Antwoorden van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de
Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, op vragen van
Groothuizen en Verhoeven (beiden D66) over het
verstrekken van Europese paspoorten na een investering in de
Cypriotische economie.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het feit dat de Cypriotische autoriteiten zogenaamde
‘Golden Visa’ verlenen aan miljardairs na een investering in het land?
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Bent u bekend met het onderzoek van de Europese Commissie waar het artikel
naar verwijst? Zo ja, kunt u de resultaten van dit onderzoek delen? Zo nee, kunt u
uitzoeken hoe dit onderzoek verloopt en daarover de Kamer informeren?
Antwoord
Nee. Uit navraag bij de Europese Commissie blijkt dat van een dergelijk onderzoek
geen sprake is. Er hebben gesprekken plaatsgevonden tussen de Europese
Commissie en de Cypriotische autoriteiten over het onderwerp.
Vraag 3
Wat is uw reactie op acties van Europese lidstaten die voor een bepaald bedrag
paspoorten ‘verkopen’?
Antwoord
Op grond van internationaal recht, en met inachtneming van de daarin gegeven
beperkingen, bepaalt elke Staat ingevolge zijn eigen wetgeving wie zijn
onderdanen zijn. Deze wetgeving wordt door andere Staten geaccepteerd voor
zover zij overeenstemt met internationaal recht. Het is aan het land om vast te
stellen of aan de nationale (wettelijke) voorwaarden voor verstrekking van een
paspoort is voldaan en om te voorkomen dat daardoor mogelijkerwijs criminelen
worden gefaciliteerd.
Vraag 4
Zijn er nog meer lidstaten die dit soort praktijken er op nahouden?
Antwoord
Europese lidstaten waarvan bekend is dat zij investeerdersprogramma’s hebben
welke uitzicht bieden op enige vorm van langdurig verblijf zijn Malta, Spanje,
Portugal, Bulgarije, Oostenrijk, Estland en Nederland. Echter, deze landen geven
eerst recht op een verblijfsvergunning en na een aantal jaren op naturalisatie.
Bovendien hebben de meeste EU-lidstaten wel een bepaling in hun
nationaliteitswetgeving op grond waarvan (deels) voorbijgegaan kan worden aan
de voorwaarden voor naturalisatie.
Vraag 5
Kunt u bevestigen dat dit soort praktijken niet door Nederland gedaan worden?
Antwoord
In Nederland kunnen personen die EUR 1,25 miljoen investeren in innovatieve
bedrijven of bedrijven die daardoor meer werkgelegenheid scheppen in
aanmerking komen voor een tijdelijke verblijfsvergunning. De Immigratie- en
Naturalisatiedienst (IND) moet over de investeerder informatie inwinnen bij de
Financial Intelligence Unit (FIU) in Nederland en de FIU in het land van herkomst.
Na vijf jaar legaal verblijf kan de investeerder in aanmerking komen voor een
permanente verblijfsvergunning of voor de Nederlandse nationaliteit wanneer hij
of zij aan de voorwaarden daarvoor (o.a. het halen van een inburgeringsexamen)
voldoet.1
Vraag 6
Bent u bereid om, in Europees verband, de Cypriotische autoriteiten en eventueel
andere lidstaten hierop aan te spreken?
Antwoord
Alleen strijdigheid van de toepassing van de nationale wetgeving met toepasselijk
internationaal recht zal aanleiding geven voor verdere actie. Op basis van de thans
beschikbare gegevens is vooralsnog geen sprake van strijdigheid met
internationaal recht.
Vraag 7
Hoe beoordeelt u het verstrekken van paspoorten in het licht van de strijd tegen
witwassen en corruptie?
Antwoord
Zie antwoord op vraag 3.