2017Z15874
Vragen van het lid Leijten (SP) aan de minister van Financiën over het
bericht dat een bankenlobby een EU-voorstel om de schade van een
bank-run te beperken bestrijdt (ingezonden 21 november 2017)
Vraag 1
Kent u het bericht “US banks fight EU proposal to limit damage of bank runs”?1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw appreciatie van het EU-voorstel om EU-lidstaten in staat te stellen
tijdelijk de deposito’s van kwetsbare banken te bevriezen indien er een bankrun
dreigt? Kunt u aangeven wat de stand van zaken is van het behandeltraject van dit
EU-voorstel ?
In juni 2016 hebben de Europese ministers van Financiën onder het Nederlands
voorzitterschap een routekaart afgesproken voor het voltooien van de bankenunie.
Hierin zijn meerdere afspraken gemaakt om risico’s in het Europees bankwezen te
reduceren. Onderdeel van deze afspraken is dat de Europese Commissie zou
nagaan of een moratoriuminstrument zou kunnen bijdragen aan de stabilisatie van
banken die in problemen komen. Het idee van een moratorium is dat de uitstroom
van passiva gedurende een korte periode worden bevroren. Op dit moment
onderhandelt de Raad over haar standpunt ten aanzien van een breder pakket aan
Commissievoorstellen uit november 2016, waaronder ook over het moratorium.2
Nederland heeft zich hierbij positief opgesteld met betrekking tot het creëren van
de mogelijkheid hiertoe. Wel dient een moratorium met grote terughoudendheid te
worden ingezet.
Vraag 3
Welk belang gaat er volgens u schuil achter de brief van de sterkste Amerikaanse
banken lobby’s, waarin zij ervoor waarschuwen dat het EU-voorstel de financiële
stabiliteit zou ondermijnen? Hoe oordeelt u over de argumenten van deze banken?
Een moratorium kan tijdelijke gevolgen hebben voor de tegenpartijen van een
bank. In noodsituaties kan het soms echter onvermijdelijk zijn om de uitstroom van
middelen tijdelijk te beperken. Daarmee kan de stabiliteit van een bank en het
systeem worden gewaarborgd. Daarom ben ik van mening dat een moratorium,
indien nodig, met zorgvuldigheid en onder strenge voorwaarden moet worden
kunnen ingezet.
Vraag 4
Welke landen steunen het voorgestelde moratorium en welke landen verzetten
zich?
Lidstaten verschillen van mening over de reikwijdte en duur van het moratorium.
Zo zijn sommige lidstaten van mening dat de reikwijdte van moratoria zoveel
mogelijk moet worden ingeperkt en bijvoorbeeld deposito’s niet onder de
reikwijdte zouden moeten vallen. Andere lidstaten stellen juist dat deposito’s wel
onder een moratorium zouden moeten vallen, om de effectiviteit van een
moratorium te vergroten. Daarnaast verschillen lidstaten van mening over de
toegestane duur van het moratorium.
Vraag 5
Deelt u de mening van Elke König, baas van de Single Resolution Board (SRB), dat
het instellen van een dergelijk moratorium topprioriteit zou moeten zijn als het
gaat om het stabiliseren van de bancaire sector? 1) Zo ja, waarom? Zo nee,
waarom niet?
In het artikel waar het lid Leijten naar verwijst stelt Elke König dat een moratorium
de uitstroom van liquiditeit bij een bank in problemen kan helpen voorkomen.
