2017Z15134
Vragen van de leden Asscher en Nijboer (beiden PvdA) aan de ministerpresident
over de afschaffing van de dividendbelasting (ingezonden 10
november 2017).
1
Klopt het dat Shell, Akzo Nobel, Unilever en Philips hebben
aangedrongen op het schrappen van de dividendbelasting?
2
Waren er ook andere multinationals die daarom gevraagd hebben?
3
Welke beursgenoteerde bedrijven overwegen een vertrek uit Nederland?
4
Op welke manier hebben Shell, Akzo Nobel, Unilever en Philips hun wens
aan de onderhandelaars kenbaar gemaakt? Bent u bereid brieven of
gespreksverslagen naar de Kamer te sturen?
7
Klopt het dat deze vier bedrijven hun besluiten over vestiging in
Nederland in verband hebben gebracht met deze belasting?
8
In hoeverre hebben deze bedrijven aangegeven of hun beslissing in
Nederland te blijven ook met andere middelen bereikt kon worden?
9
Welke beleidswijzigingen hebben deze bedrijven nog meer voorgesteld in
verband met hun beslissing om in Nederland te blijven?
11
In hoeverre heeft VNO-NCW de wens van deze vier bedrijven tot inzet
gemaakt?
12
Werd de lobby om de dividendbelasting af te schaffen ook gesteund door
MKB-Nederland en ONL?
24
Hoe groot moet een bedrijf zijn om succesvol het beleid te kunnen
beïnvloeden door middel van dreigen met een vertrek?
Ik praat regelmatig met bedrijven, net als ik ook met andere maatschappelijke
organisaties praat, over tal van onderwerpen. Zo hebben diverse bedrijven en
hun belangenbehartigers contact gezocht met mij, en ongetwijfeld ook
vertegenwoordigers van andere politieke partijen, om over voor hen
belangrijke punten in het vestigingsklimaat te praten. Zulke gesprekken
vonden plaats tijdens, maar ook voor de formatie. Dit geldt ook voor het
aandacht vragen voor de dividendbelasting. Het pleidooi voor afschaffing van
de dividendbelasting is namelijk al jaren oud.
Anders dan de algemene opmerking dat ik uiteraard spreek met het
bedrijfsleven, is het niet aan mij om deze contacten te specificeren. Mijn
gesprekspartners moeten erop kunnen rekenen dat onze gesprekken in
beginsel vertrouwelijk zijn. Uiteraard kunnen private partijen zelf de
afweging maken hun contacten met politici kenbaar te maken. Zo heeft VNONCW
zelf al besloten zijn brief aan de informateur te publiceren. Deze brief is
mede namens MKB-Nederland en LTO verzonden.
Shell heeft er ook voor gekozen bekendheid te geven aan het contact dat het
bedrijf had met politici over de dividendbelasting.
Of een gesprekspartner wel of niet over contacten met mij wil spreken, is aan
hem. Over de inhoud van de gesprekken waarop gedoeld wordt kan ik dan
ook geen uitlatingen doen.
5
Waarom is daarover niets te vinden in het formatie-archief; waarom zijn
de ambtelijke memo’s over de effecten van het wel of niet afschaffen van
de dividendbelasting buiten het archief gehouden?
6
Kunt u de ambtelijke memo’s en beantwoording van vragen van de
formatietafel (allemaal, niet alleen het afschaffen van de
dividendbelasting) alsnog toevoegen aan het formatiearchief, conform uw
toezegging tijdens het debat over het eindverslag van de informateur?
Het formatiearchief bevat de schriftelijk ingekomen stukken, de
ontvangstbevestiging daarvan, de verzoeken van de informateur om
informatie aan demissionaire bewindspersonen en de aanbieding van stukken
door de (in)formateur aan de voorzitter van de Tweede Kamer. De
informateur heeft over dit onderwerp een brief van VNO-NCW ontvangen.
De informateur heeft over dit onderwerp geen informatie gevraagd aan een
demissionaire bewindspersoon. Dit formatiearchief berust bij de Tweede
Kamer (in afschrift) en bij het ministerie van Algemene Zaken.
10
Hoe is bewaakt dat er geen belangenverstrengeling was ten aanzien van
de positie van de informateur ten opzichte van deze vier bedrijven?
Het initiatief ging niet uit van een informateur maar vanuit de
onderhandelaars. De informateur is een procesbegeleider. De Tweede Kamer
wijst de informateur aan op basis van de relevante bepalingen van het
reglement van orde van de Tweede Kamer.
