AH 515
2017Z11540
Antwoord van staatssecretaris Van Veldhoven-Van der Meer (Infrastructuur en
Waterstaat) en van minister Dekker (Rechtsbescherming), mede namens de minister
van Financiën (ontvangen 28 november 2017)
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017-2018, nr. 60
Vraag 1
Kent u het bericht “Reclameborden op A'dam CS weten wanneer en hoelang jij kijkt”?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Hoeveel slimme reclameborden gebruiken Exterion en eventuele andere exploitanten in
Nederland?
Vraag 3
Welke data verzamelen de slimme reclameborden van Exterion op Amsterdam Centraal en
welke technieken worden hiervoor gebruikt?
Antwoorden 2 en 3
NS heeft aangegeven dat er op 21 september 2017 74 van dit type reclameborden op
treinstations stonden. Het is op voorhand niet zeker of er sprake is van verwerking van
persoonsgegevens, omdat niet duidelijk is of de camera's identificeerbare beelden verwerken.
Alle exploitanten dienen zich, wanneer zij persoonsgegevens verwerken, te houden aan de
hiervoor geldende wet- en regelgeving. Wanneer een exploitant zich hier niet aan houdt, kan
dit een reden zijn voor de Autoriteit Persoonsgegevens om vragen te stellen, onderzoek te
doen en eventueel een sanctie op te leggen. De Autoriteit Persoonsgegevens heeft
aangekondigd informatie in te winnen en, indien hier aanleiding voor is, maatregelen te
nemen. Alle borden vallen binnen de bevoegdheid van de Autoriteit Persoonsgegevens.
Het is ons niet bekend hoeveel van de in het bericht bedoelde type reclameborden worden
gebruikt door Exterion en eventuele andere exploitanten in Nederland, noch welke data en
technieken hiervoor worden gebruikt. Naar aanleiding van de maatschappelijke onrust heeft
Exterion overigens bekend gemaakt dat de camera's voorlopig zijn uitgeschakeld. 2
Vraag 4
Kunnen mensen voorkomen dat hun beeltenis gekoppeld wordt aan andere gegevens die door
apparaten worden uitgezonden? Zo ja, hoe?
Antwoord 4
Wij hebben geen aanwijzing dat er gegevens die door apparaten worden uitgezonden, worden
gekoppeld aan de beeltenis van mensen.
Vraag 5
In welke mate gebruiken staatsdeelnemingen en andere bedrijven digitale volgsystemen en
welke data wordt hiermee verzameld? Deelt u de mening dat bedrijven dit alleen zouden
moeten kunnen doen als zij hiervoor uitdrukkelijk toestemming hebben van burgers via een
“opt-in” van gebruikers?
Vraag 6
Kunt u een overzicht geven van bedrijven die data verzamelen en technieken waarmee zij
data verzamelen? Zo nee, bent u bereid hier onderzoek naar te doen en dit onderzoek met de
Kamer te delen?
Antwoorden 5, 6 en 9
Staatsdeelnemingen verschillen in hun rechtspositie onder de Wbp niet wezenlijk van andere
bedrijven. Het is in zijn algemeenheid niet mogelijk om een overzicht te geven van bedrijven
die data verzamelen, noch van de technieken waarmee data worden verzameld. Dit is immers
geen limitatieve verzameling van bedrijven en technieken. Staatsdeelnemingen en andere
bedrijven dienen in al hun handelen, en daarmee ook in de verwerking van
persoonsgegevens, binnen de grenzen van de wet te blijven. Verwerking van
persoonsgegevens is alleen toegestaan wanneer dit rechtmatig geschiedt voor een welbepaald
doel en proportioneel is. Toestemming of "opt-in" is hiervoor één van de grondslagen, maar
niet de enige. De verwerking van persoonsgegevens kan bijvoorbeeld ook noodzakelijk zijn
voor de uitvoering van een overeenkomst, voor het vervullen van een wettelijke plicht, of in
het gerechtvaardigd belang van de verwerkingsverantwoordelijke zijn. De Wbp bepaalt voor
alle verwerkingsverantwoordelijken wanneer een nieuwe verwerking van persoonsgegevens
moet worden gemeld. In beginsel wordt een nieuwe geautomatiseerde verwerking gemeld,
tenzij een verwerking is vrijgesteld. Overigens is het in casu niet duidelijk of er sprake is van
verwerking van persoonsgegevens. Wij zien geen aanleiding om staatsdeelnemingen te
verplichten advies te vragen aan de Autoriteit Persoonsgegevens in andere gevallen dan in de
wet is voorgeschreven.
Vraag 7
In hoeverre bespreekt u de exploitatie van de ruimte op stations met de NS en Prorail om
ervoor te zorgen dat die exploitatie binnen de kaders van de wet plaatsvindt?
Antwoord 7
NS exploiteert de stations in Nederland. Voor een groot deel vindt de exploitatie plaats door
derden. Alle exploitanten hebben zelfstandig de verplichting om voor wat betreft hun
exploitatie zich te houden aan wet- en regelgeving. NS geeft aan dat zij ook in haar
contracten met derden vastlegt dat deze zich dienen te houden aan wet- en regelgeving.
Het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft regelmatig overleg met NS en Prorail, ook
specifiek over stations. De voorliggende vragen over reclameborden zijn in het overleg niet
naar voren gekomen, omdat NS geen aanleiding had te denken dat het wellicht niet binnen de
kaders van de wet zou plaatsvinden.
Vraag 8
Kunt u aangeven waarom de NS zelf niet onderzoekt of de exploitatie van deze borden
binnen de grenzen van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) plaatsvindt?
Antwoord 8
De exploitant Exterion is zelfstandig verantwoordelijk dat de exploitatie binnen de grenzen
van de Wbp plaatsvindt. Dit geldt ook voor eventuele verwerking van persoonsgegevens met
behulp van de cameratoepassing in de borden en exploitant zal daarom in dat kader zelf een
afweging moeten maken. In april 2017 heeft NS naar aanleiding van een vraag van een
journalist bij de exploitant van de borden, Exterion, navraag gedaan over de werking van de
borden. Daarbij heeft Exterion expliciet aangeven dat met de gebruikte techniek geen beelden
worden vastgelegd of persoonsgegevens worden verwerkt en dat zij voldoen aan wet- en
regelgeving. Op basis van de verklaring van Exterion was er voor NS geen aanleiding om te
veronderstellen dat Exterion mogelijk niet in overeenstemming met privacy wet- en
regelgeving zou handelen.
Vraag 9
Vragen staatsdeelnemingen advies aan organisaties als de Autoriteit Persoonsgegevens over
innovaties die mogelijk de Wbp of andere wetgeving overtreden? Zo nee, kunt u aangeven
waarom dit niet gebeurt en bent u bereid hen hier opdracht toe te geven?
Antwoord 9
Zie het antwoord op de vragen 5 en 6.
Vraag 10
Voorziet u problemen met de opkomst van dergelijke apparatuur enerzijds en de verwachte
toename van het aantal apparaten met netwerktoegang door het zogenaamde 'internet of
things'?
Antwoord 10
De opkomst van deze apparaten en het 'internet of things' hangt nauw samen met keuzes van
consumenten. Wanneer in dit kader verwerking van persoonsgegevens plaatsvindt, zal dit, net
als in andere situaties, wel binnen de grenzen van de wet moeten blijven. Transparantie over
het gebruik van deze apparatuur is ons inziens van groot belang om consumenten in staat te
stellen bewust om te gaan met het beschermen van hun privacy en te voorkomen dat hierover
maatschappelijke onrust ontstaat.