Antwoord naar aanleiding van de schriftelijke vragen van het lid Azarkan
(DENK) over Nederland als belastingparadijs voor Amerikaanse bedrijven
(vraagnummer 2017Z14389, ingezonden 30 oktober 2017).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de berichtgeving over Nederland als belastingparadijs
voor Amerikaanse bedrijven?1
Ja.
Vraag 2
Klopt het, dat van de 500 grootste Amerikaanse bedrijven meer dan de helft een
dochteronderneming in Nederland heeft, teneinde zo min mogelijk belasting te
hoeven betalen? Zo nee, om hoeveel bedrijven gaat het dan wel en wat doen deze
bedrijven in Nederland?
Vraag 3
Klopt het dat Nederland, voor deze Fortune-500-bedrijven, wereldkampioen hulp
bij belastingontwijking is? Klopt het, dat deze bedrijven uit de Verenigde Staten
(VS) in geen enkel ander land ter wereld meer dochterbedrijven heeft dan in
Nederland?
Vraag 4
Klopt het dat, zowel als het gaat om het aantal dochterondernemingen, als om de
opgegeven buitenlandse inkomsten van deze VS-bedrijven, Nederland samen met
Zwitserland en Luxemburg steeds voorkomt in de top 5? Nederland zou toch niet
steeds in dit lijstje van beruchte landen moeten voorkomen?
Vraag 5
Waarom vervult Nederland een spilfunctie, zoals onderzoeker Heemskerk van de
Universiteit van Amsterdam stelt, met name voor moedermaatschappijen van
multinationals? Deelt u de mening, zoals in het artikel gesteld door het instituut
voor fiscaal beleid (ITEP), dat Nederland internationaal steeds bekender wordt als
instrument van belastingontwijking?
Antwoord op de vragen 2, 3, 4 en 5
In het krantenbericht wordt verwezen naar een publicatie van het Institute on
Taxation and Economic Policy (ITEP)2
. Voor deze publicatie heeft ITEP de
dochtermaatschappijen geteld die de Amerikaanse bedrijven die zijn opgenomen
in de Fortune 500-lijst hebben in vijftig specifieke landen, waaronder Nederland.3
ITEP komt op basis hiervan tot de conclusie dat Nederland, Singapore, Hongkong,
Luxemburg en Zwitserland van de vijftig onderzochte landen de landen zijn waarin
de meeste Fortune 500-bedrijven ten minste één dochtermaatschappij hebben.4
Volgens ITEP heeft meer dan de helft van de bedrijven op de Fortune 500-lijst een
dochtermaatschappij in Nederland.5
Ik heb geen zelfstandig onderzoek gedaan
naar deze cijfers en kan dus niet aangeven of deze kloppen.
Uit de publicatie blijkt niet dat ITEP specifiek heeft onderzocht om welke redenen
de Fortune 500-bedrijven een dochtermaatschappij in Nederland hebben.
Nederland heeft altijd ingezet op het hebben van een aantrekkelijk
vestigingsklimaat voor ondernemers, waar zowel fiscale als niet-fiscale factoren
aan bijdragen. Vanwege onze open, op internationale handel gerichte economie en
vanwege het belang van de buitenlandse markt voor Nederlandse ondernemers
heeft het Nederlandse fiscale systeem van oudsher een internationale focus. Ook
voor Amerikaanse bedrijven kan Nederland voor uiteenlopende bedrijfsmatige
activiteiten een aantrekkelijke vestigingslocatie zijn, zoals bijvoorbeeld voor
Europese hoofdkantooractiviteiten.
Op het onderzoek van CORPNET, waaraan onderzoeker Heemskerk heeft
bijgedragen, is mijn ambtsvoorganger bij de beantwoording van eerdere vragen
van uw Kamer ook ingegaan. 6
Ik sluit me aan bij de in die antwoorden gedane
constatering van mijn ambtsvoorganger dat de internationale focus van ons fiscale
systeem en de verschillen tussen nationale belastingstelsels ook een keerzijde
hebben. Zo is het verleidelijk gebruik te maken van het Nederlandse systeem en
onze verdragen in gevallen waarvoor deze eigenlijk niet bedoeld zijn. Mede om die
reden heeft Nederland zich steeds nadrukkelijk gecommitteerd aan het BEPSproject
van de OESO/G20 en geeft Nederland op verschillende manieren gevolg
aan de eindrapporten. Daarnaast zal Nederland deze kabinetsperiode de
maatregelen uit de EU-richtlijnen tegen belastingontwijking ATAD 1 en ATAD 2
implementeren en een bronbelasting invoeren op dividend, rente en royalty’s naar
low tax jurisdictions en in misbruiksituaties. Hiermee wil het kabinet het
onaantrekkelijker maken om Nederlandse vennootschappen om voornamelijk
fiscale motieven te gebruiken in een internationale structuur. Ik herken het beeld
dat Nederland niet zou optreden tegen belastingontwijking dan ook niet.
