Antwoord naar aanleiding van de schriftelijke vragen van het lid Leijten
(SP) over hoe de voorgenomen maatregelen in het regeerakkoord van
Rutte III de ‘brievenbus-bv’s’ het leven zuur gaan maken
(vraagnummer 2017Z14831, ingezonden 7 november 2017).
Vraag 1
Kunt u aangeven hoe de regering, bij monde van de minister-president, “de
brievenbus-bv’s het leven zuur (gaat) maken”?1
Vraag 2
Hoe verhoudt de uitspraak van de minister-president tijdens het debat over de
regeringsverklaring zich tot het regeerakkoord?2,3
Gaat u een bronbelasting op
dividend invoeren? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 11
Kunt u aangeven hoe “brievenbusfirma’s” precies belast gaan worden?4
Zijn het
de “brievenbusfirma’s” die belast gaan worden of de eigenaren van de
vennootschappen die beheerd worden door trustkantoren? Kunt u uw antwoord
toelichten?
Vraag 12
Kunt u aangeven in hoeverre dit beleid afrekent met de “brievenbusfirma’s aan de
Amsterdamse grachten en de Zuidas”?5
Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord op de vragen 1, 2, 11 en 12
Met de aangehaalde uitspraak van de minister-president uit het debat over de
regeringsverklaring is gedoeld op de in het regeerakkoord opgenomen
maatregelen om brievenbusconstructies tegen te gaan. Daarin wordt voorgesteld
om de dividendbelasting af te schaffen, maar deze (materieel) in stand te laten in
misbruiksituaties en naar low tax jurisdictions. Daarnaast wordt voorgesteld om
een bronheffing op rente en royalty’s te introduceren in misbruiksituaties en naar
low tax jurisdictions. In deze kabinetsperiode zullen overigens meer maatregelen
worden getroffen in de strijd tegen belastingontwijking, zoals bijvoorbeeld de
invoering van een strenge earningsstripping-maatregel (generieke
renteaftrekbeperking), van een (aanvullende) CFC-maatregel, en van maatregelen
gericht tegen internationale belastingontwijking, onder meer door middel van
hybride mismatches (ATAD1 en ATAD2).
Zoals toegezegd tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen zal de aanpak van
het kabinet om belastingontwijking te bestrijden nader in beeld worden gebracht in
een brief van mij aan uw Kamer. De minister-president heeft in het debat van 15
november jl. over het afschaffen van de dividendbelasting aangegeven dat deze
brief begin volgend jaar naar uw Kamer wordt gestuurd. In die brief wil ik ook
verder op deze maatregelen – en het beleid ten aanzien van brievenbusfirma’s –
ingaan.
Vraag 3
Bedoelt de minister-president met ‘brievenbus-bv’s’ de trustkantoren, die voor
derden vennootschappen beheren? Zo nee, wat bedoelt de minister-president dan
met ‘brievenbus-bv’s’?
Vraag 9
Hoeveel brievenbus-bv’s zijn er in Nederland? Wie bepaalt dat een bv enkel een
brievenbus-bv is? Hoe gaat dit in zijn werk? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord op de vragen 3 en 9
De term ‘brievenbus-bv’s’ heeft de minister-president gebruikt in de context van
de voorgestelde invoering van bronheffingen op betalingen van dividend, rente en
royalty’s in misbruiksituaties en naar low tax jurisdictions. Met deze voorgestelde
bronheffingen wil het kabinet Nederland onaantrekkelijk maken voor
vennootschappen zonder reële economische activiteiten die Nederland enkel
gebruiken om geld door te laten stromen.
Het is op dit moment niet mogelijk aan te geven hoeveel vennootschappen die nu
in Nederland zijn gevestigd de voorgestelde bronheffingen zouden moeten
inhouden, indien zij hun activiteiten onveranderd voortzetten in Nederland. In de
wet zullen criteria worden vastgelegd op basis waarvan kan worden bepaald of
betalingen door een Nederlandse vennootschap binnen de reikwijdte van de
voorgestelde bronheffing vallen. De criteria worden gedurende het
wetgevingsproces allereerst door het kabinet, maar uiteindelijk ook in overleg met
het parlement bepaald.
Vraag 4
Welk aandeel van de werkzaamheden van trustkantoren hebben als kern
vennootschappen, die gebruik maken van de lage bronbelasting op rente en
royalty’s? Kunt u het overzicht aan de Kamer sturen?
Vraag 5
Kunt u aangeven hoeveel vennootschappen, zonder reële economische activiteit
(lees: substantie), zich vestigen in Nederland vanwege de lage bronbelasting op
rente en royalty’s? Zo nee, bent u bereid hier onderzoek naar te doen?
Antwoord op de vragen 4 en 5
Voor een onderzoek naar vennootschappen met een beperkte economische
aanwezigheid verwijs ik naar het SEO-rapport “Uit de schaduw van het
bankwezen” uit 2013.6
In de kabinetsreactie op dit rapport7
trok het toenmalige
kabinet de conclusie dat rente- en royaltystromen die door Nederlandse bfi’s
(bijzondere financiële instellingen) worden ontvangen en worden uitbetaald aan
vennootschappen in laagbelastende jurisdicties een wezenlijk risico meebrengen
dat door het concern als geheel te weinig belasting wordt betaald en dat daardoor
in strijd met de geest van de regels wordt gehandeld. Het kabinet adresseert dit
risico met zijn voorstel voor een bronheffing op rente en royalty’s in
misbruiksituaties en naar low tax jurisdictions.
Vraag 6
Welke andere redenen hebben vennootschappen, zonder reële economische
activiteit (lees: substantie), om zich te vestigen in Nederland? Kunt u een
uitgebreid overzicht hiervan geven?
