Antwoorden op Kamervragen van het Kamerlid Westerveld (GL) over het bericht
dat meer kinderen in een gesloten jeugdinstelling belanden (2017Z15196).
1
Hebt u kennisgenomen van het artikel in Trouw 1) en het bericht van Jeugdzorg
Nederland over dat meer kinderen in een gesloten jeugdinstelling belanden? 2)
Ja.
2
Kunt u verklaren waarom er in de eerste helft van 2017 maar liefst 12% meer
kinderen in een gesloten jeugdinstelling zijn geplaatst dan in de eerste helft van
2014? Deelt u de opvatting dat dit een onbedoelde en onwenselijke ontwikkeling
is? Zo ja, kunt u dit verder toelichten? Zo nee, waarom niet?
Jeugdzorg Nederland meldt dat uit de plaatsingsmonitor blijkt dat meer jeugdigen
worden geplaatst in jeugdhulpplus. Verder blijkt dat de aantallen geplaatste
jeugdigen per regio sterk verschilt.
Ook de cijfers van de beleidsinformatie jeugd over gesloten plaatsingen laten een
stijging zien van het aantal cliënten in gesloten jeugdhulp (Jeugdhulpplus + BOPZ).
Hier bedraagt de stijging tussen 1e
helft 2016 en 1e
helft 2017 6,25%1
. Uit de
standcijfers gesloten plaatsing blijkt dat er op 30 juni 2017 30 kinderen minder in
gesloten plaatsing zijn opgenomen dan op 30 juni 20152
. Een mogelijke verklaring
hiervoor is dat kinderen korter worden geplaatst en dat de bezettingsgraad voor
gesloten opvang daalt.
5
Kunt u toelichten hoe de stijging van het aantal jongeren in gesloten
jeugdinstellingen zich verhoudt tot het aantal beschikbare medewerkers in de
zorg? Zijn er voldoende medewerkers in de jeugdzorg die hulp kunnen verlenen en
zorg kunnen bieden aan jongeren die dat nodig hebben? Is de werkdruk in de
jeugdzorg volgens u acceptabel?
Zoals ik in het antwoord op vraag 2 heb aangegeven, is het onzeker of het beroep
op jeugdhulpplus de facto stijgt of zelfs daalt en kan ik hier in relatie tot de ervaren
werkdruk geen uitspraken over doen. Het is het belangrijk dat de werkdruk in
Jeugdhulpplus acceptabel blijft. Mede daarom zal ik samen sociale partners
onderzoekdoen naar de arbeidsmarkt in de brede jeugdhulp, inclusief jeugdhulpplus
.
4
Bent u bereid onderzoek te doen naar de oorzaken van de stijging van het aantal
plaatsingen in de gesloten jeugdzorg: welke voorgeschiedenis hebben de jongeren,
via welke verwijzer komen ze in de gesloten jeugdzorg terecht en welke lessen
kunnen hier uit getrokken worden?
Ik stel Jeugdzorg Nederland met een effectmonitor jeugdhulpplus in staat te
zoeken naar verklaringen voor verschillen in de bezetting en behandeling tussen
de jeugdhulpplus instellingen. Ik zal hen vragen dit onderwerp in het kader van deze
effectmonitor jeugdhulpplus te gaan onderzoeken.
5
Bent u bereid nader onderzoek te doen naar de grote toename van het aandeel
vrijwillige plaatsingen (dus zonder jeugdbeschermingsmaatregel)? Hoe is deze
stijging te verklaren? Speelt de afname van residentiële plekken in de jeugd-ggz
een rol, speelt het kennisniveau van de wijkteams een rol en welke andere
verklaringen zijn er?
Ja, ik ben bereid nader onderzoek te doen. Deze vraag kan worden meegenomen
door Jeugdzorg Nederland in het onderzoek voor de effectmonitor.
6
Erkent u dat de bezuinigen waarmee de Jeugdwet is ingevoerd, sterke negatieve
effecten hebben op de kwaliteit van zorg voor jeugdigen? Zo nee, waarom niet? Zo
ja, hoe staat u tegenover verhoging van het budget voor de jeugdzorg, zodat dit
soort problemen in de toekomst worden voorkomen? Zo nee, welke andere
oplossingen ziet u?