13
Kunt u een vergelijking maken van de effecten van de volgende
maatregelen op het MKB ten opzichte van multinationals: de btwverhoging
(maatregel nr. 129), het terugdraaien van
het tariefopstapje vpb (144) en de correctie van het box 2-tarief (153)?
14
Als gekeken wordt naar de belastingvoorstellen uit het regeerakkoord,
kunt u aangeven welk deel van de belastingverhogingen en -verlagingen
terechtkomt bij het MKB en welk deel bij multinationals?
Dit kabinet wil dat Nederland een aantrekkelijke plek blijft voor een ieder die
ondernemerszin wil omzetten in ondernemerschap. Dat geldt voor
ondernemingen in het klein-, midden- en grootbedrijf en ongeacht of zij hun
wortels in ons eigen land hebben, of als multinationale groep in meerdere
landen van de wereld actief zijn. Hiervoor worden tal van maatregelen
genomen, zowel fiscale als niet-fiscale maatregelen.
Om die reden past het in dit kader om te starten met het noemen van enkele
niet-fiscale maatregelen die ten goede komen aan het MKB. Zo wordt
bijvoorbeeld bepaald dat de loondoorbetaling bij ziekte voor kleine
werkgevers (tot 25 werknemers) wordt verkort van 2 naar 1 jaar, dat
aanbesteden door de overheid toegankelijker moet worden voor het MKB, dat
de MKB Innovatiestimulering Regio en Topsectoren (MIT) en de
innovatiekredieten voor het MKB moeten worden uitgebreid en dat enkele
scherpe randen aan de verplichting tot het betalen van een transitievergoeding
voor vooral voor MKB’ers worden verlicht.
De fiscale maatregelen uit het regeerakkoord dragen, net als voorgaande nietfiscale
maatregelen, bij aan het kabinetsstreven om Nederland een
aantrekkelijke vestigingsplaats voor reële activiteiten te laten zijn en blijven.
Dat betekent overigens niet dat er geen fiscale maatregelen worden genomen
die een negatief effect op het MKB kunnen hebben. Zo kan de btw-verhoging
worden genoemd. Daarbij moet echter wel worden bedacht dat veel bedrijven
de btw kunnen verrekenen. In dat geval is voor bedrijven geen sprake van een
lastenverzwaring. Voor sommige sectoren geldt dat niet. Dat hangt echter niet
per sé samen met de bedrijfsgrootte. Een exacte inschatting van het effect
naar het MKB en grootbedrijf is daardoor lastig te maken. Ook het
terugdraaien van de voorgenomen verlenging van de eerste schijf in de Vpb
per 2018 lijkt op het eerste gezicht niet in het voordeel van het MKB. Het
regeerakkoord geeft echter ook aan dat per 2019, 2020 en 2021 de tarieven
stapsgewijs dalen. Dit zorgt ervoor dat uiteindelijk voor alle winstniveaus de
te betalen belasting, ook ten opzichte van de huidige wetgeving, lager zal zijn.
De correctie van het box-2 tarief is ten slotte genomen ter compensatie van de
tariefsverlaging in de Vpb, om arbitrage met box 1 te voorkomen. Per saldo is
het dus geen lastenverzwaring of verlichting.
Als vervolgens wordt gekeken naar de specifieke maatregelen in de
vennootschapsbelasting, is de geraamde opbrengst van de earnings stripping
maatregel, de minimumkapitaalregel, het verhogen van het effectieve tarief
van de innovatiebox, alsmede het niet meer toestaan van het direct beleggen
in Nederlands vastgoed door fiscale beleggingsinstellingen vooral bij het
grootbedrijf te verwachten. De opbrengst van het beperken van de
verliesverrekening en de beperking van de afschrijving van de gebouwen
worden door zowel door het groot- als het midden en kleinbedrijf gedragen.
Het afschaffen van de dividendbelasting en het invoeren van een
bronheffingen op dividend, rente en royalty’s naar low tax jurisdictions en in
misbruiksituaties hebben naar verwachting voornamelijk effect op bedrijven
die deel uitmaken van een multinationale groep van vennootschappen.