Antwoord op vraag 6
In antwoord op vragen van de leden Diks en Van der Lee8
heeft mijn
ambtsvoorganger aangegeven dat multinationals en investeringsmaatschappijen
regelmatig gebruik van Nederland maken als onderdeel van hun
vennootschapsrechtelijke inrichting vanwege het gunstige vestigingsklimaat.
Verschillende factoren dragen hieraan bij. Naast fiscale vestigingsfactoren heeft
Nederland bijvoorbeeld een kwalitatief onderscheidend civielrechtelijk stelsel en
bijbehorende rechtspleging, hoogopgeleide en internationaal georiënteerde
werknemers en een goede infrastructuur. Binnen de vennootschapsrechtelijke
inrichting worden soms verschillende Nederlandse vennootschappen gebruikt voor
verschillende activiteiten, bijvoorbeeld omdat het wenselijk is dat de activiteiten
juridisch afgescheiden plaatsvinden, terwijl het grootse deel van de substance is
geconcentreerd in één vennootschap. Dit is overigens ook binnen het MKB niet
ongebruikelijk.
Vraag 7
Hoe vaak heeft het rulingteam van de Belastingdienst (APA-ATR team) zekerheid
vooraf gegeven aan een vennootschap zonder reële economische activiteit over
de betalen belasting in Nederland?
Vraag 8
Kunt u aangeven hoe vaak er een ruling is afgegeven voor enkel en alleen een
vennootschap die rente en/of royalty’s betrof, voor een vennootschap die geen
rente en/of royalty’s betrof en voor een mix van rente en/of royalty’s en andere
belastingen betrof?
Antwoord op de vragen 7 en 8
Op basis van het ATR-besluit9
wordt een verzoek tot zekerheid vooraf slechts in
behandeling genomen indien het verzoekende lichaam voldoet aan de in de bijlage
bij het besluit genoemde substance-eisen op het gebied van de reële
aanwezigheid, dan wel het concern waartoe het verzoekende lichaam behoort in
Nederland operationele activiteiten uitoefent of daartoe concrete plannen heeft.
Daarnaast wordt geen Advance Pricing Agreement (APA) gesloten indien een
dienstverleningslichaam niet voldoet aan één of meer van de in de bijlage bij dat
besluit opgenomen vereisten op het gebied van de reële aanwezigheid in
Nederland of geen reële risico’s loopt.
Een dienstverleningslichaam is een lichaam waarvan de werkzaamheden in een
jaar hoofdzakelijk bestaan uit het rechtens dan wel in feite direct of indirect
ontvangen en betalen van rente, royalty’s, huur of leasetermijnen, onder welke
naam en in welke vorm dan ook, van, onderscheidenlijk aan, niet in Nederland
gevestigde lichamen die behoren tot het concern waarvan de belastingplichtige
deel uitmaakt. In 2014 zijn 39, in 2015 zijn 48 en in 2016 zijn 31 APA’s afgesloten
met een dienstverleningslichaam dat aan de vereisten voldoet op het gebied van
reële aanwezigheid (substance) in Nederland.
Vraag 10
Hoeveel werkgelegenheid biedt de trustsector/de brievenbus-bv’s in Nederland?
Uit welke functies bestaat de personeelsopbouw?
Cijfers omtrent werkgelegenheid in de trustsector worden niet bijgehouden. In
aansluiting op gepubliceerde cijfers van het SEO schat de branchevereniging,
Holland Quaestor, dat de gereguleerde trustsector rechtstreeks goed is voor 2500
voltijd banen c.q. 3200 werknemers. Dat zijn banen die een direct verband
houden met het verrichten van trustdiensten. De trustsector is heel divers en kent
qua personeelsopbouw geen vast stramien. Op dit moment zijn er 224
vergunninghoudende gereguleerde marktspelers actief, variërend van grote
internationaal opererende spelers met honderden werknemers die zijn gevestigd
op de op het internationaal bedrijfsleven gerichte locaties in Nederland tot
eenmansondernemingen.
1 Uitspraak Rutte in debat over de Regeringsverklaring op 2 november: “We gaan tegelijkertijd ook de brievenbusbv's
het leven zuur maken”.
2 Uitspraak Rutte in debat over de Regeringsverklaring op 2 november: “Daar gaan we een bronbelasting invoeren
op dividend, rentes en royalty's”.
3 Regeerakkoord Rutte III. Pagina 36: “De dividendbelasting wordt afgeschaft. Tegelijkertijd wordt, om
brievenbusconstructies tegen te gaan, een bronbelasting op rente en royalty’s ingevoerd op uitgaande financiële
stromen naar landen met zeer lage belastingen (low tax jurisdictions). Financiering met eigen vermogen wordt ook
aantrekkelijker door de aftrekbaarheid van vreemd vermogen te beperken”.
4 Uitspraak Van Haersma Buma in debat over de Regeringsverklaring op 1 november: “Dat is de doorbraak die we
hebben bereikt, dat is iets wat het vorige kabinet niet lukte. Dat is dat we brievenbusfirma's eindelijk gaan
belasten”.
5 Uitspraak van Segers in het debat over de Regeringsverklaring op 1 november: “Twee: we willen van bepaalde
banen af. Dat is aan de Zuidas, dat zijn die brievenbusfirma's aan de Amsterdamse grachten. Daar willen wij
vanaf”.
6 http://www.seo.nl/uploads/media/2013-31_Uit_de_schaduw_van_het_bankwezen_01.pdf
7 Kamerstukken II 2012/13, 25 087, nr. 60.
8 Aanhangsel Handelingen II 2016/17, 2512.
9 Besluit van 12 juni 2014, nr. DGB 2014/3099.