Vraag 6
Hoeveel vermogen wordt er via Nederland overgemaakt naar de bekende
belastingparadijzen? Kunt u hier een schatting van maken?
Antwoord op vraag 6
Nederland hanteert geen lijst van ‘bekende belastingparadijzen’. In EU-verband
wordt momenteel wel gewerkt aan een gezamenlijke lijst van non-coöperatieve
jurisdicties en deze lijst zal naar verwachting tijdens de ECOFIN-vergadering op 5
december aanstaande worden aangenomen. ITEP heeft voor haar onderzoek een
eigen lijst van vijftig landen gebruikt, waarop ook landen als Nederland, Singapore,
Hongkong en Zwitserland staan. Er is geen overzicht beschikbaar van alle
vermogensstromen naar de vijftig door ITEP gekozen landen.
Vraag 7
Deelt u de mening dat Nederland niet wereldkampioen belastingontwijking zou
moeten zijn? Deelt u de mening dat Nederland zou moeten excelleren op heel
andere gebieden, zoals agrofood en watertechnologie, maar niet in het faciliteren
van belastingontwijking?
Vraag 8
Waarom worden deze buitenlandse bedrijven door het kabinet-Rutte III verder
aangemoedigd naar Nederland te komen vanwege fiscale redenen naar Nederland
te komen, door de vennootschapsbelasting met 3,3 miljard euro fors te verlagen
en de dividendbelasting met 1,4 miljard euro zelfs helemaal af te schaffen?
Vraag 9
Had u deze kapitalistensubsidie van 4,7 miljard euro niet op een betere manier
kunnen besteden, bijvoorbeeld door het eigen risico in de zorg met 3,7 miljard
euro af te schaffen dan wel het BTW-tarief niet te verhogen naar 9% oftewel 2,6
miljard euro?
Vraag 10
Kunt u deze haar in de soep van het kabinet-Rutte III weer uit de soep halen en in
de prullenbak gooien? Zo nee, waarom niet?
Antwoord op de vragen 7, 8, 9 en 10
Dit kabinet streeft er naar om Nederland een aantrekkelijk vestigingsland te laten
zijn, gericht op bedrijven die reële economische activiteiten ontplooien en reële
werkgelegenheid creëren. Tegelijkertijd pakt dit kabinet bedrijven aan die om
fiscale redenen alleen op papier in Nederland gevestigd zijn. Dit streven uit zich in
verschillende fiscale en niet-fiscale maatregelen. De grondslagverbreding in de
vennootschapsbelasting (vpb), de verlaging van het vpb-tarief, het afschaffen van
de dividendbelasting, de introductie van bronheffingen op dividend, rente en
royalty’s in misbruiksituaties en naar low tax jurisdictions en alle andere
maatregelen tegen belastingontwijking vormen een pakket dat, in onderlinge
samenhang bezien, een belangrijke bijdrage levert aan het behouden van een
aantrekkelijk vestigingsklimaat voor bedrijven die in Nederland reële economische
activiteiten ontplooien. Het pakket aan maatregelen zorgt er juist voor dat
Nederland onaantrekkelijk wordt voor vennootschappen zonder reële economische
activiteiten die Nederland enkel gebruiken om geld te laten doorstromen naar een
low tax jurisdiction of in een misbruiksituatie.
1 https://www.volkskrant.nl/economie/belastingparadijs-in-de-polder-amerikaanse-multinationals-zijn-dol-opnederland~a4522601/
2 ITEP, Offshore Shell Games 2017, oktober 2017, te raadplegen via: https://itep.org/wpcontent/uploads/offshoreshellgames2017.pdf
3 ITEP, Offshore Shell Games 2017, p. 24 (Methodology).
4 ITEP, Offshore Shell Games 2017, p. 11.
5 ITEP, Offshore Shell Games 2017, p. 1 en 11.
6 Aanhangsel Handelingen II, 2016-17, 2540.