Ik zie dat de Jeugdwet de kwaliteit van de beroepsuitoefening stimuleert en op een
hoger plan brengt. De Jeugdwet realiseert de professionalisering van
beroepsbeoefenaren in de jeugdhulp, middels de oprichting van een register,
ethische code en het tuchtrecht. Dankzij de eisen voor de verplichte registratie
kunnen jeugdhulpwerkers zich bij- en nascholen. Hierdoor zal de
beroepsuitoefening in de brede jeugdhulp stijgen.
7
Bent u het met Jeugdzorg Nederland eens dat extra investeringen nodig zijn voor
vernieuwende methoden en zorgvormen waarmee plaatsing in een gesloten
jeugdinstelling voorkomen kan worden? Bent u het met lector Peer van der Helm
eens dat er daarnaast extra geld nodig is voor de bestaande zorg?
Met ondersteuning van VWS hebben de VNG en branches afspraken gemaakt over
een meerjarenaanpak van het specialistische zorglandschap. In dit kader hebben
circa 60 sleutelpersonen van gemeenten, aanbieders en het Rijk - op initiatief van
de ambassadeur Zorglandschap – afgelopen juli tijdens een 24-uurbijeenkomst
indringend met elkaar de acties verkend die nodig zijn om de transformatie te
versnellen.
Om de transformatie verder te brengen en de veranderdoelen van de Jeugdwet te
realiseren - preventie, tijdig passende hulp, laagdrempelig in de buurt, integraal –
zijn in deze kabinetsperiode nog forse inspanningen van gemeenten en
jeugdhulpaanbieders nodig.
Daarom hebben gemeenten binnen de jeugdregio’s het initiatief genomen om
samen met aanbieders een regionaal plan van aanpak op te stellen. Dit plan
beschrijft wat voor aanbod en ontwikkeling van specialistische jeugdhulp nodig is,
hoe het totale aanbod is geborgd en het samenspel is ingericht. De ambassadeur
Zorglandschap vraagt de jeugdregio’s hier actief invulling aan te geven en geeft
eind december 2017 inzicht in de stand van zaken.
Daarnaast zijn in het Regeerakkoord zijn extra middelen gereserveerd (€ 54 mln)
om de transformatie te stimuleren. Ik stel de invulling hiervan de komende
maanden vast in overleg met gemeenten en de jeugdsector.
8
Hoe verhouden de aanbestedingen in de jeugdzorg zich tot de geleverde zorg die
nodig is in bijvoorbeeld instellingen? Erkent u dat door de
aanbestedingssystematiek de focus in de onderhandelingen te veel komt te liggen
op de kosten in plaats van op de geleverde zorg?
Bij een aanbesteding worden criteria geformuleerd voor kwaliteit en prijs. Een
aantal gerechtelijke procedures hebben laten zien dat gemeenten hun
onderbouwing voor de prijs zorgvuldig moeten omschrijven.
9
Bent u van mening dat het jeugdhulpstelsel nu nog tekort schiet als het gaat om
de beschikbaarheid van lichtere en zwaardere zorgvormen, waardoor er
opgeschaald en afgeschaald kan worden tussen instellingen en ambulante zorg?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u de genoemde knelpunten in het artikel verder
toelichten?
Zie antwoorden op vragen 3 en 7.
10
Wanneer wordt de evaluatie van de Jeugdwet naar de Tweede Kamer gestuurd?
Wordt deze problematiek daarin geëvalueerd? Op welke termijn wordt er nu al
actie ondernomen om deze knelpunten op te lossen?
Ik verwacht de evaluatie van de Jeugdwet in het voorjaar van 2018 aan de Tweede
Kamer te kunnen aanbieden. De evaluatie gaat in op de vraag hoe de Jeugdwet
drie jaar na invoering uitpakt voor kinderen en ouders, gemeenten als regisseurs
en voor jeugdhulpaanbieders en professionals.
1
2 http://jeugdstatline.cbs.nl/Jeugdmonitor/publication/?
VW=T&DM=SLNL&PA=20188NED&D1=11&D2=0&D3=0,21-
24&D4=1,l&HD=171121-1606&HDR=G3,G1,G2&STB=T