In het milieupakket voor bedrijven gelden de schuif energiebelasting naar
aardgas en elektriciteit, de verlaging belastingvermindering energiebelasting
en het afschaffen van de teruggaafregeling taxi’s als maatregelen die
voornamelijk het MKB raken. De hogere belasting op verbranden en storten
van afval is een evenredige lastenverzwaring voor MKB en grootbedrijf. De
oplopende CO2-minimumprijs voor elektriciteitsopwekking komt
voornamelijk ten laste van het grootbedrijf, namelijk de
elektriciteitsbedrijven. De lagere verhuurdersheffing tbv duurzame woning is
een maatregel die het MKB en grootbedrijf globaal in gelijke maten zal raken.
Hier moet worden opgemerkt dat de lasten van de fiscale milieumaatregelen
samenhangen met de mate waarin bedrijven milieuvervuilend produceren en
niet direct met de omvang van het bedrijf.
Tot slot moet worden opgemerkt dat maatregelen die een direct effect hebben
op de ene categorie bedrijven een indirect effect hebben op andere
categorieën bedrijven. Zo hebben de meeste bedrijven, en zeker
multinationals, ook allerlei leveranciers en andere bedrijven waar zij zaken
mee doen. Het ligt dan ook in de rede dat een maatregel die het
vestigingsklimaat voor beursfondsen bevordert, zoals de afschaffing van de
dividendbelasting, indirect ook een impuls voor het MKB tot gevolg zal
hebben.
15
Hoeveel mensen werken in Nederland in familiebedrijven en het MKB?
Uit het CBS rapport “Familiebedrijven in Nederland’ uit 2017 blijkt dat op 1
januari 2016 180.500 familiebedrijven als werkgever actief zijn. Zij zorgen
voor 2,16 miljoen werknemersbanen. Het aandeel in het totaal aan
werknemersbanen is hiermee 29 procent.
In de CBS Internationaliseringsmonitor 2015 is een uitsplitsing opgenomen
van banen bij buitenlandse en Nederlandse multinationals en lokale
bedrijven.
16
Herinnert u zich dat de staatssecretaris van Financiën bij de Algemene
Financiële Beschouwingen aangaf dat het afschaffen van de
dividendbelasting (kosten 1.400 miljoen euro) direct samenhangt met de renteaftrekbeperking, de zogenaamde earnings stripping van het Anti
Tax Avoidance Directive (ATAD)(maatregel 145 uit het regeerakkoord),
die 1.347 miljoen euro opbrengt? Klopt het dat door dit laatste
woningcorporaties 300 tot 400 miljoen euro jaarlijks meer belasting
moeten afdragen?
17
Hoe verhoudt deze extra belasting op woningcorporaties zich tot de
schamele 100 miljoen euro die zij minder hoeven af te dragen aan de
verhuurdersheffing om te verduurzamen? Komt de verduurzaming en
bouw van nieuwe woningen niet in de knel, juist nu meer bouwen
noodzakelijk is?
18
Deelt u de mening dat hogere belastingen voor woningcorporaties
doorberekend worden aan huurders en waarom draaien huurders op
deze wijze indirect op voor het afschaffen van de dividendbelasting?
Het kabinet herkent de koppeling tussen hogere belastingen voor
woningcorporaties en het afschaffen van de dividendbelasting niet. De
earningsstrippingmaatregel vindt haar oorsprong in de implementatie van een
Europese richtlijn en leidt tot een betekenisvolle grondslagverbreding in de
vennootschapsbelasting, die wordt aangewend voor verlaging van het Vpbtarief.
Zoals de minister van Financiën tijdens de Algemene Financiële
Beschouwingen heeft aangegeven is de maatregel niet specifiek bedoeld voor
woningcorporaties. De doelstelling van het regeerakkoord is om eigen
vermogen en vreemd vermogen meer gelijk te behandelen voor alle Vpbplichtigen.
Dat levert stabielere bedrijven en gezondere economische
verhoudingen op, zeker bij tegenslag. Ook woningcorporaties vallen onder het
bereik van de earningsstrippingmaatregel.
De earningsstrippingmaatregel leidt conform de raming uit het regeerakkoord
tot een structurele budgettaire opbrengst van € 1.347 miljoen. Het kabinet
schat in dat woningcorporaties door het regeerakkoord extra
vennootschapsbelasting moeten betalen, maar minder dan de genoemde € 300
tot € 400 miljoen per jaar. Het kabinet zal, conform de toezegging van de
minister van Financiën bij de Algemene Financiële Beschouwingen, bij de
uitwerking van het wetsvoorstel aangeven in welke mate de voorstellen
neerslaan bij woningcorporaties.