Tegelijkertijd geeft zij ook aan dat gezamenlijke regels nodig zijn om de bail-in van
bepaalde typen crediteuren makkelijker te maken.3
Zoals gezegd sta ik in beginsel positief tegenover de mogelijkheid om onder
bepaalde voorwaarden passiva te kunnen bevriezen. Er is echter meer nodig dan
alleen een moratorium om ervoor te zorgen dat banken in de problemen efficiënt
en ordentelijk kunnen worden afgewikkeld. Daarom deel ik de mening van Elke
König dat regels die bail-in van bepaalde crediteuren makkelijker maken kunnen
bijdragen aan het vergroten van de stabiliteit van de bancaire sector. Daarom is
het ook goed dat de Raad en het Europees Parlement in oktober een akkoord zijn
overeengekomen over een gemeenschappelijke aanpak van de
crediteurenhiërarchie. Deze aanpak voorziet in een nieuwe laag schulden die aan
de faillissementsladder van banken wordt toegevoegd, zogenoemde ‘nietpreferente
senior schuld.’ Over dit specifieke voorstel is uw Kamer eerder
geïnformeerd.4
Deze nieuwe laag schuld moet er toe bijdragen dat banken
beschikken over voldoende bail-inbare buffers en hierdoor beter afwikkelbaar zijn
wanneer zij in problemen komen.
Daarnaast ben ik van mening dat voor een stabiele bancaire sector, banken ook in
voldoende mate buffers moeten aanhouden om bail-in mogelijk te maken. Ook is
van belang dat deze buffers van voldoende achtergestelde kwaliteit zijn. Daarmee
wordt gewaarborgd dat banken in problemen ordelijk kunnen worden afgewikkeld,
en eventuele verliezen gedragen kunnen worden door aandeelhouders en
investeerders. Hiertoe heeft de Europese Bankenautoriteit in 2015 een kader voor
MREL ontworpen dat vervolgens door de Europese Commissie is vastgesteld. Op
basis daarvan heeft de SRB in 2016 niet-bindende doelstellingen gecommuniceerd
aan enkele banken. In 2017 heeft de SRB voor het eerst MREL-eisen (minimum
requirement for own funds and eligible liabilities) opgelegd aan banken. Dit
raamwerk wordt nu herzien als onderdeel van het voornoemde pakket van EUvoorstellen.
Hierover en over het standpunt van dit kabinet is uw Kamer recentelijk
per brief geïnformeerd.5
Vraag 6
Deelt u de mening dat de bankenlobby op mondiale schaal veel teveel macht heeft
op wet- en regelgeving, zowel in de Europese Unie als daarbuiten? Zo nee, kunt u
uw antwoord toelichten? Zo ja, welke voorstellen bent u bereid te doen teneinde
de bankenlobby aan banden te leggen?
Ik kan niet beoordelen in hoeverre banken wet- en regelgeving op mondiale schaal
beïnvloeden. Wel is het van belang dat wet- en regelgeving effectief is. Daarvoor is
het belangrijk te weten wat de impact hiervan op banken is. Mede daarom wordt in
Nederland, maar ook binnen de EU, nieuwe wetgeving vooraf openbaar
geconsulteerd. Ook banken kunnen daarop reageren.
Het ministerie van Financiën streeft naar openheid en transparantie over haar
contacten met externe partijen. Daarom is er een gedragslijn opgesteld voor
medewerkers van het ministerie. Deze dient als leidraad bij het onderhouden van
contacten met externe partijen. Naast een openbare consultatie, vereist de
gedragslijn ook een uitgebalanceerde verdeling van betrokken partijen op het
betreffende terrein. Deze gedragslijn vereist ook dat bij nieuwe wetgeving een
lobbyparagraaf wordt opgenomen met een verslag van de consultatie, en inzage
biedt in de belangenafweging op hoofdlijnen.6
1 https://www.ft.com/content/a7c53910-be56-11e7-b8a3-38a6e068f464
2 https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2017/11/27/geannoteerde-agenda-eurogroep-enecofinraad-4-en-5-december-2017
3 https://www.ft.com/content/545c1790-7b7f-11e7-ab01-a13271d1ee9c
4 Vergaderjaar 2016-2017 Kamerstuk 21501-07 nr. 1454
5 Vergaderjaar 2016-2017 Kamerstuk 21501-20, nr. 1472
6 https://www.rijksoverheid.nl/documenten/richtlijnen/2016/08/29/gedragslijn-externe-contacten-ministerie-vanfinancien