Hierbij stuur ik uw Kamer de antwoorden op vragen van D66 over het bericht dat
de opkoopregeling van Groningse huizen niet eerlijk is verlopen (ingezonden
9 oktober 2017, kenmerk 2017Z13450).
1
Bent u bekend met het bericht ‘Ombudsman: opkoopregeling Groningse huizen
verliep niet eerlijk’?1
Antwoord
Ja.
2
Kunt u zich herkennen in de bevindingen van de ombudsman? Zo ja, wat vindt u
daarvan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
De Nationale ombudsman heeft een belangrijke rol in het signaleren van
onvolkomenheden in de relatie tussen overheid en burger. Ik vind het belangrijk
dat onvolkomenheden worden opgelost. Ik neem zijn aanbeveling dan ook zeer
serieus zal er op toezien dat er bij een vervolg voldoende helderheid is voor
bewoners. De conclusie van de Nationale ombudsman over de wijze van
klachtbehandeling in dit specifieke geval deel ik echter niet.
3
In hoeverre ziet u verbeterpunten in de manier waarop klachten worden
behandeld?
4
Wat gaat u doen om in de toekomst te voorkomen dat het voor getroffene
onduidelijk is waar zij terecht kunnen met hun klachten?
5
In hoeverre ziet u verbeterpunten in de manier waarop er gecommuniceerd wordt
over de mogelijkheden die burgers hebben wanneer zij het niet eens zijn met de
afwijzing van hun klacht(en)?
Antwoord 3, 4 en 5
De aanbeveling van de Nationale ombudsman richt zich hoofdzakelijk op het
verbeteren van de communicatie met bewoners, onder meer over de juridische
status van het besluit en de wijze van klachtbehandeling die hieruit volgt. Dit sluit
aan op uitkomsten van de evaluatie van de pilot Koopinstrument. Deze evaluatie is
uitgevoerd door de TU Delft in opdracht van de Nationaal Coördinator Groningen
(NCG) (Kamerstuk 33529, nr. 350).
Uit de evaluatie blijkt dat onderdelen van de pilot Koopinstrument bij de start nog
niet volledig waren uitgewerkt. Zo was de door de NCG verstrekte informatie over
de taxatieprocedure en het daaruit voortvloeiende aanbod niet eenduidig. De
onderzoekers van de TU Delft bevelen onder meer aan om de communicatie met
indieners van een aanvraag zoveel als mogelijk toe te spitsen op de persoonlijke
situatie van de aanvrager en informatie eenduidiger beschikbaar te maken. De
NCG heeft bij de presentatie van de evaluatie aangegeven de conclusies en
aanbevelingen te onderschrijven en over te zullen nemen.
In het regeerakkoord ‘Vertrouwen in de toekomst’ (Kamerstuk 33700, nr. 34), is
opgenomen dat de NCG wordt gevraagd een opkoopregeling uit te werken in het
verlengde van de pilot Koopinstrument. De aanbevelingen uit de evaluatie van de
TU Delft en het rapport van de Nationale Ombudsman worden bij de uitwerking
betrokken.