Antwoorden op Kamervragen van het Kamerlid Marijnissen (SP) over alarmerende
berichten dat mensen met een beperking ’s nachts enkel in de gaten gehouden
worden door camera’s. (2017Z13920).
1
Wat vindt u ervan dat in de gehandicaptenzorg vaak ‘s nachts geen personeel
fysiek meer aanwezig is, maar dat gehandicapte mensen in de gaten gehouden
worden door middel van camera’s? 1)
1
Ik vind dat de inzet van cameratoezicht of andere toepassingen van moderne
techniek een goede aanvulling vormen op de zorg, mits aan een aantal
voorwaarden is voldaan. Het is namelijk niet voor elke cliënt in elke situatie
geschikt. Zorgaanbieders moeten dan ook van te voren beoordelen of en hoe de
techniek op een verantwoorde manier kan worden ingezet en een gedegen
risicoanalyse maken. Voorts is het van belang dat hierover goed met de client
en/of zijn familie wordt gesproken. Het zorgveld heeft diverse handreikingen en
instrumenten ontwikkeld die zorgaanbieders ondersteunen in het veilig en
verantwoord inzetten van technologie in de zorg.
2
Vindt u het acceptabel dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) niet weet
of het gebruik van camerasystemen veilig of onveilig is en dit nooit heeft
onderzocht? Kunt u uw antwoord toelichten?
2
Er is geen wetenschappelijk onderzoek waaruit blijkt of de inzet van
toezichthoudende technologie zoals uitluisterapparatuur en camerasystemen
veiliger of onveiliger is dan het inzetten van slapende of wakende wachten. Ook uit
het toezicht van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in oprichting (hierna: de
inspectie) komt niet naar voren dat de inzet van uitluistersystemen op zichzelf
onveiliger is. Het gaat erom dat zorgaanbieders van geval tot geval bekijken of en
hoe de techniek verantwoord kan worden ingezet. Hierbij is het van belang dat
vooraf een risico-inventarisatie wordt gemaakt en een combinatie van
randvoorwaarden en maatregelen wordt ingezet die hierbij aansluit.
De Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) heeft besloten onderzoek te
doen naar de zorg en begeleiding van bewoners van instellingen in de
gehandicaptenzorg in de nacht. Op basis van de resultaten zal de VGN met de
zorginstellingen bespreken of en welke verbeteringen nodig zijn en welke rol de
VGN hierin kan spelen.
3
Vindt u het acceptabel dat veel gehandicaptenzorginstellingen werken met
verouderde apparatuur, waardoor het risico vergroot wordt op ongelukken? Kunt u
uw antwoord toelichten? Wanneer moet het fout gaan, voordat u inziet dat
camerasystemen geen zorgverleners mogen vervangen?
3
Voorop staat dat de zorg voor cliënten veilig moet zijn, met of zonder toepassing
van moderne techniek. Er moet gewerkt worden met deugdelijke apparatuur,
indien nodig in combinatie met aanvullende maatregelen die aansluiten bij de
gebruikte techniek en de behoefte van de individuele cliënt. Bovendien moet de
organisatie voorbereid zijn op een eventueel tijdelijk uitvallen van de
technologische voorziening. Er moet dus worden voldaan aan de toepasselijke
randvoorwaarden (zie ook antwoord op vraag 1).
4
Deelt u de mening dat technologie in de zorg nooit zorgverleners mag vervangen,
maar enkel ter aanvulling ingezet mag worden? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom
niet?
4
Het gaat bij inzet van technologie nooit om volledige vervanging van
zorgprofessionals, maar om het overnemen van een deel van hun taken. Ook bij
het gebruik van camera’s of uitluistersystemen zijn de zorgprofessionals nooit ver
weg.
De inzet van camera’s en uitluisterapparatuur is op zich niet minder veilig dan de
inzet van slapende of wakende wachten. Met een goed monitorsysteem kan de
zorgprofessional er naar toe als er iets aan de hand is, ook als de cliënt niet zelf
alarmeert. Helaas kan ook bij een systeem dat volledig is gebaseerd op
zorgprofessionals een incident optreden. Zo kan een zorgprofessional die "ronden
loopt” niet opmerken dat het mis is met een cliënt bij wie hij kort daarvoor langs is
gelopen.
5
Wat zegt het feit dat veel gehandicaptenzorginstellingen camera’s gebruiken over
de menswaardigheid van het leven van mensen met een beperking in een
instelling volgens u? Kunt u uw antwoord toelichten?
