Antwoorden van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op
schriftelijke vragen van het lid Groothuizen (D66) over het bericht ‘IND
gelooft (ondanks bewijs) verhalen van gevluchte Egyptenaren niet’
(ingezonden 28 september 2017, nr. 2017Z12856)
Vraag 1
Kent u het bericht ‘IND gelooft (ondanks bewijs) verhalen van gevluchte
Egyptenaren niet’? 1)
Antwoord op vraag 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw reactie op de suggestie dat de Immigratie- en
Naturalisatiedienst (IND) soms ondanks bewijsmateriaal het asielrelaas
van Egyptische asielzoekers als ongeloofwaardig bestempelt?
Antwoord op vraag 2
De bewijslast in asielzaken, ongeacht het land van herkomst, ligt in de eerste
plaats bij de vreemdeling, die overtuigende verklaringen dient af te leggen en
deze verklaringen waar mogelijk dient te onderbouwen met documenten. De IND
beoordeelt de aanvraag vervolgens op basis van alle relevante verklaringen en
overgelegde documenten. Het is mogelijk dat de IND concludeert dat het
aangeleverde bewijsmateriaal onvoldoende overtuigend is. In die situatie kan het
asielrelaas als ongeloofwaardig worden bestempeld. Dit oordeel wordt
gemotiveerd uiteen gezet en deze motivering kan op verzoek van de vreemdeling
worden getoetst door de rechter.
Vraag 3
Komt het voor dat meerdere (eerste of opvolgende) asielverzoeken op
basis van politieke vervolging worden afgewezen omdat er een gebrek is
aan voldoende vergelijkingsmateriaal voor het aangeleverde bewijs?
Antwoord op vraag 3
Het ontbreken van vergelijkingsmateriaal is nooit de enige reden voor het afwijzen
van een asielaanvraag. Het ontbreken van vergelijkingsmateriaal speelt wel een
rol bij de beoordeling van de echtheid van overgelegde documenten en kan eraan
bijdragen dat deze echtheid niet kan worden vastgesteld. In het geval de echtheid
van het document niet kan worden vastgesteld, zal de IND de betekenis van het
overgelegde document voor de geloofwaardigheid van het asielrelaas in
samenhang met de overigens afgelegde verklaringen beoordelen. Dat kan er in
voorkomende gevallen toe leiden dat de vreemdeling het voordeel van de twijfel
wordt gegeven. Dit kan anders liggen indien het document pas is overgelegd in
een tweede of volgende aanvraagprocedure, waarin een zwaardere bewijslast
geldt voor de vreemdeling.
Vraag 4
Kunt u bevestigen dat er op dit moment geen recent ambtsbericht
Egypte is dat ingaat op de situatie van politiek vluchtelingen? Bent u
bereid op korte termijn het ambtsbericht voor Egypte te actualiseren?
Antwoord op vraag 4
De meest recente ambtsberichten inzake Egypte betreffen thematische
ambtsberichten uit 2012, 2013 en 2014. De verantwoordelijkheid voor het
opstellen of actualiseren van een ambtsbericht berust bij de Minister van
Buitenlandse Zaken. De jaarplanning voor ambtsberichten wordt in
gezamenlijkheid opgesteld. Op dit moment zie ik, gezien de relatief beperkte
instroom vanuit Egypte en het beschikbaar zijn van informatie uit andere bronnen
op basis waarvan de IND zorgvuldig kan beslissen, geen aanleiding om mijn
collega te verzoeken een ambtsbericht over Egypte op te stellen.
Vraag 5
In hoeverre wordt bij asielverzoeken op basis van politieke vervolging op
dit moment gebruik gemaakt van individuele ambtsberichten? Indien uit
het antwoord op vraag 3 volgt dat dit inderdaad het geval is, is dan het
ontbreken van de mogelijkheid om de echtheid van schriftelijke bewijzen
vast te stellen volgens u reden om hiervan meer gebruik te gaan maken?
Antwoord op vraag 5
In voorkomende gevallen kan onzekerheid omtrent de juistheid van het asielrelaas
de IND aanleiding geven te verzoeken om een individueel ambtsbericht. Of
daartoe aanleiding is en of de vraag zich voor (individueel) onderzoek in het land
van herkomst leent, dient per individuele zaak te worden afgewogen. Het
eventueel ontbreken van de mogelijkheid om de echtheid van schriftelijke
bewijzen vast te stellen, vormt een van de vele factoren die bij deze afweging een
rol spelen.
1) https://www.oneworld.nl/mensenrechten/ind-gelooft-ondanks-bewijs-verhalengevluchte-egyptenaren/