Hierbij stuur ik u de antwoorden op de vragen van de leden Westerveld en
Van Tongeren (beiden GroenLinks) over het rapport van de Kinderombudsman over
aandacht voor kinderen en jongeren in het aardbevingsgebied (ingezonden op 1
november 2017, kenmerk 2017Z14519).
1
Heeft u kennisgenomen van het rapport van de Kinderombudsman ‘Vaste grond
gezocht. Kinderen en jongeren in het aardbevingsgebied’?1
Antwoord
Ja.
2
Hoe worden de belangen van kinderen op dit moment meegewogen in de
besluitvorming over gaswinning, herstel en bouwwerkzaamheden? Bent u van
mening dat dit voldoende is? Zo ja, kunt u dit toelichten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
In de besluitvorming over gaswinning uit het Groningenveld, het herstel van
schade en het versterken van woningen staat de veiligheid van alle Groningers,
groot en klein, centraal. Daarbij is er onder meer speciale aandacht voor scholen,
die voorrang krijgen bij de versterking. Met de betreffende gemeenten is een
scholenprogramma ontwikkeld. Daarin gaat de versterking en bouw van nieuwe
scholen gepaard met verduurzaming en wordt ingespeeld op de gevolgen van
krimp, leerlingendaling en het onderwijsaanbod in de regio. Op deze manier wordt
de veiligheid van kinderen in het aardbevingsgebied nu en in de toekomst
geborgd. Dat laat onverlet dat er aandacht nodig is voor het effect dat deze
ontwikkelingen hebben op kinderen en het bespreekbaar maken daarvan, zoals de
Kinderombudsman aanbeveelt. De Nationaal Coördinator Groningen (NCG) heeft
aangegeven rekening te houden met de aanbevelingen van de Kinderombudsman
in de uitvoering van en communicatie over de werkzaamheden.
3
Is het mogelijk om onzekerheid bij kinderen weg te nemen door gedwongen
verhuizingen zodanig te organiseren dat de kinderen niet van school, sportclubs of
voor- en naschoolse opvang hoeven te wisselen? Zo ja, waarom wordt dit nu nog
niet voldoende gedaan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Indien blijkt dat een huis in Groningen versterkt moet worden, zodanig dat
bewoners er niet in kunnen blijven wonen tijdens de werkzaamheden, worden
bewoners (tijdelijk) in een wisselwoning gehuisvest. Dit vindt in overleg met de
bewoners plaats. In beginsel wordt gezocht naar een locatie zo dicht mogelijk bij
de eigen woning.
4
Vanaf wanneer zullen kinderen uitsluitend naar scholen of de voor- en naschoolse
opvang gaan in een gebouw dat voldoet aan de veiligheidsnormen voor
aardbevingsbestendig bouwen?
Antwoord
Middels het scholenprogramma wordt onder regie van de NCG gewerkt aan het
aardbevingsbestendig en toekomstbestendig maken van 101 schoolgebouwen in
gemeenten die te kampen hebben met de gevolgen van de bodembeweging als
gevolg van de gaswinning.2
Bij alle scholen is gecontroleerd of er risico is op
vallende objecten (zoals schoorstenen, kasten of ornamenten). Hiervoor zijn reeds
maatregelen genomen. Alle betrokkenen hebben zich gecommitteerd aan het
streven het scholenprogramma uiterlijk in 2020 af te ronden.
5
Bent u bereid om de informatievoorziening richting kinderen over aardbevingen te
verbeteren, aangezien uit het rapport van de Kinderombudsman blijkt dat de
informatievoorziening onvoldoende is? Zo ja, hoe en op welke termijn gaat u dit
doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Uitgangspunt in de communicatie over aardbevingen is dat er oog is voor alle
bewoners: volwassenen en kinderen. Voor de versterking van elke woning wordt
met de bewoners een individueel gesprek gevoerd. Die gesprekken worden
gevoerd door bewonersbegeleiders die een sociaal-maatschappelijke en/of
medische achtergrond hebben en een professioneel netwerk in de betreffende
gemeente. Deze mensen zijn erop getraind om signalen op te vangen die erop
wijzen dat bewoners, waaronder kinderen, zich niet prettig voelen bij de situatie en
maken dit bespreekbaar.
