Antwoorden op vragen van het lid Gerbrands (PVV) aan de minister van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport over miljoenen aan onwettige subsidies
verstrekt door ZonMw. (ingezonden 4 oktober 2017)
1
Kent u het bericht ‘Miljoenen aan subsidies onwettig verstrekt’? 1)
1.
Ja.
2
Deelt u de mening dat belangenverstrengeling bij subsidieaanvragen te allen tijde
voorkomen dient te worden?
2.
Ja.
3
Deelt u de mening dat het niet toegestaan zou moeten zijn dat leden van een
commissie die subsidieaanvragen beoordelen, zelf ook subsidieaanvragen kunnen
indienen? Zo ja, hoe heeft dit dan toch kunnen gebeuren? Zo nee, waarom niet?
3.
Wat mij betreft kan er geen misverstand over bestaan dat leden van een
beoordelingscommissie niet betrokken kunnen zijn bij de beoordeling van hun
eigen subsidieaanvragen. Artikel 4 van de Gedragscode Belangenverstrengeling
ZonMw (uitzonderingsclausule) maakte dit echter wel mogelijk. Naar aanleiding
van een oordeel van de onafhankelijke bezwaarschriftencommissie van ZonMw in
2015 heeft ZonMw dan ook besloten om dit artikel met ingang van 2016 niet meer
toe te passen. ZonMw zal de Gedragscode Belangenverstrengeling ZonMw
evalueren en vervolgens aanscherpen. Artikel 4 zal daarbij worden geschrapt.
4
Dienen de betreffende aanvragen niet opnieuw beoordeeld te worden? Zo nee,
waarom niet?
4.
Door de uitzonderingsbepaling in de gedragscode van ZonMw is de schijn van
belangenverstrengeling (conform artikel 2:4 Algemene wet bestuursrecht)
onvoldoende bewaakt. Dat betekent echter niet zonder meer dat bij de
besluitvorming door ZonMw over de toekenning van subsidies ook sprake is
geweest van belangenverstrengeling.
Gelet op de checks and balances in het beoordelingsproces van subsidieaanvragen
van ZonMw, zoals het referentenoordeel en het pre-advies, en het feit dat de
uitzonderingsclausule vanaf 2016 niet meer is toegepast, bestaat er geen
aanleiding om de betreffende aanvragen opnieuw te beoordelen. Ook praktisch
gezien is het niet meer mogelijk om een subsidieronde uit 2015 over te doen
aangezien de toegekende subsidie al aan onderzoek is besteed.
5
Kunt u aangeven hoeveel miljoenen aan subsidies op deze wijze verstrekt zijn en
voor welke programma’s?
5.
Uit het feitenrelaas van ZonMw, dat ik u tegelijkertijd met deze antwoorden
toestuur, blijkt dat in een aantal gevallen de uitzonderingsclausule weliswaar is
toegepast, maar dat was destijds conform de Gedragscode
Belangenverstrengeling ZonMw. Als de uitzonderingsclausule werd toegepast is in
geen enkele van deze situaties een commissielid met directe betrokkenheid
aanwezig geweest bij de bespreking van zijn of haar eigen aanvraag.
In de periode 2010-2015 is in 3.5% van het totale toegekende subsidiebudget van
€ 710 miljoen sprake geweest van directe betrokkenheid waarbij gebruik is
gemaakt van de uitzonderingsclausule. In deze periode zijn een kleine 9.700
subsidieaanvragen in 316 subsidierondes ingediend. Van de 144 aanvragen
waarbij sprake was van directe betrokkenheid zijn destijds 72 aanvragen (0,74%
van 9.700) gehonoreerd.
6
Bent u bereid ook andere jaren te laten onderzoeken bij ZonMw op deze onwettige
toekenning van subsidies?
6.
Er is geen sprake geweest van onwettige toekenning van subsidies. De analyse die
ZonMw heeft uitgevoerd naar aanleiding van de berichtgeving over vermoedens
van onrechtmatig verstrekte subsidies loopt van 2010 tot en met oktober 2017. Ik
acht dit voldoende.
7
Kunt u uitleggen waarom ZonMw deze werkwijze bij de programma’s
Huisartsengeneeskunde en Ouderengeneeskunde nog steeds toestaat?
7.
In december 2016 heeft ZonMw met de stichting SBOH besproken dat ook bij dit
programma de uitzonderingsclausule uit de Gedragscode Belangenverstrengeling
ZonMw niet langer wordt toegepast. SBOH is een non-profit organisatie en vervult
de rol van werkgever van artsen die in opleiding zijn tot huisarts, tot arts voor
verstandelijk gehandicapten of tot specialist ouderengeneeskunde. De SBOH
financiert hun opleiding.
De werkwijze in dit programma Huisartsengeneeskunde en Ouderengeneeskunde
is aangepast. In de lopende ronde in 2017 mogen commissieleden die zelf
(mede)aanvrager zijn niet meer deelnemen aan de beoordelingscommissie.
8
Waarom zijn de betreffende leden van de commissie van ZonMw niet uit hun
functie gezet, nu zij zichzelf op deze manier met subsidiegeld hebben verrijkt?
8.
De analyse van ZonMw heeft geen aanleiding gegeven om aan te nemen dat er
sprake is van persoonlijke verrijking van commissieleden met subsidiegeld.