Antwoorden van de Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van
Kuzu (DENK) over Chinese moslims die hun korans
moeten inleveren.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht “Chinese moslims moeten hun korans inleveren”?
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u van de berichtgeving dat de Chinese autoriteiten moslims verplichten
hun koran, gebedsmatje en andere islamitische spullen in te leveren? Acht u dit in
strijd met de fundamentele mensenrechten? Zo ja, wat gaat u concreet doen om
deze wantoestanden te adresseren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord6
Het kabinet deelt uw zorgen over de verslechterende mensenrechtensituatie in
Xinjiang. Vrijheid van religie en levensovertuiging is verankerd in verscheidene
internationale instrumenten zoals Artikel 18 van de Universele Verklaring van de
Rechten van de Mens en tevens een van de prioriteiten binnen het Nederlandse
mensenrechtenbeleid. Het kabinet maakt deze zorgen zowel bilateraal als in EUen
VN-verband kenbaar aan de Chinese autoriteiten. In april dit jaar sprak de
Mensenrechtenambassadeur met zijn evenknie in China en stelde hij de situatie in
Xinjiang aan de orde. Tijdens de EU-China mensenrechtendialoog in juni jl. uitte de
EU zorgen over beperkingen op vrijheid van religie en levensovertuiging in
Xinjiang. In september sprak de EU zich in de VN Mensenrechtenraad uit over de
mensenrechtensituatie in China, tevens met specifieke aandacht voor vrijheid van
religie en levensovertuiging en culturele diversiteit.
Vraag 3
Klopt het dat de Chinese overheid daarnaast nieuwe onderdrukkingsmaatregelen
heeft genomen in de provincie Xinjiang, zoals het verbieden van een baard en het
hebben van een islamitische naam? Zo ja, wat vindt u hiervan?
Vraag 5
Deelt u de mening dat het onacceptabel is dat de Chinese overheid religieuze
vrijheden van Chinese moslims beperkt en zelfs afneemt? Zo nee, waarom niet?6
Antwoord
Het kabinet is bekend met de berichtgeving over deze maatregelen en maakt zich
ernstig zorgen over de toenemende inperking van vrijheden van Chinese moslims
in Xinjiang. Dit kabinet maakt zich sterk voor de vrijheid van elk individu om zijn of
haar religieuze identiteit vorm te geven.
Vraag 4
Wat vindt u van eerdere berichtgeving dat de Chinese overheid de inwoners van
de provincie Xinjiang verplicht om een spionage applicatie te downloaden en
verplicht een GPS-systeem in auto’s te installeren?
Antwoord6
Zoals eerder aangegeven in antwoord op vragen van de leden Karabulut en Hijink
over het gebruik van spyware in China d.d. 10 augustus 2017, is het kabinet een
sterk voorstander en bepleiter van een wereldwijd open en vrij internet waar
fundamentele vrijheden zoals de vrijheid van meningsuiting en vereniging en het
recht op privacy worden gerespecteerd. De inzet van de app om toegang te
krijgen tot apparaten en de verplichting tot het installeren ervan door de Chinese
overheid maakt ernstige inbreuk op de privacy van de betrokken burgers.
Vraag 6
Deelt u de mening dat de bovenstaande gevallen geen toevallige incidenten zijn,
maar het resultaat zijn van een systematisch onderdrukkingsbeleid van de
Chinese regering? Zo ja, bent u bereid om uw afschuw hierover uit te spreken in de
richting van de regering van China? Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Bent u bereid om van de Chinese autoriteiten een officiële reactie te vragen? Zo
nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn gaat u dit doen?
Vraag 10
Kunt u concreet aangeven in welke bilaterale contacten en door welke
overheidsfunctionarissen de Nederlandse zorgen over de mensenrechtensituatie in
Xinjiang zijn overgebracht aan de Chinese autoriteiten?
