Antwoorden van de minister van Justitie en Veiligheid, mede namens de
minister voor Rechtsbescherming, op de schriftelijke vragen van het lid
Koopmans (VVD) over een droneverbod vanwege privacy (ingezonden
25 oktober 2017, nr. 2017Z14200)
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht “Molenaars Kinderdijk willen droneverbod
vanwege privacy”?1
Antwoord op vraag 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u een overzicht geven van privacy-gerelateerde klachten over en
schendingen door hobbydrones in Nederland? Zo nee, kunt u hier op
korte termijn een studie naar laten doen?
Antwoord op vraag 2
De Autoriteit Persoonsgegevens heeft de afgelopen twee jaar niet of nauwelijks
signalen ontvangen over het gebruik van drones. Bij de politie worden alle
overtredingen of meldingen met betrekking tot drones verwerkt in het
bedrijfsprocessensysteem BVH. Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen
overtredingen die gerelateerd zijn aan privacy en andere overtredingen, zoals
gevaar voor de luchtvaart. Een overzicht van deze meldingen en overtredingen
laat het volgende beeld zien:
Jaar Hobby Beroep
s
Aantal
PV’s
Aantal
drones
jan-dec
2016
52 5 37 101
jan-jun
2017
35 4 13 54
Vraag 3
Hoe beoordeelt u de proliferatie van anonieme hobbydrones met
camera's? Hoe beoordeelt u de miniaturisering van hobbydrones en de
ontwikkeling van hobbydrones die niet als drone herkenbaar zijn, maar
bijvoorbeeld op vogels of insecten lijken?
Antwoord op vraag 3
De productie en verkoop van hobbydrones met camera’s zie ik niet als
bezwaarlijk, wel het eventuele gebruik daarvan op een wijze die de privacy
schendt. Dit geldt ook voor geminiaturiseerde drones of voor drones die op
bijvoorbeeld vogels of insecten lijken. Het gebruik van dergelijke drones kan nuttig
zijn bij het maken van bijvoorbeeld een natuurfilm. Daarbij hoeft de privacy van
mensen niet in het geding te zijn. Zie verder het antwoord op vraag 5.
Vraag 4
Met welke fysieke middelen kunnen vluchten van hobbydrones, die de
privacy van burgers schenden, worden bestreden? Hoe werkt dit als de
bestuurder van de drone niet geïdentificeerd kan worden?
Antwoord op vraag 4
Aan het tegengaan van het gebruik van drones waarmee de privacy wordt
geschonden, kan worden bijgedragen door deze uit te rusten met een
identificatiechip of -unit en een drone-volgsysteem te ontwikkelen. De Europese
Commissie is voornemens om de identificatie van drones te realiseren door middel
van het opleggen van producteisen aan de industrie. Ook overweegt de
Commissie om een drone-volgsysteem te laten ontwikkelen.2
Daarnaast zou ook
een zogenoemd geofencingsysteem kunnen bijdragen aan het voorkomen van
privacyschendingen door drones. Op dit moment wordt in Europees verband
regelgeving voorbereid die producenten van drones door middel van producteisen
verplicht om een geofencingsysteem op drones te installeren.3
Weliswaar heeft
deze verplichting vooral tot doel om de luchtvaartveiligheid te vergroten, maar op
termijn zou geofencing ook kunnen worden ontwikkeld tot een techniek om
vliegen boven de bebouwde kom of gebieden waarbinnen zich grote
mensenmenigten bevinden, te beperken. In dat geval zou ook de bescherming
van de privacy daarmee gediend zijn. Een dergelijk systeem kan ook functioneren
zonder identificatie van de bestuurder van de drone.
Vraag 5
Met welke juridische middelen kunnen vluchten van hobbydrones, die de
privacy van burgers schenden, worden bestreden? Hoe werkt dit als de
bestuurder van de drone niet geïdentificeerd kan worden?