19
Kunt u zich herinneren dat u zich erop voorstond “toedeledoki” te
zeggen bij pogingen van bankiers hem onder druk te zetten de regels aan
te passen?
20
Is ING vertrokken nadat werd besloten om de bonusregels niet aan te
passen?
Uiteraard herinner ik mij de uitlatingen die ik in 2015 heb gedaan in het kader
van bankiers die zeggen dat ze in het buitenland zoveel meer zouden kunnen
verdienen. Deze vergelijking gaat om verschillende redenen mank en is in dit
opzicht niet relevant. Het besluit om de dividendbelasting af te schaffen is een
eigenstandige beslissing geweest van de onderhandelende fracties en
ingegeven door onze inschatting van de huidige internationale context en
kansen en bedreigingen hiervan voor de werkgelegenheid in Nederland.
Overheidsbeleid kan bijdragen aan een goed vestigingsklimaat. De
uiteindelijke afweging waar een bedrijf zich vestigt is echter aan dat bedrijf.
21
Hoe beoordeelt u de stelling dat met de afschaffing van de
dividendbelasting twee miljoen banen gemoeid zijn?
In algemene zin kan ik constateren dat multinationals voor 40 procent van de
banen in het Nederlandse bedrijfsleven zorgen. Ze zijn goed voor twee derde
van de omzet in het Nederlandse bedrijfsleven en nemen meer dan 80 procent
van de internationale handel in goederen voor hun rekening.2
22
Hoeveel bedrijven zijn er in de afgelopen drie jaar vertrokken vanwege
de dividendbelasting?
Onbekend is hoeveel bedrijven de afgelopen jaren vetrokken zijn vanwege de
dividendbelasting, of zich hier juist niet gevestigd hebben vanwege deze
belasting. In de regel is het voor buitenstaanders niet exact te duiden welke
factoren uiteindelijk doorslaggevend zijn geweest bij een vertrek of vestiging
van een bedrijf.
23
Klopt het dat de effecten van het afschaffen van de dividendbelasting op
het vestigingsklimaat onbekend zijn en dat daarmee de afschaffing een
gok is?
De internationale context waarin multinationale bedrijven opereren is
veranderd en ontwikkelt zich voortdurend. Brexit is een in het oog springend
voorbeeld. Daarnaast hebben bedrijven te maken met activistische
aandeelhouders die scherp sturen op rendement. Bovendien is er door het
ruime monetaire beleid veel goedkoop geld in omloop dat gebruikt kan
worden voor overnames. We zien veelvuldig berichten over fusies en
overnames. In deze nieuwe internationale context is het niet vanzelfsprekend
dat bedrijven kiezen voor Nederland als vestigingsplaats.
Voor behoud en groei van werkgelegenheid moet Nederland zich aanpassen
aan de nieuwe realiteit. Dat is de gemeenschappelijke analyse van de
onderhandelende partijen, te meer daar Nederland met zijn relatief kleine
thuismarkt een intrinsiek nadeel heeft ten opzichte van andere Europese
landen. Als coalitie hebben we de keuze gemaakt om een stap extra te zetten
voor bedrijven die daadwerkelijk toegevoegde waarde en banen opleveren.
25
Kunt u uitleggen waarom bedrijven moeilijker over te nemen zijn als zij
geen dividendbelasting hoeven af te dragen?
Er is in dit kader geen eenduidige effect te benoemen. Doordat er geen
dividendbelasting meer verschuldigd is, zal voor een deel van de beleggers
het dividendrendement stijgen. Deze aandeelhouders voor de lange termijn
zullen bereid zijn meer te betalen voor de aandelen waardoor in principe de
koers zal stijgen. Deze aandelen worden daarmee duurder. Of bedrijven ook
minder kwetsbaar voor vijandige overnames worden, hangt af van hoe goed
de kapitaalmarkten functioneren. Daarnaast kunnen bedrijven gemakkelijker
eigen aandelen inkopen, doordat de inkoop ook niet meer belast kan worden
met dividendbelasting. Ook hierdoor neemt de (beurs)waarde van bedrijven
toe. Wederom hangt het af van hoe goed kapitaalmarkten functioneren of
bedrijven daardoor ook minder kwetsbaar voor een vijandige overname zijn.
26
Kunt u deze vragen uiterlijk dinsdag 14 november 2017 beantwoorden?
Ja.