Antwoord
Het kabinet blijft zowel in bilateraal, EU- als VN-verband de situatie in Xinjiang
aankaarten. De Nederlandse Mensenrechtenambassadeur heeft in oktober 2015
en in april 2017 in het kader van de bilaterale mensenrechtendialoog met China
zijn zorgen geuit over maatregelen die de vrijheden van de bevolking in Xinjiang
inperken. De Mensenrechtenambassadeur drong erop aan de onderliggende
oorzaken aan te pakken, zorg te dragen voor gelijkwaardige economische
ontwikkeling van minderheden, de participatie van minderheden in het
besluitvormingsproces te bevorderen en de culturele en religieuze identiteit te
respecteren.
Vraag 8
Deelt u de mening dat de internationale gemeenschap alles in het werk moet
stellen om China te bewegen onrechtmatig geweld tegen Chinese moslims te
staken? Zo ja, welke concrete initiatieven gaat u in dat verband ontplooien, ook op
EU-niveau, die verder gaan dan symbolische kritiek? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Het kabinet blijft de situatie in Xinjiang nauwgezet volgen. Zolang deze niet
verbetert, verandert er niets aan de bereidheid van het kabinet om de
Nederlandse zorgen ten aanzien van de situatie in Xinjiang via bovengenoemde
kanalen kenbaar te maken. Dit is meer dan symbolische kritiek. China hecht sterk
aan zijn internationale reputatie en neemt officiële verklaringen in multilaterale
fora die China wijzen op zijn internationale verplichtingen zeer serieus. Naast dit
officiële traject draagt Nederland middels het Mensenrechtenfonds op een
concrete manier bij aan het verbeteren van de mensenrechtensituatie in China,
inclusief Xinjiang.
Vraag 9
Is de Nederlandse regering bereid om binnen de handelsbetrekkingen met China,
die door de Nederlandse regering worden gefaciliteerd, deze vorm van
onderdrukking tegen de Oeigoerse moslims blijvend aan te kaarten? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord
Door de goede bilaterale relatie met China is het mogelijk om zaken te bespreken
waarover Nederland en China het niet met elkaar eens zijn, zoals de
mensenrechtensituatie in Xinjiang. De mensenrechtendialoog is een geschikt
forum waarin Nederland en China op gelijkwaardige basis van gedachten kunnen
wisselen en wij onze zorgen kenbaar kunnen maken.
Vraag 11
Draagt Nederland, zoals via projecten uit het Mensenrechtenfonds, nog steeds bij
aan het verbeteren van de mensenrechtensituatie in Oeigoerse gebieden? Zo ja,
welke concrete activiteiten zijn hier in de afgelopen jaren mee ontplooid en
hoeveel middelen heeft de Nederlandse regering hier per jaar voor vrijgemaakt?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Nederland draagt via het Mensenrechtenfonds bij aan het verbeteren van de
mensenrechtensituatie in China. In het jaar 2017 heeft de regering daar een
bedrag van €2,1 miljoen voor vrijgemaakt. In Xinjiang gaat het om projecten ter
bestrijding van geweld tegen meisjes en ter bevordering van gelijke rechten voor
en acceptatie van LHBTI’s. Omwille van de veiligheid van projectpartners kan niet
op nadere details worden ingegaan.
Vraag 12
Biedt het door u geconstateerde gebrek aan controleerbare bronnen van berichten
die binnenkomen uit en over Xinjiang 4) een aanleiding om in internationaal
verband aan te sturen op een vorm van een 'fact finding mission’ of internationaal
onderzoek, om op een meer gefundeerde wijze uitspraken te kunnen doen over
mensenrechtenschendingen in Xinjiang? Zo ja, hoe gaat u hier uiting aan geven?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Het kabinet acht het niet opportuun om op een internationaal onderzoek aan te
sturen en is van mening dat de huidige koers, om zowel bilateraal als in EU- en VNverband
China aan te spreken op de eigen internationale en constitutionele
mensenrechtenverplichtingen, de meest gepaste is.