In het algemeen streeft de NCG naar een duidelijke en transparantie
informatievoorziening en laat mij weten het advies van de Kinderombudsman zeer
ter harte te nemen. De NCG zal zich samen met alle betrokkenen inzetten om
waar mogelijk de informatievoorziening aan de bewoners, en in het bijzonder
richting kinderen, verder te verbeteren.
6
Herinnert u zich een rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid waarin werd
aanbevolen om het reduceren van onzekerheid en het transparant maken van
onzekerheid te betrekken bij de communicatie naar burgers? In hoeverre en hoe
gebeurt dit richting kinderen? Zo nee, waarom is hier niet voor gekozen?3
7
Klopt het dat het ontwikkelde lespakket over aardbevingen tot op heden niet
grootschalig wordt gebruikt? Zo ja, hoe komt dat en hoe bent u van plan het
gebruik van dit lespakket breder te stimuleren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6 en 7
De NCG besteedt in zijn communicatie aandacht aan onzekerheden met
betrekking tot de aardbevingenproblematiek en is transparant in hetgeen nog niet
bekend is. Dat kan bijvoorbeeld gaan over het omgaan met nieuwe informatie die
mogelijk effect heeft op de noodzaak tot versterkingsmaatregelen aan woningen.
Het lespakket over aardbevingen is ontwikkeld door de Veiligheidsregio in
samenwerking met onder meer de GGD, Rijksuniversiteit Groningen en drie
basisscholen. Het lesprogramma gaat over aardbevingen en gaswinning in
Groningen en heeft als doel om het gevoel van veiligheid bij kinderen te vergroten.
Het is aangeboden aan alle basisscholen in de provincie Groningen. Cijfers over
het gebruik van het lespakket zijn niet bekend, maar de bevindingen van de
Kinderombudsman laten de toegevoegde waarde ervan zien. De NCG geeft aan
het gebruik van dit lespakket op de basisscholen graag breder te stimuleren en zal
hier binnen het scholenprogramma extra aandacht aan besteden.
8
Kent u het onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen waaruit blijkt dat de
gezondheid van mensen uit het aardbevingsgebied aanzienlijk slechter is dan
elders in Nederland? Is dit ook het geval bij kinderen? Zo ja, welke maatregelen
bent u van plan te nemen om dit te verhelpen? Zo nee, waarom niet?4
Antwoord
Ik ben bekend met het onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen. De NCG
werkt onder meer naar aanleiding van dit onderzoek samen met betrokken
instanties aan een plan van aanpak. Hierbij heeft de doelgroep kinderen en
jongeren nadrukkelijk de aandacht.
9
Bent u bereid om de aanbeveling in dit rapport tot een breder onderzoek naar
kinderen in het aardbevingsbeleid uit te voeren? Zo ja, wat is uw plan van aanpak?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Het rapport van de Kinderombudsman biedt waardevol inzicht in het effect dat de
aardbevingen kunnen hebben op kinderen in het gebied. De NCG coördineert
onderzoek en kennisontwikkeling over aardbevingen en de leefbaarheid in
Groningen en zal mede aan de hand van het rapport van de Kinderombudsman
bezien hoe de impact voor kinderen en jongeren hier meer in betrokken kan
worden.
1
http://www.dekinderombudsman.nl/ul/cms/fck-uploaded/2017.KOM010Vastegrondgezocht.pdf
2
Loppersum, Ten Boer, Appingedam, Delfzijl, Eemsmond, Slochteren, Hoogezand-Sappemeer, Menterwolde en
Bedum.
3
https://www.onderzoeksraad.nl/uploads/phase-docs/843/f1dab4e57b2crapport-opvolging-groningen.pdf
4
https://www.groningsperspectief.nl/wp-content/uploads/2016/04/Gronings-Perspectief-Tussenrapport-1.pdf