Antwoord op vraag 5
Tegen het gebruik van drones dat de privacy schendt, kunnen verschillende
juridische middelen worden ingezet. Als bij dat gebruik sprake is van heimelijk
filmen, kan dit strafbaar zijn op grond van de artikelen 139f en 441b van het
Wetboek van Strafrecht. In dat geval kan men aangifte doen bij de politie. Verder
stelt de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) voorwaarden aan het
verwerken van persoonsgegevens en daarmee ook aan het verwerken daarvan
met behulp van drones. Bij een overtreding van deze wet kan een
belanghebbende op grond van artikel 60 Wbp aan de Autoriteit Persoonsgegevens
verzoeken een onderzoek daarnaar in te stellen. Op 25 mei a.s. wordt de Wbp
vervangen door de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) en zal
vanaf die datum een betrokkene op grond van artikel 77 AVG een klacht bij de
Autoriteit Persoonsgegevens kunnen indienen, als hij van mening is dat de
verwerking van persoonsgegevens met behulp van een drone inbreuk op deze
verordening maakt. De bepalingen uit de Luchtvaartregelgeving, die het vliegen
met drones boven mensenmenigten en aaneengesloten bebouwing verbieden, zijn
weliswaar opgesteld met het oog op de luchtvaartveiligheid, maar dragen indirect
ook bij aan de bescherming van de privacy.4
Bij een overtreding van deze
bepalingen kan de politie optreden. Een burger die meent dat het gebruik van
drones zijn privacy schendt, kan – tot slot – dit aanmerken als een onrechtmatige
daad en de bestuurder van de drone dagen voor de civiele rechter. In dat verband
valt te wijzen op een recente uitspraak van de Rechtbank Gelderland, waarin het
gebruik van een drone wegens schending van de privacy onrechtmatig werd
geacht. Daarbij werd overwogen dat het (mogelijk) filmen ook een inbreuk op de
persoonlijke levenssfeer kan opleveren, zolang het vliegen een privé-domein
betreft waar de bewoner in normale omstandigheden, zonder gebruik van de
drone, geen toegang van of zicht door derden hoeft te verwachten.5
In al deze
gevallen is het uiteraard noodzakelijk dat de bestuurder van de drone wordt
geïdentificeerd om de genoemde juridische middelen tegen hem te kunnen
inzetten.
Vraag 6
Wordt de bestaande regelgeving effectief gehandhaafd? Kunt u cijfers
geven?
Antwoord op vraag 6
De politie acteert op meldingen die betrekking hebben op het gebruik van drones.
Onderzoek naar gebruik van een drone is altijd gebaseerd op het vinden van de
bestuurder van de drone. Uit onderzoek ter plaatse kan eventueel na verhoor van
de bestuurder een drone in beslag worden genomen ten behoeve van onder meer
de bewijslast door bijvoorbeeld informatie uit de software van de drone en
afstandsbediening te verkrijgen of foto’s en filmmateriaal veilig te stellen. Naar
gelang de overtreding kan de bestuurder worden aangehouden of proces verbaal
worden opgemaakt. De Afdeling Luchtvaart van de Landelijke Eenheid, team
Luchtvaarttoezicht (LVT) kan in dit proces ondersteuning geven. In de regel
worden alle overtredingen bij beroepsmatige vluchten gemeld bij de Landelijke
officier van Justitie te Haarlem. Voor cijfers verwijs ik naar het antwoord op vraag
2.
Vraag 7
Mede gezien de inzet in het nieuwe regeerakkoord om de privacy van
burgers onderling (de horizontale privacy) beter te beschermen, welke
maatregelen kunnen hiertoe op het gebied van hobbydrones en privacy
al op de korte termijn worden genomen?
Antwoord op vraag 7
De regelgeving over bescherming van persoonsgegevens is ook van toepassing op
het verwerken van persoonsgegevens die met camera’s op drones worden
vastgelegd. Ik ben vooralsnog van oordeel dat deze regelgeving op zich afdoende
is.6
Omdat zij naar haar aard tamelijk abstract is en vooral criteria bevat aan de
hand waarvan in een concrete situatie een nadere afweging dient plaats te
vinden, heeft het vorige kabinet een handleiding drones en privacy opgesteld.
Deze handleiding zal in de eerste helft van 2018 worden geactualiseerd en
aangepast aan de AVG. Verder communiceert de rijksoverheid over de regels voor
het vliegen met drones op www.rijksoverheid.nl/drones. In dat kader wordt onder
meer aandacht geschonken aan de privacyaspecten van recreatief gebruik van
drones.
1 https://nos.nl/artikel/2197758-molenaars-kinderdijk-willen-droneverbod-vanwegeprivacy.html
2 Kamerstukken II 2016/17, 30 806, nr. 41, blz. 7.
3 Idem, blz. 5.
4 Kamerstukken II 2014/15, 30 806, nr. 31, blz. 15.
5 ECLI:NL:RBGEL:2017:2663.