5
De zorg moet menswaardig zijn. Ik vind veiligheid het meest basale aspect van
menswaardige zorg. Veel zorgorganisaties maken gebruik van de techniek om die
veiligheid te bieden. Het inzetten van technologie kan ook bijdragen aan de
menswaardigheid. Zo kunnen cliënten bijvoorbeeld ‘s nachts rustiger slapen, nu zij
niet worden gewekt doordat een nachtdienst hun kamer binnen komt. Voorts kan
de inzet van technologie er toe leiden dat zorgprofessionals meer tijd aan andere
taken kunnen besteden, zoals het geven van aandacht aan cliënten.
6
Waarom is er geen richtlijn of landelijk beleid ingesteld op deze camerasystemen?
Kunt u uw antwoord toelichten?
6
Het zorgveld heeft diverse handreikingen en instrumenten ontwikkeld rond de
verantwoorde en zorgvuldige inzet van technische hulpmiddelen in de zorg.
Concrete en relevante voorbeelden zijn de handreiking over toezichthoudende
domotica voor zorginstellingen van het VUmc (in samenwerking met o.a. ActiZ en
VGN, 2012) en de norm NEN 8028 voor telemedicine.
7
Vindt u dat een bezettingsnorm voor verpleeghuizen ook moet gelden voor de
gehandicaptenzorg? Bent u bereid om een bindende bezettingsnorm naast voor de
verpleeghuiszorg ook voor de gehandicaptenzorg in te stellen? Zo nee, waarom
niet?
8
Vindt u ook dat een bezettingsnorm niet alleen overdag maar ook in de nacht
moet gelden? Kunt u uw antwoord toelichten?
7 + 8
Het is aan het zorgveld om aan te geven wat goede zorg is. In de gehandicaptenzorg
is dit voorjaar een hernieuwd Kwaliteitskader vastgesteld. Daarin is geen
leidraad voor de bezetting opgenomen. Dit heeft vooral praktische redenen. Zo
verschilt de wijze waarop instellingen woongroepen samenstellen. De ene
instelling vormt groepen van cliënten met vergelijkbare zorgvragen, de andere
instelling kiest juist voor groepen met cliënten met naar zwaarte variërende
zorgvragen. Dit maakt het stellen van absolute sectornormen, overdag en
gedurende de nacht, minder zinvol.
9
Welke maatregelen gaat u treffen om te zorgen dat zorgverleners zowel ’s nachts
als overdag worden ingezet in plaats van camerasystemen? Kunt u uw antwoord
toelichten?
9
Ik ben van mening dat er geen aanleiding is aan te nemen dat de inzet van
cameratoezicht, mits er sprake is van een verantwoorde toepassing, minder veilig
is dan het houden van traditionele nachtelijke bezoekrondes. Ik zie dan ook geen
aanleiding om maatregelen te treffen om de inzet van cameratoezicht te
vervangen door zorgverleners.
10
Deelt u de mening dat, gezien het beleid is dat gehandicaptenzorginstelling het
aantal vrijheid beperkende maatregelen moet terugdringen, de inzet van camera’s
(in plaats van mensen) ook een vorm van een vrijheid beperkende maatregel is?
Hoe ziet de IGZ hierop toe en op welke manier grijpt de IGZ in wanneer dit aan de
orde is?
10
De inzet van camera’s en uitluisterapparatuur kan inderdaad beschouwd worden
als een vrijheidsbeperkende maatregel. De inzet van vrijheidsbeperkende
maatregelen is een specifiek aandachtspunt in het toezicht van de inspectie. De
inspectie bekijkt of de vrijheidsbeperkende maatregel is opgenomen in het
zorgplan en is besproken met de cliënt of zijn vertegenwoordiger. Ook bekijkt de
inspectie of de maatregel proportioneel is in de gegeven situatie. De
proportionaliteit wordt mede bezien in de brede inzet van maatregelen. Zo kan de
inzet van een uitluister- of camerasysteem soms voorkomen dat een zwaardere
maatregel wordt ingezet. Daar waar nodig vraagt de inspectie de zorginstellingen
om verbetermaatregelen te nemen en monitort zij de opvolging hiervan. Ook kan
de inspectie besluiten om bestuursrechtelijke maatregelen te nemen.
In voorkomende gevallen van meldingen houdt de inspectie toezicht op de
verantwoorde inzet van toezichthoudende technologie zoals camerasystemen en
uitluisterapparatuur. Aandachtspunten van de inspectie zijn hierbij dat de
zorgaanbieder vooraf een visie moet hebben en beleid moet ontwikkelen over de
toepassing hiervan in het zorgproces. Daarnaast moet een gedegen risicoanalyse
worden uitgevoerd, een pakket van eisen worden opgesteld en moeten
werkprocessen worden aangepast op het gebruik van deze technologie. Verder zijn
een cliëntgerichte benadering en scholing van personeel essentieel. Ten slotte
moet de organisatie zijn voorbereid op een eventueel tijdelijk uitvallen van de
technologische voorziening.
1) http://www.uitzendinggemist.net/aflevering/409781/Nieuwsuur.html