tentoonstellingen en keuringen.
Er worden in de buurt van de woning van het gezin vleesschapen gehouden.
Vleesschapen vallen niet onder de vaccinatieplicht. In Nederland uitgevoerde
geografische analyses geven geen aanwijzingen dat bedrijven met vleesschapen
een risico vormen voor humane Q-koortsbesmettingen in de omgeving.
Er ligt op enkele kilometers afstand een melkgeitenbedrijf. Dit bedrijf voldoet aan
de vaccinatieplicht en heeft geen verdacht- of besmetstatus Q-koorts.
In de buurt is een bedrijf met schapen dat een publieksfunctie heeft. De NVWA
constateerde dat de dieren op dit bedrijf niet waren gevaccineerd tegen Q-koorts.
De NVWA heeft maatregelen opgelegd en de schapen zijn alsnog gevaccineerd
tegen Q-koorts. Bij het onderzoek op dit bedrijf zijn geen aanwijzingen gevonden
om deze schapen als bron van de humane besmettingen te beschouwen. Op alle
andere locaties met kleine herkauwers in de omgeving voldoet men aan de weten
regelgeving.
4
Kunt u een overzicht geven van de maatregelen die zijn genomen om de inwoners
van de gemeente in te lichten over de geconstateerde infectiegevallen? Welke
overheidsdienst is hiervoor verantwoordelijk?
De GGD heeft naar aanleiding van dit patiëntencluster de huisartsen in de regio
door middel van een nieuwsbrief geïnformeerd en alertheid gevraagd voor onder
andere longontsteking. De GGD heeft het patiëntencluster ook aan de gemeente
gemeld. Het college heeft het gemeld in een brief aan de raadsleden. Er zijn
enkele artikelen in de regionale pers verschenen.
5
Onderschrijft u de uitspraak van wethouder Leijendekkers dat het voor inwoners
van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk niet nodig is om bij de huisarts te
informeren of zij risico lopen op besmetting met Q-koorts?
Het is aan de wethouder om deze inschatting samen met de GGD ter plekke te
maken.
6
Waar kunnen inwoners het beste terecht met eventuele vragen inzake Q-koorts?
Inwoners kunnen met vragen over hun gezondheid terecht bij hun huisarts en de
GGD. Specifieke informatie over Q-koorts is te vinden op de website van het RIVM
en van Q-support, een onafhankelijke stichting die Q-koortspatiënten begeleidt.
7
Bent u van plan om vervolgonderzoek uit te voeren om de bron van de infectie op
te sporen? Zo ja, hoe?
Zoals gemeld in het antwoord op vraag 2 voeren de GGD en de NVWA momenteel
het brononderzoek uit, samen met partners RIVM en WBVR.